Sarewitz en de politiek van kansberekeningen

De kans is 95% dat er een aardbeving plaatsvindt in California. Maar de waarde die men aan zo’n kansberekening hecht, is sterk afhankelijk van de context, schrijft onderzoeker Marlous Blankesteijn. Door California loopt langs de kust een aardbevingszone: de zogenaamde San Andreas-breuk, die zo actief is dat er altijd een verwachting is van “the next big one”. In 1985 schatten seismologen dat het voor 95% zeker was dat er voor 1993 een volgende aardbeving zou plaatsvinden in bepaald deel van de breuk. De schatting was gebaseerd op een goede statistische analyse van eerdere aardbevingen en werd bevestigd door de seismologische wetenschappelijke gemeenschap. De aardbeving kwam niet. En wat misschien wel verrassender is, niemand maakte zich er echt druk om. Het gebied waar de aardbeving voorspeld werd – het Parkfield segment – is vrijwel leeg. Hoe anders was het geweest als seismologen hadden voorspeld dat de aardbeving in het dichtbevolkte San Francisco zou plaatsvinden. Dat ligt ook op de San Andreas breuk. Zou dan ook maar iemand zich druk gemaakt hebben? Het voorbeeld is van Daniel Sarewitz, Amerikaans hoogleraar Science & Society, tijdens de nazomerborrel van het Rathenau Instituut afgelopen woensdag. De kern van zijn betoog was dat onzekerheden zich uitvergroten in het politieke debat als zulke bevingen in dichtbevolkt stedelijk gebied worden voorspeld. Ze worden dan al snel een politiek probleem. In een dunbevolkt gebied worden ze kleiner, acceptabeler en blijven vooral een wetenschappelijk bevinding.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.