Waar blijft nou de slag?

Duizend jaar geleden werd Holland in Vlaardingen onafhankelijk. De Slag bij Vlaardingen, op 29 juli 1018, was een zeer belangrijke veldslag. Dat krijgt de lezer van het onlangs uitgekomen gelijknamige boek op pagina één te lezen. En daarna nog een paar keer. De overwinning van graaf Dirk III van West-Friesland op de Duitse keizer markeert zo’n beetje het ontstaan van Holland (ook al dateert die naam van een eeuw later). De eigenzinnige graaf, die daar in Vlaardingen zonder keizerlijke toestemming tol was gaan heffen, had een flink pak rammel moeten krijgen maar in plaats daarvan wist hij het keizerlijke leger dat op hem was afgestuurd, terug de rivier op te jagen. Dat was de geboorte van de Hollandse koppigheid, uitmondend in zelfstandigheid, zo willen de auteur en medewerkers van dit boek ons doen geloven. Jammer genoeg weten we maar heel weinig van die opmerkelijke overwinning. En daarom krijgen we in De slag bij Vlaardingen iets anders voorgeschoteld. Het verhaal van West-Friesland in die donkere eeuwen (maar ook daar weten we eigenlijk heel weinig van) en het verhaal van Vlaardingen, en hoe middeleeuwers woonden en werkten, wat ze aten en hoe ze gekleed gingen. De Slag kan wel even wachten.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een christelijk Boeddhaverhaal

COLUMN - Prins Siddhartha Gautama, de historische figuur waar het boeddhisme op gebaseerd is, leefde een kleine vijfhonderd jaar vóór Jezus van Nazareth in het huidige Nepal. Na zijn dood werden al snel biografieën opgetekend die onderling de nodige verschillen vertoonden maar altijd drie elementen bevatten:

  • een profetie van astrologen die voorspelden dat Siddhartha óf een groot koning óf een grote heilige zou worden (waarna zijn vader hem opsloot in het paleis),
  • de tijdelijke ontsnapping uit het isolement op zijn negenentwintigste jaar, waarbij de prins tijdens een rijtoer een oude man, een zieke man en een dode man zag en zo werd geconfronteerd met het leed der aarde dat zijn vader al die tijd voor hem verborgen had gehouden,
  • de poging van hofdames om hem te verleiden en hem zo van het spirituele pad af te houden.
  • Deze elementen komen ook voor in een van de populairste legenden uit de Middeleeuwen, het verhaal van Barlaam en Josaphat. Het duurde echter tot 1859 de opkomst van de indologie, tot Europese geleerden in de gaten kregen dat de christelijke legende gebaseerd moest zijn op de biografie van Boeddha. De ontdekker was de Franse geleerde Edouard Laboulaye (1859).

    Steun ons!

    De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

    Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

    Closing Time | Stella Splendens

    Countertenor Luc Arbogast is een straat- en festivalmuzikant die zich heeft gespecialiseerd in het vertolken van traditionele middeleeuwse muziek, waar hij zijn eigen interpretatie en arrangementen bij maakt. Volgens eigen zeggen is hij geheel autodidact. Hier zien we hem in 2012 met het Nederlands Blazers Ensemble.

    Met het oog op discussies over onze eeuwenoude ‘joods-christelijke cultuur’ is het nog wel leuk de Arabische invloeden op dit traditionele pelgrimslied op te merken.

    Foto: © Sargasso logo Goed volk

    Goed volk | Balspel in de kerk

    COLUMN - In mijn vorige stukje heb ik het gehad over de narrenfeesten en over de ezelsmissen die daar onderdeel van waren. Beide hebben uiteindelijk een serieuze, liturgische oorsprong, waarschijnlijk als mysteriespel, hoewel volgens middeleeuwse bronnen ook invloeden vanuit oudere heidense feesten aanwijsbaar zijn, zoals de Romeinse Saturnalia.

    Dat geldt ook voor een liturgisch balspel dat in de Middeleeuwen met name in Noord-Frankrijk werd uitgevoerd. Om het te begrijpen, moeten we ons eerst enigszins verdiepen in de labyrinten op de vloeren van grote kerken in het noorden van Europa.

