De beste boekverfilmingen

Vorige week vroeg de redactie van Sargasso naar de beste en de slechtste boekverfilmingen. Daarop kwamen leuke discussies los. Het valt niet mee om een echte top aan te wijzen. Er waren meer nominaties dan reaguurders en daarboven leken sommigen het nodig te vinden om zowat alle boekverfilmingen te bespreken die ze ooit hadden gezien. Om toch tot een degelijke top-5 te komen heb ik een truc toegepast:  ik heb de nominaties van de zes deskundigen meegerekend. Dat zijn de drie schrijvers (Jan Siebelink, Peter Buwalda en Oscar van den Boogaard) en de drie filmmakers (Pieter Verhoeff, Ben Sombogaart en Paula van der Oest); zij debatteerden op initiatief van De Bezige Bij tijdens het Nederlands Film Festival over het proces van boek naar film. Hier de uitslag: 1. de beste verfilmingen Under the Volcano werd op Sargasso twee keer genoemd en Dood in Venetië één keer en omdat ik de suggesties van het panel even zwaar weeg delen deze twee films de eerste plaats.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 25-09-2022

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Passie voor Dickens is niet genoeg

De laatste aflevering van onze zomerserie over kleine literaire musea brengt MB in het Dickens museum in Bronkhorst. Het wordt een verbazingwekkend bezoek, niet echt in positieve zin.

Laat ik beginnen met de opmerking dat ik houd van kleine musea. Ik heb veel waardering voor de vaak tomeloze inzet van de vrijwilligers die graag een verhaal vertellen. Ik begrijp dat deze musea het vaak met zeer beperkte middelen en menskracht moeten rooien en heb dan vaak ook snel respect voor het resultaat. Hoe klein het onderwerp soms ook mag zijn, met enthousiasme en een goed verhaal kom je een heel eind. Na een bezoek aan het Dickensmuseum in het piepkleine stadje Bronkhorst heb ik mezelf echter beter leren kennen. Ik had nooit gedacht dat ik op dit vlak een onbewuste ondergrens zou kennen; laat staan dat er musea zijn die die ondergrens bij lange na niet halen.

Het museum staat in het stadje Bronkorst. Een gehucht in de Achterhoek, niet ver van Steenderen. Het gehucht is meer een museumdorp, vergelijkbaar met Orvelte, dan een echt boerendorp, waar geleefd wordt. De gemaakt-historische sfeer van het plaatsje dient ook eens per jaar als decor voor een mini-Dickensfestival, zoals dat ook in bijvoorbeeld Deventer georganiseerd wordt. Vanzelfsprekend doen de eeuwenoude twintigste eeuwse boerderijen in deze landelijke omgeving in niets denken aan het sterk geïndustrialiseerde negentiende eeuwse London van Dickens, maar vooruit. Vroeger is vroeger.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Engagement in de Letteren

In mei van dit jaar spraken de Nederlandse afgevaardigden voor de 18th Beijng International Book Fair zich unaniem uit tegen een boycot van het toen al niet onomstreden evenement. Onder hen de schrijver Bernlef, die destijds in NRC Next liet optekenen: „Het moet natuurlijk niet te gek worden. Als de repressie zich verhevigt, kan er een punt komen waarop je zegt: gaan we er alleen maar heen ter meerdere eer en glorie van de Nederlandse economie, met cultuur als glijmiddel?” Die laatste vraag lijkt inmiddels, met het huisarrest van enkele belangrijke kritische Chinese schrijvers en bloggers, bevestigend te kunnen worden beantwoord.

Sinds eind vorige week wordt een aantal van de lokale schrijvers met wie de Nederlandse delegatie zou spreken door middel van intimidatie onder druk gezet om af te zien van de ontmoeting. Tot degenen die op deze wijze feitelijk onder huisarrest zijn geplaatst behoren Jiao Guobiao, een voormalig journalist en docent journalistiek die censuur en andere vormen van onderdrukking in China aanklaagt en blogger Liu Di, beter bekend als ‘Roestvrijstalen Muis’. Zij zijn het die, ondanks een verregaande repressie door de Chinese overheid -tientallen kritische auteurs zitten reeds gevangen- er niet van weerhouden worden zich in hun artikelen en blogs kritisch over de misstanden in de maatschappij uit te laten.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: copyright ok. Gecheckt 11-03-2022

Zomerserie | Polemiek, Burgerhart en patriottisme

De heele meer is zeven uuren in zyn omtrek en wy woonen aan een laan die drie uren lang is, beplant met hooge boomen…

In het hart van de Beemster staat de voormalige hervormde pastorie. Ooit woonde hier Elisabeth Wolff, ze was getrouwd met een dominee. Hun huwelijk was een verstandskwestie. Thuis in Vlissingen werd Betje niet gestimuleerd in haar literaire ambities, maar Abraham Wolff was een liefhebber van de letteren. Hij kon haar bevrijden door een huwelijk met haar te sluiten.

