COLUMN - Onze bureaucratie woekert maar door.
We hebben zo’n 25 GGD’en in Nederland, elk met een eigen registratiesysteem, wat nogal lastig bleek te zijn toen medewerkers van callcenters er afspraken voor coronatesten en de uitkomsten daarvan in moesten registreren. Ze waren veel tijd kwijt met het uitzoeken hoe elke GGD de gegevens gebruikte. Ook bleek het systeem lek.
We hebben tegenwoordig circa 19 manieren om vast te leggen of iemand al tegen corona is gevaccineerd, en zo ja, waarmee en wanneer. Terwijl we ongeveer weten hoeveel mensen er in Nederland zijn gevaccineerd, is er op centraal niveau geen enkel zicht wie dat zijn, zodat het plan voor een coronapaspoort in duigen viel. Daarop kwam men op het idee het oude vaccinatieboekje te gebruiken, maar sommige regio’s waren daar aanvankelijk dan weer op tegen.
Bij de Jeugdbescherming zijn grote wachtlijsten. Hoeveel kinderen en gezinnen daar in totaal wachten totdat ze iemand krijgen toegewezen, weet niemand: er is geen centrale registratie, en elke regionale jeugdbeschermingsorganisatie pakt de wachtlijstenregistratie anders aan.
Tegelijkertijd wordt het beleid noch de uitvoering ervan beter van al die bureaucratie. In tegendeel.
Voor het aanvragen van zorg voor zulke kinderen heeft elke gemeente weer andere systemen ingericht. Ik leerde afgelopen weekend dat jeugdbeschermers onderling appgroepjes hebben waarin ze elkaar helpen uitzoeken voor welke hulp in welke gemeente ze welk aanvraagformulier moeten gebruiken. Overal moet dat namelijk anders. Het kost ze handenvol tijd – en ze hebben maar twee uur per week, per gezin. Dan is hun budget op.