    Labyrinten

    Veel kathedralen, vooral in Frankrijk en Italië, zijn of waren bekend om hun labyrinten. Een labyrint moet niet verward worden met een doolhof. Dit laatste is een gangenstelsel waarbij men moet zoeken naar de uitgang en wie een huiveringwekkend voorbeeld wil zien bekijke de film “The Shining” van Stanley Kubrick (1980). Bij een labyrint is er één ingang die volgens een stelsel van concentrische gangen, hetzij rond hetzij vierkant, vanzelf leidt naar het middelpunt, zonder zijwegen die wel of niet dood lopen.

    Labyrinth in de basiliek van Onze-Lieve-Vrouwe van Hanswijk in Mechelen. (c) Tamara van Halm

    Labyrinth in de basiliek van Onze-Lieve-Vrouwe van Hanswijk in Mechelen.

    Over de betekenis van deze ‘gothische’ labyrinten is veel gespeculeerd, wat niet eenvoudig is omdat het labyrint in feite een oeroud, archetypische verschijnsel is dat op veel plaatsen in de wereld voorkomt. Voor de kerklabyrinten houdt men het er wel op dat deze de gelovigen, die niet in de gelegenheid waren een pelgrimsreis naar met name Jeruzalem te maken, een alternatief boden door al mediterend en vaak in geknielde houding het spoor van het labyrint te volgen tot men bij het centrum, Jeruzalem, uitkwam. Er is ook een theorie die stelt dat de weg door het labyrint de weg van Christus verbeeldt die hij aflegde van zijn kruisiging en dood naar de hel en terug hetgeen uiteindelijk leidde naar zijn opstanding.

    Foto: © Sargasso logo Goed volk

    Een monnik vertelt

    ACHTERGROND - In de Middeleeuwen leefde in de cisterciënzer abdij Heisterbach aan de voet van het Zevengebergte in het Rijnland de monnik en novicemeester Caesarius. Ten behoeve van zijn leerlingen noteerde hij tal van exempelen die uiteraard vaak over het kloosterleven gaan maar even zo vele keren over het dagelijks leven van het volk buiten de poort. Hij bezocht samen met zijn abt op diens visitatiereizen onder meer de toenmalige Noordelijke Nederlanden, waar hij als een soort Ate Doornbosch avant la lettre verhalen van wonderen, visioenen en verschijningen uit de mond van zijn zegslieden optekende. Zoals we straks zullen lezen ging hij hierbij nauwkeurig te werk met de intentie de historische werkelijkheid vast te leggen. Kortom: we hebben hier te maken met één van de schaarse schriftelijke middeleeuwse bronnen van Nederlandse volkscultuur.

    Cisterciënzers en mirakelen

    cc commons.wikimedia.org Caesariusdenkmal Dollendorf.jpg

    Caesarius Denkmal in Königswinter-Oberdollendorf

    Caesarius was monnik van de nog steeds bestaande orde der Cisterciënzers die in 1098 door Robert de Molesme werd opgericht als reactie op de qua beginselen stevig verslapte orde der Benedictijnen, met name die in het monumentale klooster van Cluny.

    Dat de Cisterciënzers in 1664 op hun beurt tot de orde geroepen werden door de Trappisten is een verhaal apart, maar in de eerste eeuwen van de het tweede millennium vonden de Cisterciënzers zich van de westerse christenen toch het dichtst bij God staan, en niet zonder reden. Dat alles onder de bezielende leiding van ongetwijfeld de grootste Cisterciënzer van de Middeleeuwen: de mysticus Bernardus van Clairvaux (1090-1153). Ook Caesarius was ervan overtuigd dat het leven van een cisterciënzer monnik de beste, veiligste en zekerste weg naar de hemel was.

    Doneer!

    Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

    In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

    Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

    In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

    Foto: © Sargasso logo Goed volk

    Goed volk | Een Saksisch heldenepos

    ACHTERGROND - Of de negende-eeuwse Heliand nu is geschreven in het Oudsaksisch of in een voorloper van het Nederlands, daarover kun je van mening verschillen. Het gaat erom waar je de taalgrenzen van die tijd trekt. De befaamde literatuurgeschiedenis van Knuvelder noemt de tekst slechts terloops, terwijl zijn opvolger, Stemmen op schrift van Frits van Oostrom, ruim anderhalve pagina aan de Heliand besteedt, wat duidt op zo niet voortschrijdend dan toch veranderend inzicht.

