Begin jaren negentig nam mijn moeder een jongen met de naam Marcel, vroeg in de twintig, aan als vrijwilliger bij haar stichting. Marcel had een moeilijke tijd achter zich, en een ellendig leven voor zich. Hij had in het leger gezeten, waar hij, kort voor de uitzending naar Bosnië, een psychose kreeg. Het was een aardige, hardwerkende jongen, die zijn plek in de wereld nog niet gevonden had. Dankzij zijn ziekte zou hij die ook nooit vinden.
In het kantoortje werd veel muziek gedraaid, waaronder ook muziek uit het progressief-linkse verleden van mijn moeder. Eén plaat werd, op verzoek van Marcel, helemaal grijs gedraaid. Het ging om de liedjes van de afgelopen zaterdag overleden Jean Ferrat, en één lied in het bijzonder: C´est beau la vie. Dit was het nummer dat Marcel, die niet al te lange tijd later definitief opnieuw in zijn psychoses zou verzinken, ervan overtuigde dat het leven de moeite waard was.
En Jean Ferrat wilde ook zingen voor mensen als Marcel. Hij wilde de steun en toeverlaat zijn van mensen die het in de maatschappij niet getroffen hadden. In Nederland is hij vooral bekend vanwege het nummer La Montagne, omdat het gecoverd is door Wim Sonneveld, als Het Dorp. Dit lied geeft uiting aan het nostalgisch-elegisch wereldbeeld van Ferrat, maar het maatschappelijk engagement, en de voorkeur voor het communisme komt er niet uit naar voren. Dit komt tot uiting in werk dat minder bekend is. Soms in tamelijk kitscherige vorm, zoals in het nummer Cuba Si. Maar soms ook in een vorm waarbij zijn talent optimaal tot uiting komt. Voor het genoegen van de GC-lezer, hier het meesterwerk van Ferrat: het nummer ´Potemkine´, hier als ´soundtrack´ bij beelden uit de film van Sergei Eisenstein.