Wie was Aristoteles?
Aristoteles staat bekend als wetenschapper, als arts, en vooral als filosoof. Zijn invloed op de wijsbegeerte is enorm geweest: eerst via zijn eigen school, later op het neoplatonisme, toen op de Arabische filosofie, en via deze route weer op de scholastiek in West-Europa en daar voorbij. In de vandaag beginnende vijftiendelige reeks bekijken we hem in enig detail.
Filippos de Tweede, de koning van Macedonië, had een lijfarts, en die lijfarts had een zoon, die 367 jaar voor onze jaartelling op zeventienjarige leeftijd naar Athene trok om onderwijs van Plato te krijgen in diens Academie. Zijn naam was Aristoteles.
Aristoteles volgde twintig jaar lang onderwijs aan de Academie, tot Plato’s dood. Daarna ging hij zelf aan de slag als leraar. Vijf jaar later riep koning Filippos hem naar zijn thuisland terug om het onderwijs van diens zoon Alexander op te verzorgen. De filosoof was toen tweeënveertig, Alexander veertien. Deze Alexander kennen we allemaal: hij zou later de bijnaam ‘de Grote’ krijgen.
Lyceum
Na de opvoeding van Alexander keerde Aristoteles terug naar Athene. Daar stichtte hij naast de Academie van Plato zijn eigen school: het Lyceum.
De relatie met Alexander heeft Aristoteles in zijn verdere leven geen windeieren gelegd. Aristoteles was een verzamelaar en Alexander wist dat. Van de vele plekken waar Alexanders veldtochten hem brachten, liet hij alles wat maar interessant kon zijn naar zijn vroegere leermeester sturen: boeken, maar ook dieren en planten. Zo verkreeg Aristoteles een schat van informatie over de toen bekende wereld.