Bij binnenkomst valt meteen de grote geografische kaart van de Beemster op. De geschiedenis van het woonhuis begint in 1614, vlak nadat de Beemster is ingepolderd. In de loop der jaren is de woning herbouwd en verbouwd, aangepast aan de smaak en eisen van de tijd. De begane grond heeft drie mooie kamers, een opkamer en een gezellige woonkeuken. De inrichting van het huis is niet in één bepaalde stijl. De kamers vertegenwoordigen de verschillende tijdperken dat het huis als woonhuis in gebruik was. Deze zomer worden de ruimtes in het museum opgefleurd met allerlei kledingstukken en accessoires, want er is een tijdelijke tentoonstelling over textiel. Liefhebbers van oude lapjes kunnen hun hart ophalen. Op de grote zolder is een kort filmpje te zien van een modeshow van ondergoed. Je kunt ook een blik werpen in het spekhok, waar vroeger ‘burgerhart’ werd bewaard, de gedroogde zuiderzeeharing.Aan de achterkant van de zolder is de belangrijkste ruimte van het museum: de voormalige werkkamer van Betje Wolff. Al snel nadat ze in Middenbeemster arriveerde liet ze een kamer op zolder aftimmeren en ze noemde deze ruimte ‘Kipperust’. De werkruimte is in 1959 grondig gerestaureerd. De bibliotheek is er ook onder gebracht en bevat veel werken die de schrijfster ook in haar bezit moet hebben gehad. Met één druk op de knop kun je horen hoe de vriendschap tussen Betje Wolff en Aagje Deken tot stand kwam, een vermakelijke geschiedenis. Kipperust is een schrijfruimte die alle Sargasten graag zouden willen hebben: licht, stil en uitzicht op de boomgaard.

Foto: copyright ok. Gecheckt 04-10-2022

Een veenmol op zolder

Ik stel me voor dat de bergen het niet fijn vinden om zo dicht bij elkaar te staan. Elke berg droomt ervan dat hij op zijn eentje oprijst midden in de wijde steppe. Daarom  hoeft hij zich nog niet eenzaam te voelen. Soms komt er een adelaar aangevlogen die een beetje aarde en gras van een andere berg in zijn klauwen meebrengt. Aan die vertrouwdheid heeft een grote berg genoeg en het verwamt  zijn stenen hart. Het zou fijn zijn om een berg te zijn, maar ik ben geen berg, ik ben altijd maar die gekrenkte en verbaasde veenmol.

Leven in afzondering, zo weinig mogelijk verkeren met andere mensen, dat is de rode draad in het oeuvre van Marlen Haushofer. Bijna altijd zijn haar hoofdpersonages vrouwen van middelbare leeftijd die zich vastklampen aan de strakke routines van het huishouden. En vaak is hun grootste liefhebberij het observeren van de tuin vanachter hun woonkamerraam.

Het belangrijkste thema in De mansarde is de moeilijkheid om tot vanzelfsprekende relaties te komen als je zonder broertjes en zusjes op bent gegroeid en het ook nog heb moeten stellen zonder de aandacht van je ouders. Als kind was ik erg hongerig naar liefde, ik streelde toen elke hond en elke kat, en als die niet in de buurt waren, kuste ik zelfs bomen en stenen. De vrouw in De Mansarde stelt al haar relaties ter discussie.
Waarom zou je een oudere dame regelmatig bezoeken? Alleen omdat ze je ooit een kamer verhuurde? En waarom zou je een zogenaamde vriendin voor de middagthee ontvangen? Alleen omdat je ooit samen op de kraamafdeling lag?

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | De ‘crib’ van Dirkje Kuik

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Fenna van den Berg, die het Dirkje Kuik Museum in Utrecht bezoekt.

