Ideeëndiefstal, plagiaat en auteursrechten in het ^C ^V tijdperk
Een gastbijdrage van about:
De klassieke opvatting is dat plagiaat, het knippen en plakken zonder bronvermelding, zonder meer verboden is. En het is daartegenover een veelvoorkomende gedachte dat je zulk plagiaat het makkelijkste kunt vermijden door wat je zou willen citeren in je eigen woorden te herformuleren. Hertaald? Klaar is Kees. Maar dat is natuurlijk niet helemaal juist: zo’n navertelling plagieert immers de ideeën wel, ook al zijn de woorden anders. Het blijft ideeëndiefstal, dus in de oude termen: plagiaat.
Het is bij hertaling immers ook niet zonder meer duidelijk waar de grens ligt. Als je na het knippen en plakken wat bijschaaft en een derde van de woorden verandert in zelfgekozen equivalenten, als je wat bijvoeglijke naamwoorden weg laat en elders wat toevoegt, en als je de loop van het verhaal, de redeneringen en de alinea’s een beetje bijstelt, is het dan nog plagiaat of niet?
Het schoolse idee dat dit geen plagiaat meer zou zijn en tegelijkertijd zelfs bronvermelding overbodig zou maken (want je wil natuurlijk niet betrapt worden – schijnheiligheid troef!), dat misverstand ontstaat omdat van zo’n bijgeschaafd verhaal de oorspronkelijke bron niet meer zo makkelijk terug te vinden is. Althans, door de zoekmachines dan.
Een goede lezer ziet het vaak wel, dat het geleende ideeën zijn, dat het betoog een beetje krom loopt, en de goede lezer kan misschien zelfs makkelijk onderkennen waar het verhaal oorspronkelijk vandaan komt. Voorbeelden? Wie kent niet bijvoorbeeld Pinoccio? Van Disney? Of Robin Hood, van Disney? Wie kent niet de Muppets film, van Disney? Of de sprookjes De Gelaarsde Kat, Hanzl und Gretl, of Bliksem McQueen, uit Cars, van Disney? Of, weer van Disney, de film de Lion King?