Wegwerpecologie
Als ik afreken bij de Wal-Mart in Arizona draait mijn maag zich volledig om. Kijk, ik ben allesbehalve een milieufreak, ik vraag me vaak af of de zure regen ook door het gat in de ozonlaag is verdwenen. Maar zelfs ik vind mijn winkelkarretje nu echt obsceen. Een hoeveelheid boodschappen die in een Nederlandse supermarkt gemakkelijk in één plastic tas had gekund, was door de inpakdame in maar liefst 16 Wal-Mart tassen verwerkt. Zes-tien. De wijnfles had er in zijn eentje al drie. Als ik haar daarop aanspreek, gniffelt ze een beetje. Gekke mensen, die Europeanen.
In een speciale milieusectie op de corporate site geeft Wal-Mart omzichtig toe dat het een lastig verhaal is: “One of our toughest challenges as a retailer is determining how to continue to create value for our costumers while minimizing our footprint on the environment.” Deze juridische vergadertaal is ook in een Flashmodule omgezet die een heerlijk beeld geeft van een Amerikaans bedrijf die ecologie heel hoog in de schappen heeft liggen.
Maar dat zou opvallend zijn, een culturele anomalie. Want alles, echt alles in de Verenigde Staten is wegwerp. Je krijgt al snel nachtmerries van miljoenen Mac Donalds-doosjes en Wal-Mart-tasjes, miljarden Starbucks-bekers en triljarden felgekleurde verpakkingen met zoete rommel. Alles dat je consumeert zit in een plastic hoesje in een plastic doosje in een enorme plastic zak. De gemiddelde Amerikaan heeft de ‘footprint’ van een Tyrannosaurus Rex. Je vraagt je zelf af waar je het als Nederlander voor doet: braaf je tuinafval scheiden terwijl aan de andere kant van de wereld de gemiddelde Amerikaan als een ecologisch terrorist een oceaan van plastic creëert. Sukkels zij we. Waarom maken wij er ook niet gewoon een zootje van? Kan ons het ook schelen!
Ongeveer twee jaar geleden kwam in de media de discussie over biobrandstoffen opgang. Opgestookt door een 
De inmiddels dodelijk saaie Spencer Tunick: wereldberoemd om zijn foto’s van groepen naakte mensen liet zich afgelopen weekeinde inhuren door Greenpeace. Ongeveer 600 naakte vrijwilligers poseerden liggend op een Zwitserse gletsjer voor de kunstenaar Tunick.
Verdammt noch mal! Weer een mythe minder. Weer een illusie armer. Kon je vroeger nog wegdromen van het post-nucleaire paradijs rondom de verongelukte kernreactor in Tsjernobyl waar reuze bevers, mega-everzwijnen en grote kuddes wilde paarden rondzwierven. Niet gestoord door de mens die deze onheilsplek al meer dan twintig jaar geleden had verlaten. De immer nuchtere wetenschap pakt ook dit van ons af (nadat ze ons ook al het geloof, heksenverbrandingen, het vliegend tapijt en gebedsgenezers afpakten).
Niet uw wereld, of de mijne. Die is al veranderd toen de
Het is een soort volkswijsheid in energieland dat er nog voor honderden jaren aan steenkolen uit de grond gehaald kan worden, ongeacht het verbruik. Die wijsheid is echter een flinke klap aan het oplopen. Eerder