Hulspas weet het | Repliceren? Doe maar niet!

Het zou een Grote Schoonmaak worden. Het rommelige huis van de sociale psychologie zou eindelijk op orde worden gebracht. Dat waren de woorden die de deskundigen zo'n twee jaar geleden geregeld in de mond namen. En het was ook hoog tijd. Ze werden in die tijd toch écht ingehaald door het replicatieprobleem. Iedereen wist al jarenlang dat het vaak lastig was om onderzoeksresultaten te repliceren (en schandalen zoals die rond Diederik Stapel hadden het vakgebied nog eens extra verdacht gemaakt) dus toen een paar jaar geleden verschillende initiatieven startten om nu een systematisch replicatie-onderzoek te doen, was iedereen daar dolblij mee. De resultaten zijn inmiddels bekend. Pakweg zestig procent van de onderzoeken kwam niet ongeschonden door de herhaling. Vaak bleek het met veel aplomb gepubliceerde resultaat veel kleiner uit te vallen. Soms bleef er helemaal niks over. Die povere resultaten waren reden voor een diepgaand zelfonderzoek. (Dat kun je aan psychologen wel toevertrouwen.) Buiten het vakgebied werden ze vooral gezien als het bewijs dat dit soort onderzoek grotendeels flauwekul is. Nepwetenschap, opgebouwd uit selecte steekproeven, knullige onderzoeksopzetten, verdachte statistiek en het masseren van de cijfers. Zoiets zou een serieuze tak van wetenschap toch niet overkomen! Of wel.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022
Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Hulspas weet het | De dokter wanhoopt nooit

COLUMN - Het is een ijzeren medische wet: de dokter blijft altijd optimistisch. Die wil altijd verder gaan. Die heeft altijd wel een andere aanpak, een experimenteel middel… maar opgeven, nee. Opgeven is het voorrecht van de patiënt. Pas als dié de handdoek in de ring gooit, mag de dokter berusten in het onvermijdelijke. Tot die tijd, blijft hij geloven in een goede afloop.

Een ultiem voorbeeld van deze onverwoestbare geestesgesteldheid was de uitspraak van de Utrechtse hoogleraar René Bernards nu drieënhalf jaar geleden in De wereld draait door dat ‘de meeste vormen van kanker’ over give or take twintig jaar chronische ziekte zouden zijn. De wetenschap had kanker zo’n beetje ontrafeld, vertelde hij (ongetwijfeld tot verbazing van veel collega’s) en het initiatief lag nu bij de industrie om al die kennis om te zetten in nieuwe therapieën. Het klonk fantastisch – en daarom zat hij daar ook.

Zijn woorden gingen vervolgens het land door als betrof het een zeer gewaagde uitspraak. En een keiharde belofte, want afkomstig uit de mond van een veelbelovende wetenschapper. Maar het hoeft geen betoog dat een dergelijke voorspelling nauwelijks iets voorstelt. Veel vormen van kanker waren drie jaar geleden al gedurende geruime tijd onder controle te houden. En als doktoren daar steeds beter in slagen (en mede gezien het feit dat verreweg de meeste kankerpatiënten, wanneer de diagnose wordt gesteld al een gezegende leeftijd hebben bereikt) wordt de kans dat een andere doodsoorzaak de kanker vóór zal zijn, niet denkbeeldig. Maar wat kan de farmaceutische industrie ons nog bieden? Is ze überhaupt op de goede weg?

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

De blunders van Pink Ribbon

De jaarlijkse campagne van Pink Ribbon eindigde ditmaal met een triest dieptepunt. In het programma Nieuwsuur waren valide zorgen geuit over de besteding van het ingezamelde geld. Er bleken enorme bedragen op de plank te liggen: eind 2009 ging ‘t om ruim 3 miljoen, wat in april 2011 was aangegroeid tot 7 miljoen. Waarom geld inzamelen als je het niet uitgeeft?

Bovendien maakt de stichting haar doelen niet waar. Pink Ribbon zegt in haar jaarverslagen dat 15% van het opgehaalde geld naar kankeronderzoek gaat. Maar onder die 15% schaarden ze ook de voor onderzoek geoormerkte bedragen die A Sister’s Hope en het KWF hadden ingezameld; Pink Ribbon mocht kiezen naar welke kankeronderzoeken dat geld ging. Dat kun je dan toch moeilijk als eigen besteding van Pink Ribbon bestempelen.

Pink Ribbon hield twee dagen lang vol dat zij heus 3 miljoen aan wetenschappelijk onderzoek had besteed. Ik dook in de cijfers: ik pakte hun jaarrekeningen erbij, trok lasten van baten af en telde posten bij elkaar op. Al snel besefte ik dat het enige geld dat Pink Ribbon van 2007 tot en met 2010 aan kankeronderzoek had besteed, die 3 miljoen van het KWF en A Sister’s Hope waren…

In die vier jaar heeft Pink Ribbon bijna 1,6 miljoen uitgegeven aan voorlichting en bewustwording, 5,75 miljoen aan psychosociale projecten, 2,3 miljoen aan de eigen organisatie, en nul euro aan kankeronderzoek. Ik zette mijn berekeningen in een spreadsheet en publiceerde een lang stuk op mijn blog: Pink Ribbon in cijfers.