Fantoomterreur
RECENSIE - Misbruik van angst voor aantasting van de bestaande orde is van alle tijden.
In De Fantoomterreur laat Adam Zamoyski zien hoe reactionaire leiders tijdens de Franse Revolutie en in de restauratie-periode daarna revolutiedreiging gebruikten om hun politie en inlichtingendiensten te versterken en burgerlijke vrijheidsrechten aan banden te leggen.
Na de Slag bij Waterloo, nu 200 jaar geleden, begon in Europa een tijdperk van restauratie. De overwinnaars van Napoleon herstelden de macht van de adel en de absolutistische vorsten. Maar de geest van de Franse Revolutie bleef bestaan. Alles wat ook maar in de verste verte leek op een poging om de verworvenheden van die revolutie te herstellen werd in de eerste decennia van de 19e eeuw hardhandig de kop in gedrukt. In heel Europa ontstonden tijdens en na afloop van de Franse Revolutie professionele inlichtingenapparaten die de basis zouden gaan vormen voor de uitgebreide staatscontrole later in de 19e en 20e eeuw.
Zamoyski, een Engelse historicus van Poolse komaf, laat aan de hand van gedetailleerde beschrijvingen zien dat de anti-revolutionaire politie- en spionagenetwerken die begin 19e eeuw ontstonden voor een groot deel gebaseerd waren op spookverhalen, geruchten, irreële angsten en opgeblazen berichten over niet bestaande samenzweringen. In zijn voorwoord schrijft hij dat deze geschiedenis hem steeds meer deed denken aan wat er in de huidige tijd gebeurt. De angst voor verandering, chaos en onzekere tijden is een nuttig instrument voor machthebbers. Onder het mom van bescherming van de burgers ontnemen zij hen grondrechten en vrijheden, maar waar het werkelijk om gaat is het in stand houden en versterken van de bestaande machtsstructuren. Zamoyski zegt dat hij de verleiding nauwelijks kon weerstaan om parallellen te trekken tussen de Oostenrijkse kanselier Metternich of de Russische tsaren en hedendaagse Britse of Amerikaanse leiders. Hij laat het aan de lezer over. En dat levert een buitengewoon interessant en spannend boek op.