Wetsvoorstel: geen voorrang voor vergunninghouders, deel 2
Aanstaande woensdag hervat de Tweede Kamer het debat over het wetsvoorstel van Alexander Kops (PVV), dat een verbod beoogt op het toewijzen van sociale huurwoningen aan vergunninghouders (asielzoekers met een verblijfvergunning).
Het wetsvoorstel loopt achter de feiten aan en zou dus eigenlijk van de agenda gehaald kunnen worden. Het eerste deel van het debat maakt twee dingen duidelijk:
Er is geen meerderheid in de Tweede Kamer voor het wetsvoorstel. Alleen JA21, Groep van Haga, FvD en BBB zijn voorstanders, samen met de PVV goed voor 29 stemmen. Zelfs met de VVD (34 stemmen) kan er geen meerderheid worden behaald.
De PVV verdedigt het wetsvoorstel met voorbeelden waaruit geen enkel sjoege blijkt van kennis van zaken. Een exemplarisch voorbeeld:
PVV-Kamerlid Machiel de Graaf opende het debat met een betoog dat de complexe huisvestingsproblematiek van vergunninghouders tot enkele, bijna cartooneske schetsen terugbracht. Op dezelfde wijze pareerde De Graaf vragen uit de Kamer.
Zo wilde CDA-Kamerlid Geurts van hem weten hoe gemeenten de halfjaarlijkse taakstelling voor vergunninghouders voor elkaar moeten krijgen? Dat probleem zou er volgens De Graaf helemaal niet zijn als andere landen meer vluchtelingen opvangen.
Als voorbeeld schudt De Graaf Kazachstan uit zijn mouw: “(…) ongeveer 80 keer zo veel landoppervlak als Nederland. Het heeft 1 miljoen inwoners minder. Het is rijk aan gas en olie. Ze hebben twee ziekenhuisbedden per 1.000 inwoners meer dan Nederland. Joepie, gezondheidszorg! Dat is een welvarend land waar het vrij goed gaat en waar heel veel ruimte is om heel veel asielzoekersdorpen te bouwen.”