“Ik heb de neiging om een gebouw tot een ruïne te maken. Maar ik laat altijd iets groeien uit het afval. Ik laat het niet alleen kapot gaan. De begroeiing toont een optimisme: ik heb plezier in het verval.” (Dirkje Kuik Volkskrant 21 februari 1970)

Dat we graag bij een ander binnen kijken wordt aangetoond met het succes van televisieprogramma’s als MTV Cribs en Showroom. Die ander moet dan wel bekend zijn, iets bijzonders hebben, of in een uitzonderlijk omgeving leven. Vaak is het een markante persoonlijkheid. Nu doet zich in de oude binnenstad van Utrecht de mogelijkheid voor om bij zo’n markante persoonlijkheid binnen te kijken. Hier staat namelijk het woonhuis van Dirkje Kuik.

Voor diegene die haar niet kennen; Dirkje Kuik debuteerde in 1969 met het boekje Utrechtse notities dat, opvallend genoeg, in Amsterdam bekroond werd met de Prozaprijs. Haar literaire werk werd daarna vaker onderscheiden. In 1974 ontving ze de Vijverbergprijs voor De held van het potspel en in 1997 kreeg ze de Multatuliprijs voor haar roman Broholm.Schrijven deed Dirkje naar eigen zeggen niet alleen met woorden maar ook met beelden. Haar tekeningen vormen dan ook een belangrijk deel van haar werk. Samen met beeldend kunstenaars J.H. Moesman en H. van Maarseveen richtte ze in 1960 Het Grafisch Gezelschap De Luis op. Het doel van het gezelschap was om de vrije grafische kunst te bevorderen en daarbij te opereren als ‘luizen in de pels van de moderne kunst’. Vanwege een sterk voorliefde voor literatuur bij de oprichters van De Luis werden schrijvers als Sontrop, Emmens en Eijkelboom bij het gezelschap betrokken.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Weemoedig kijkt Couperus

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Ole van Luyn, die het Couperus museum in Den Haag bezoekt.

In het Louis Couperus Museum staat de man zelve enigszins weemoedig te kijken naar voorbijtrekkende beelden van Nice omstreeks 1900. Hij is gekleed in een crème zomerpak (dat Willem Nijholt ooit op het toneel droeg) en een lichte jas is om zijn schouders geslagen, want van de mistral houdt hij niet. In de bescheiden museumruimte is een tentoonstelling ingericht over Nice, het Carnaval, het fin-de-siècle zoals dat daar beleefd werd door de rijke mensen en de gewone Niçois. Want de tentoonstelling heet ‘Louis Couperus, columnist’ en is ingericht naar aanleiding van zijn krantenstukjes over zijn verblijf aan de Côte d’Azur.

Maar op een ander moment is hij gekleed in het Nederlandse tropenpak, spierwit met de hoge staande gesloten kraag op de jas: de djas toetoep. De tentoonstelling gaat over Nederlands Indië en de twee mannen die het beeld van die archipel in Nederland sterk beïnvloed hebben: Multatuli, die het zijns inziens corrupte bewind wil zuiveren en Couperus die vindt dat de Nederlander daar eigenlijk helemaal niet thuishoort. Maar vaker nog is hij, correct en Haags, in rok gekleed, alsof hij op het punt staat om met zijn vrouw naar een avondfeest te gaan of om voor te lezen uit eigen werk. Hij is een dandy met gemanicuurde nagels en een dure smaak – waarvoor hij echter hard moet werken want rijk zijn ze niet. En soms zit hij in het museum aan zijn bureau – het bureau dat hij kocht van zijn eerste zelfverdiende guldens; het honorarium voor Eline Vere, zijn eerste en zijn meest bekende boek dat jonge meisjes van hun vaders niet mochten lezen omdat het te realistisch was. Geen gelieven die elkaar eeuwig trouw beloofden maar een meisje dat gek wordt en uitzichtloos zelfmoord pleegt – nee, dat was niet comme il faut.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | Met Anton Wachter in Harlingen

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van G. Drios, die naar Harlingen afreisde naar het Hannemahuis.