    In elk geval is het ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan‘, geschreven rond 1175, als oudste Nederlandse tekst van zijn voetstuk gevallen. Er zijn ook wetenschappers die beweren dat de runeninscriptie van Bergakker (ca 425-450) Oudnederlands is. Maar hoe interessant ook, ik ga de lezer niet meeslepen in het moeras en mijnenveld dat Oudnederlandse taalkunde heet, want de Heliand is veel interessanter en unieker om een heel ander aspect.

    Een Saksisch heldenepos

    Pas in 1830 is de tekst door de Duitse germanist J.A. Schmeller Heliand genoemd: hetzelfde woord als ons Heiland, ‘heelmaker’, te vinden in een zin in de passage waarin de annunciatie wordt beschreven. Het gaat om een zogeheten diatessaron ofwel evangelieharmonie. De vier canonieke evangeliën werden hierin samengevoegd tot één doorlopend, chronologisch geordend verhaal. De Heliand is echter een bijzondere diatessaron, want hij is naar vorm en inhoud een Saksisch heldenepos. En dat impliceert het een en ander.

    Foto: De oppergod Odin op zijn paard Sleipnir, op een steen uit Ardre (Zweden). copyright ok. Gecheckt 01-03-2022

    Waarom tóch een boek over Noordse mythologie?

    RECENSIE - Er zijn wat standaardadviezen voor iedereen die nonfictie recenseert: kijk vooral naar de inhoud en niet teveel naar de stijl; het gaat om de lezer en niet om de auteur; beperk je tot het boek en polemiseer niet met titel, flaptekst of reclame. En ook: laat een boek onbesproken als de informatie al op het internet is te vinden. Niemand wordt er immers beter van als overbodige boeken ook nog eens onder de aandacht wordt gebracht. De Noordse mythen. Goden en helden van het oude Scandinavië van Carolyne Larrington is een voorbeeld van zo’n boek dat dertig jaar geleden de moeite waard zou zijn geweest, maar inmiddels geen noemenswaardig doel meer dient.

    Ik heb het met plezier gelezen, dat wel, maar meer positiefs valt er niet over te zeggen. Larrington vertelt de oude verhalen na en geeft daarop commentaar, maar het is bijna allemaal ook online te vinden, waar je slechts een paar muisklikken bent verwijderd van aanvullende informatie. Ik zou dan ook eigenlijk liever niet over De Noordse mythen bloggen, maar de gebreken komen vaker en ik denk dat het zinvol is ze nog eens te benoemen.

    Ten eerste: de structuur van het boek. Het begint met de bronnen, waarbij een ereplaats is voor Snorri Sturluson (1179-1241), een christelijke auteur die de verhalen in de Volle Middeleeuwen heeft opgeschreven. Hij presenteerde de aloude Germaanse goden als mensen van lang geleden en we mogen aannemen dat hij meer aanpassingen heeft gedaan. Er volgen hoofdstukken over goden en godinnen, over de schepping, over reuzen en andere bovenmenselijke wezen, over de helden van weleer en tot slot over de ragnarök ofwel de eindtijd.

    Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

    Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

    Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

    Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

    Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

    Nobel en tragisch

    RECENSIE - Op 9 april 1410 verscheen Jan van Brederode, gewapend en vergezeld door enkele andere ridders, voor de poort van het kartuizerklooster van Wijk bij Duurstede. Hij kwam zijn vrouw Johanna halen. Jan werd toegelaten en er volgde een verhit gesprek met Koenraad, een voorman van deze kloosterbeweging die toevallig aanwezig was. Koenraad gaf Jan te verstaan dat hij weg moest wezen, dat het uittreden van zijn vrouw ondenkbaar was. De Bazeler Kroniek van de orde, waarin de overval wordt beschreven, vervolgt:

    En toen de woesteling zag dat hij met geen mogelijkheid de zalige kloostervrouw terug zou kunnen krijgen zoals hij begeerde, toen ging hij met zijn mannen oorlog maken in die contreien over deze zaak. Vooral in de stad Wijk greep de angst om zich heen. Ook vader Koenraad werd gemolesteerd, met duwen en trekken.

    Wijk viel onder het bisdom Utrecht. Een ijlbode vertrok naar Rhenen, waar de bisschop op dat moment verbleef. Deze sprong direct te paard en vertrok met een aantal soldaten richting Wijk. Daar ergens in de buurt kregen ze Jan te pakken. Enkele van zijn medestanders werden ter plekke onthoofd.

