Sarewitz en de politiek van kansberekeningen

Foto: flosofl (cc)

ANALYSE - De kans is 95% dat er een aardbeving plaatsvindt in California. Maar de waarde die men aan zo’n kansberekening hecht, is sterk afhankelijk van de context, schrijft onderzoeker Marlous Blankesteijn.

Door California loopt langs de kust een aardbevingszone: de zogenaamde San Andreas-breuk, die zo actief is dat er altijd een verwachting is van “the next big one”. In 1985 schatten seismologen dat het voor 95% zeker was dat er voor 1993 een volgende aardbeving zou plaatsvinden in bepaald deel van de breuk. De schatting was gebaseerd op een goede statistische analyse van eerdere aardbevingen en werd bevestigd door de seismologische wetenschappelijke gemeenschap. De aardbeving kwam niet. En wat misschien wel verrassender is, niemand maakte zich er echt druk om. Het gebied waar de aardbeving voorspeld werd – het Parkfield segment – is vrijwel leeg.

Hoe anders was het geweest als seismologen hadden voorspeld dat de aardbeving in het dichtbevolkte San Francisco zou plaatsvinden. Dat ligt ook op de San Andreas breuk. Zou dan ook maar iemand zich druk gemaakt hebben? Het voorbeeld is van Daniel Sarewitz, Amerikaans hoogleraar Science & Society, tijdens de nazomerborrel van het Rathenau Instituut afgelopen woensdag. De kern van zijn betoog was dat onzekerheden zich uitvergroten in het politieke debat als zulke bevingen in dichtbevolkt stedelijk gebied worden voorspeld. Ze worden dan al snel een politiek probleem. In een dunbevolkt gebied worden ze kleiner, acceptabeler en blijven vooral een wetenschappelijk bevinding.

Maatschappelijke controverses

Momenteel werkt het Rathenau Instituut aan een rapport over recente maatschappelijke controverses waarin wetenschap en beleid een rol speelden. Het rapport verschijnt dit najaar. Cases die ten grondslag liggen aan deze studie gaan over inentingen tegen baarmoederhalskanker, ondergrondse CO2-opslag, de vermeende schadelijkheid voor de gezondheid van mobiele zendmasten in de directe woonomgeving et cetera. Kansberekeningen spelen daarin vaak een belangrijke rol.

De kans op het ontwikkelen van baarmoederhalskanker uit een besmetting met een bepaalde variant van het Humaan Papilloma Virus is niet heel groot – veel kleiner dan de kans was om vroeger polio te krijgen toen daar nog niet tegen werd ingeënt. Toch wordt overgegaan tot opname van een vaccin tegen de virusvariant in het Rijksvaccinatieprogramma.

Kans op aardbevingen

De kans dat de aardbevingen in het noordoosten van Groningen een gevolg zijn van de gaswinning door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) wordt nu ook door de gaswinner zelf als vrij groot ingeschat. Analoog aan de casus rond vaccinatie zou je verwachten dat de rem wordt gegooid op gaswinning. Want als bij een kleine kans op baarmoederhalskanker wordt geënt op grond van het voorkomen van een paar honderd ziektegevallen – en het is geenszins mijn bedoeling om deze gevallen te bagatelliseren – zou bij een grote kans op bevingen en alle bijkomende schade en stress bij de Groningers subiet moeten worden gestopt. Dat is niet wat er gebeurt.

Het bewijst het punt van Sarewitz. Kansberekeningen om onzekerheden te kwantificeren worden door wetenschappers gemaakt. Maar de waarde die eraan toegekend wordt is niet absoluut, niet één op één vertaalbaar in een beleidsbeslissing, maar contextafhankelijk. Het zijn politici die de risico’s wegen tegen maatschappelijke, technische en economische achtergronden. Soms in samenspraak met wetenschappers, ingenieurs, bedrijven en burgers – soms ook niet. Dat is op zich al interessant.

Radioactief afval

Maar nog interessanter wordt het als we de vraag stellen wat er wordt meegenomen in die weging van risico’s. Sarewitz haalde tijdens zijn lezing een voorbeeld uit Zweden. Er werd door de nationale overheid gezocht naar een plek om radioactief afval op te slaan. Het selecteren van een geschikte locatie, wetenschappelijk onderbouwd uiteraard,  leidde tot gedoe. Geen gemeente die er aan wilde. Tot er werd besloten om gemeentes uit te nodigen zich kandidaat te stellen en de ‘winnaar’ een financiële bonus in het vooruitzicht te stellen. Een idyllisch plaatsje genaamd Östhammar, met een uitstraling zo fris als een interieur in de IKEA-gids, meldde zich en won.

Zo banaal als een financiële tegemoetkoming kan het benodigde gewicht zijn om de weegschaal te laten overhellen naar de andere kant, naar ‘kom maar op met dat afval’. Patstelling doorbroken. Grote kans (!) dus dat er al een wereld gewonnen is door, op het moment dat die weging plaatsvindt, op tijd de dialoog aan te gaan en zorgen en belangen daarin aan bod te laten komen.

Marlous Blankesteijn is onderzoeker bij de afdeling Science System Assessment van het Rathenau Instituut.

Reacties (2)

#1 bullie

Statistical base rates are important to consider in many types of problems, but unless people have formal training in statistics, they mostly ignore them. And this is especially true in cases where there is other information available to draw our attention away from the base rate. As Kahneman explains, “statistical base rates are generally underweighted, and sometimes neglected altogether, when specific information about the case is available” (loc. 3091).

Daniël Kahneman Thinking, Fast & Slow
http://www.youtube.com/watch?v=5SFnLDBSSmQ

  • Volgende discussie
#2 roland

“zou bij een grote kans op bevingen en alle bijkomende schade”
Veronderstelt schade bij elke beving in het Groningse gasveld.
http://www.speld.nl/2013/02/08/internationale-hulp-na-aardschok-groningen/

  • Vorige discussie