Opgroeiend in het Friese Harlingen leest de jonge Anton Wachter/Simon Vestdijk het jeugdboek “Dick en zijn vrienden” van Andrew Home. Vergeleken bij de geromantiseerde fictie die daar in staat vindt hij zijn echte leven in Harlingen maar niets. Nadat zijn beste vriend Murk Tuinstra naar Amsterdam is verhuisd moet Anton op zoek gaan naar een nieuwe vriend, maar de zoektocht verloopt moeizaam. Voor hem is het allemaal niet meer wat het is geweest. Echte vrienden heb je alleen nog in de jeugdboeken. Toch weet hij zich al met al best aardig staande te houden tussen de andere jongens. Althans tot hij naar de eerste klas van de H.B.S. komt, want sinds de recente dood van zijn vader is Anton veranderd en een makkelijk doelwit geworden voor de pesterijen van de anderen.

Maar dat raakt allemaal een beetje op de achtergrond als Anton een jaar later Ina Damman ontmoet, het nieuwe meisje op school dat elke dag met de trein vanuit Franeker komt. Anton raakt hopeloos op haar verliefd. Ina Damman blijft echter enigzins koel en afstandelijk en daarom gebeurt er eigenlijk niet zo veel. Het voornaamste contact tussen beiden is dat Anton haar altijd van school terug naar de trein brengt. Onderweg probeert hij dan moeizaam een gesprek tot stand te brengen, maar dat lukt meestal niet echt. Na een jaar of zo wordt Ina het dan een beetje beu en daardoor komt ook dit contact tot een einde. Dat lijkt allemaal weinig, maar wat er voor Anton achter schuilgaat is enorm en zal bepalend zijn voor zijn verdere leven. Om te beginnen verlaat hij vanwege haar de H.B.S. in Harlingen en gaat hij in Leeuwarden verder. In die tijd krijgt hij dan wel een ander vriendinnetje, Marie van den Boogaard, die wat toegankelijker is. Alles schijnt goed te gaan en het geluk ligt voor het oprapen. Maar bij het minste of geringste komt de herinnering aan de onbereikbare Ina Damman toch weer in alle hevigheid terug en deze laat hem uiteindelijk de relatie met Marie van den Bogaard verbreken, nog voordat hij Harlingen helemaal verlaat om in Amsterdam te gaan studeren.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Zomerserie | La maison de Balzac

Sargasso duikt deze zomer in de letteren en bezoekt kleine literaire musea in Nederland en daarbuiten. Vandaag een bijdrage van Suzanne Sanders, die het Balzac museum in Parijs bezocht.

Waar denk jij aan bij het horen van de naam Balzac? En als je leest dat hij tegenover het Hôtel de Lamballe woonde? Schrijver, oja…maar weinig Nederlanders weten meer van Honoré de Balzac (1799-1850) dan zijn naam. In Frankrijk behoort hij echter tot de belangrijkste schrijvers van de negentiende eeuw en is één van de (slechts!) drie literaire musea van Parijs aan hem gewijd. Het Maison de Balzac bevindt zich in het huis waarvan de schrijver tussen 1840 en 1847 de bovenverdieping huurde. Voor een bezoek neem je metro 6 naar halte Passy in het 16e arondissement, even ten westen van de Eiffeltoren. Twee straten en een steile trap verder sta je voor de deur van het museum. Mijn eigen, totaal verregende verblijf in Parijs afgelopen maand heeft mijn geplande museummarathon behoorlijk vertraagd, waardoor –oh anticlimax- ik er zelf niet ben geweest. Desalniettemin had ik al het één en ander uitgezocht en vind ik dat Balzac ook de Nederlandse lezer absoluut niet mag ontgaan.

Dit is het huis waar Balzac werkte aan zijn chef d´oeuvre: La Comédie Humaine. Het is een gigantisch werk dat uit zo’n 100 verhalen bestaat, waarmee hij een beeld wilde schetsen van zijn eigen tijd: Frankrijk, vlak na de val van Napoleon, met aan de ene kant het herstel van de monarchie en aan de andere kant de verschuivingen in de sociale klassen als gevolg van de industriële revolutie. De verhalen zijn geordend in thematische hoofdstukken met titels als Scènes de la vie privée, Scènes de la vie de province, Scènes de la vie Parisienne of Scènes de la vie militaire. Het betreft fictie, maar met zoveel gedetailleerde beschrijvingen uit de werkelijkheid dat Balzac als pionier van het realisme kan worden gezien. Balzac onderscheidt zich bovendien doordat hij een groot aantal van zijn 2,500(!) personages in verschillende verhalen terug laat komen, waardoor La Comédie Humaine één groot geheel wordt.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Vorige Volgende