    De overval op het klooster werd een Europese cause célèbre. Een zaak waar de grote Parijse rechtsgeleerde Jean Gerson nauw bij betrokken was. Jan was namelijk ooit samen met zijn vrouw in het klooster gegaan, om aan een groeiende schuldenlast te ontkomen. Zijn broer zou dan Heer van Brederode worden, zonder die last. Maar kort na hun intrede liep alles anders.

    Foto: St.-Pietersnieuwstraat 132, Gent copyright ok. Gecheckt 06-11-2022

    Boekenweek! | Henri Pirenne

    RECENSIE - Afgelopen zondag ben ik in Gent langs het huis aan de Sint-Pietersnieuwstraat 132 gewandeld waar de Belgische historicus Henri Pirenne (1862-1935) woonde, de auteur van Mahomet et Charlemagne. Het bleek een moderne bouwval. Zelfs geen gevelsteentje herinnerde aan de ooit beroemde bewoner, maar eigenlijk verbaasde dat me niet. Wie een écht belangrijk boek schrijft, zal zien dat zijn inzichten zó ingeburgerd raken dat niemand meer herkent dat je er anders over kunt denken, waarna degene die het heeft bedacht kan worden vergeten.

    De vraag die Pirenne wilde beantwoorden, was waarom de Middeleeuwen zo’n ander karakter hadden dan de Oudheid. Er was een transitie geweest, zoveel was duidelijk. In het Romeinse Rijk was er interregionale handel, bloeiden de steden, betaalden de mensen met munten, beloonde de overheid zijn functionarissen in geld; in de Middeleeuwen was de handel beperkter, waren de steden kleiner, ruilde men producten en compenseerde de vorst zijn graven en hertogen door ze land in leen te geven. Wat was er gebeurd?

    De negentiende-eeuwse visie, die in Nederland nog wordt aangehangen door de welbekende Leidse historicus M. Rutte, kwam erop neer dat barbaarse stammen het Romeinse Rijk onder de voet hadden gelopen: de Angelen en Saksen hadden zich gevestigd in Brittannië, de Franken in Gallië, de Visigoten en Sueben op het Iberische Schiereiland, de Vandalen in Tunesië en de Ostrogoten in Italië. De geschreven bronnen vermelden allerlei gevechten, we weten van serieuze militaire problemen, het staat vast dat Rome tweemaal is geplunderd en het is een feit dat het staatsapparaat in de westelijke provincies desintegreerde.

    Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

    Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

    Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

    Foto: Eric Andresen (cc)

    Het Nederlands als taal van vluchtelingen

    RECENSIE - De Italiaan Lodovico Guicciardini verbaasde zich in 1567 over de talenkennis van de Antwerpenaren: zowel jongens als meisjes leerden Frans op school, zodat menigeen de bezoeker in die taal te woord kon staan. “En dan zijn er ook nog maestro’s die de Italiaanse taal en het Spaans onderwijzen.”

    Eigenaardig genoeg vind je van die meertaligheid van de zestiende-eeuwse Lage Landen nog maar weinig terug in het hedendaagse onderzoek, merken Samuel Mareel en Dirk Schoenaers op in hun inleiding bij het nieuwe nummer van Queeste, Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden. Mensen denken bij middeleeuwse literatuur in de Nederlanden vaak aan teksten die in het (Middel-)Nederlands geschreven zijn, of eventueel in het Latijn. Dat er allerlei andere talen gebruikt werden, wordt daarbij nogal eens over het hoofd gezien.

    In dit nummer laten enkele letterkundigen zien hoe vals het beeld dan is – het idee dat er in deze streken ooit zuiver en alleen Nederlands gesproken werd, is eenvoudigweg onjuist. Zo is het waarschijnlijk zelfs nooit geweest.

    Dat geldt in ieder geval voor het zuiden, waarop de meeste bijdragen zich richten, zoals ze zich ook over het algemeen concentreren op de late middeleeuwen: de titel van dit nummer luidt Literature and Multilingualism in the Low Countries (1100-1600), maar het gaat toch eigenlijk vooral over de vijftiende en zestiende eeuw. De laatste bijdrage, van Alisa van de Haar, over de taalspelen in emblemata, betrekt zelfs de zeventiende eeuw erbij.

    Vorige Volgende