Patiënten die incontinent zijn en (alsof dat nog niet erg genoeg was) hun zorgverzekering bij Achmea hebben, kunnen binnenkort een telefoontje verwachten van fabrikant TENA (vóór urineverlies, niet ertegen) om te bepalen hoe veel en welke incontinentieluiers zij nog vergoed krijgen. Het gaat daarbij voor de goede orde om een bezuinigingsmaatregel: Achmea wil minder incontinentiemateriaal gaan vergoeden.
Wie wil bezuinigen op de uitgifte van iets, doet er normaal gesproken verstandig aan de beoordeling van het gebruik ervan als allerlaatste aan de fabrikant toe te vertrouwen. Bovendien: hoe stel je telefonisch vast hoeveel urineverlies een persoon gemiddeld lijdt, met in het achterhoofd de bezuinigingsdoelstelling? Hoe voorkom je dat de patiënt zijn lekkage schromelijk overdrijft of naar de fles grijpt teneinde meer luiers vergoed te krijgen? Dat kan alleen iemand die bij Mart Smeets in de leer is geweest; voor de incontinente medemens natuurlijk dé druppel.
‘Aan de lijn heb ik een rare mevrouw uit Tiel, genaamd Tiny van Zetten, klopt dat?’
‘Ja, daar spr…’
‘En met Tiny van Zetten uit Tiel is iets heel geks aan de hand. Het begrip ‘incontinent’, zegt u dat iets? Tiny van Zetten is een hele grote mevrouw als het om incontinentie gaat, en dat betekent in gewoon Nederlands dat zij van onderen zo lek is als een vergiet. Zeg ik iets heel raars als ik dat zo zeg?’
‘Nou meneer…’
‘En je – mag ik je zeggen? – had nu dolgraag met een droge onderbroek dit gesprek gevoerd, is het niet?’
‘Tja…’
‘Maar dat is niet gelukt. Je hangt weer met een kletsnatte onderbroek aan lijn, nietwaar? Zo is het toch?’
‘…’
‘Ja… goed. Ik ga je nu misschien iets heel geks vragen, Tiny: kun jij ons als buitenstaanders uitleggen hoe on-waar-schijn-lijk veel urine jij verliest op een dag? We weten hoe dat ongeveer gaat: dáár komt die rare onberekenbare plas om de hoek zetten, je voelt hem als het ware aankomen maar pats boem dáár zit hij al in de onderbroek. En dan die ontlading! Subliem! Heb jij enig idee hoe on-waar-schijn-lijk vaak jou dat op een dag overkomt?’
‘Nou, dat vind ik een beetje lastig om zo te zeggen.’
‘Nee? Nu weet ik niets van lekkage behalve dat mijn dakgoot er wel eens last van heeft, maar onze mensen hier hebben het in de boeken nagezocht en jij, Tiny van Zetten, komt tot het magnifieke aantal van 368 druppels per dag. Daar neem ik mijn hoed heel diep voor af. Chapeau!’
‘Dank u.’
‘Het is misschien vreemd dat ik dit vraag, maar kun jij je voorstellen dat sommige mensen jaloers op jou zijn? Die persen zich het snot voor de ogen en dan gebeurt er nog niks, terwijl het jou geen enkele moeite kost, zo vloeiend als het gaat.’
‘Nee, eigenlijk niet.’
‘Goed. Nu is het zo dat wij in dat gekke land van ons een solidair zorgstelsel hebben. WE zijn solidair en WE betalen dus ook jouw luier omdat WE vinden dat dat goed is. Maar WE denken ook wel eens dat er zogezegd een eind aan ons geslachtsdeel komt omdat, als ik dat zo mag zeggen, in onze achtertuin geen geldbomen groeien. We hebben dus een beetje de pest aan jou, Tiny. Snap je dat? Dat wil je niet horen, maar ook dat is topsport. De blaas wacht op niemand.’
‘…’
‘Dan ga ik je tot slot, Tiny, want ik heb nog een bui-tengewone lijst met héél bijzondere gasten die op mij wachten, en dat moet allemaal in een uur, wat zeg ik, vijftig minuten geperst worden, dus dat wordt improviseren, maar we zien wel wat ervan komt, dan ga ik je tot slot nog iets heel raars vragen. Heb jij, Tiny van Zetten uit Tiel, op die wat zal het zijn vijftig vierkante meter in die sociale huurwoning van jou nog ruimte kunnen vinden voor een wasmachine?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘En die doet het ook?’
‘Ja, natuurlijk.’
‘Dan hebben wij iets leuks voor je bedacht. Zegt het begrip ‘wasmiddel’ je iets? Dat is een uitvinding van die rare, maffe Amerikanen, overgewaaid naar dat mooie continent van ons. Dat gooi je bij die vieze stinkende natte onderbroeken van je in de trommel en hatsaaa! dáár komen ze eruit alsof er nooit iets gebeurd is. Grote strik eromheen en zeg maar merci en au revoir en senk joe tegen TENA! En dat ga ik ook tegen jou zeggen, Tiny van Zetten uit Tiel: merci en au revoir en blijf vooral lekker zitten in die sociale huurwoning van je, dan gaan wij hier in Londen op het incontinent, want dat is dat idiote eiland hier toch, een soort incontinent, dan gaan wij nog even verder, want zoals ik al zei heb ik nog héél bijzondere gasten die op mij wachten.
Bert van Marwijk, moest jij nog plassen? Goed zo.’