Drie kleine partijen hebben samen veel macht. Samen kunnen ze het richtingloze voorspel voor het echte onderhandelen een duwtje geven, zodat de formatie eindelijk kan starten. Dan moeten Segers, Ploumen en Klaver samen wel iets doen wat ze niet gewend zijn: hun macht gebruiken.
Over rechts of met de SP
Laten we eerst kijken naar wat er op de flanken mogelijk is aan meerderheidscoalities, want op die laatste is Rutte nog steeds uit. In theorie is er over rechts, hoe onwaarschijnlijk ook, nog wel iets mogelijk. Een coalitie van 6 partijen, bestaande uit VVD (34), CDA (15-1), PVV (17), FvD (8-3), Ja21 (3) en de SGP (3) heeft op dit moment 76 Tweede kamerzetels. Als Maxime Verhagen nog partijleider was geweest, had hij het zeker geprobeerd. Maar los van de door diverse partijen uitgesloten PVV en FvD zitten er met het CDA en FvD twee instabiele partijen tussen. En oud zeer kan samenwerking tussen FvD en Ja21 in de weg zitten. Al met al weinig kansrijk.
Iets minder onrealistisch lijkt een optie met de SP. Voor de VVD zou dat samengaan met CDA en D66. Maar dan zou iemand een onwillige SP, een instabiel CDA en twee (neo)liberale partijen bijeen moeten brengen. En ze komen in de Eerste Kamer ook nog veel zetels tekort. Een eerste inhoudelijke verkenning over prangende sociaal economische thema’s - denk aan de woningmarkt en de arbeidsmarkt - zal snel de laatste blijken.
De zes hoofdrolspelers
Dan kom je uit bij de middenpartijen, waarvan met name de VVD (34) en D66 (24) tot elkaar veroordeeld zijn. Samen vertegenwoordigen zij 58 zetels. En met D66 betekent eigenlijk automatisch zonder PVV, FvD, Ja21 en de SGP. Dan blijven over het CDA, de ChristenUnie en het linkse wolkje PvdA en GroenLinks. Deze 6 partijen kregen bij de verkiezingen samen 95 zetels.
Rutte en Hoekstra concluderen vervolgens dat die 95 zetels helemaal niet nodig zijn. Gisteren heette het eensgezind dat ze met 4 partijen willen onderhandelen. En dus niet met vijf. Met PvdA, of Groenlinks, maar niet met het hele wolkje. Liever nog zetten ze de huidige coalitie voort, die zonder Omtzigt nog 77 zetels telt. Maar dan moet Segers wel bewogen worden om z’n eigen piketpaaltjes weer te verwijderen.
Maar ga je ervan uit dat de volgende coalitie uit deze zes partijen moet worden gedestilleerd, dan kun je ook een andere conclusie trekken. Namelijk dat er zonder ChristenUnie, de PvdA en GroenLinks eigenlijk niets mogelijk is. En dat biedt deze drie partijen de mogelijkheid om met elkaar af te spreken onder welke voorwaarden ze mee willen werken.
Het rugzakje van het CDA
Er is nog een bijkomend getalsmatig voordeel voor iedereen die niet zo heel rechts is. En dat is dat van die zes partijen ook het CDA overbodig kan worden verklaard. VVD, D66, CU, PvdA en GroenLinks hebben samen 80 zetels.
Niet onbelangrijk gezien het rugzakje dat het CDA meebrengt aan de coalitietafel. Daarin, het probleem Omtzigt, de campagnefinancieringscorruptie, het wankele leiderschap, de onopgehelderde partijlijntjes in de Sywert mondkapjeszaak, een partij waarvan de voorzitter net is opgestapt. En laten we één van haar grootste afdelingen niet vergeten, de provincie Limburg. Daar is sprake van een stelselmatige verduistering van het begrip integriteit.
Kortom, tegenover het linkse wolkje ligt het christendemocratische drijfzand, waar geen stabiele coalitie op te bouwen is.
Een gedoogakkoord voor meer tegenmacht
Elke partij die de motie van afkeuring tegen Rutte steunde heeft wat uit te leggen als hij met Rutte in een kabinet stapt. Maar in een kabinet stappen is niet perse nodig om toch een regering te helpen vormen. Er bestaat een tussenvorm, die enkele jaren geleden nog met weinig succes is beproefd, maar die met een kleine aanpassing best kan functioneren. Een gedoogakkoord.
Die drie kleine partijen kunnen een concept gedoogakkoord schrijven dat in grote lijnen weergeeft welk beleid zij ondersteunen. Ploemen, Klaver en Segers moeten zo’n akkoord in een paar dagen op papier kunnen zetten, gewoon zonder informateur (en liefst in Le Bistroquet, als dat nog bestaat). En de belangrijkste onderlinge afspraak die ze moeten maken is dat ze samen optrekken. Want zonder de 22 zetels die ze gezamenlijk vertegenwoordigen valt er weinig te regeren. Maar alleen samen hebben ze macht.
Op basis van een concept gedoogakkoord stellen ze VVD en D66 voor een coalitie te vormen. Een coalitie die ze in beginsel steunen, zolang het in lijn blijft met het nog uit te onderhandelen gedoogakkoord. Want er zal natuurlijk onderhandelt moeten worden, tussen VVD en D66 en later ook met de drie gedoogpartners. Maar het helpt dat er dan eigenlijk geen alternatief is. Dus komen ze eruit en krijgen we een coalitie van VVD en D66, gedoogd door de PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie.
Eén belangrijk verschil met het gedoogakkoord van de PVV moet er wel zijn. De gedogende partijen leveren ieder één minister. Dan zullen ze zich, meer dan Wilders tijdens Rutte I, wel committeren aan het kabinet. Maar de gedogende partijleiders blijven zelf in de Kamer zitten.
Voordelen
Elke constructie anders dan een meerderheidskabinet geeft de Tweede Kamer meer macht en zorgt dus voor meer tegenmacht. Twee maanden terug was iedereen het erover eens dat dat nodig was. Die belofte wordt op deze manier ingelost.
De voordelen voor de gedogers, de PvdA, GroenLinks en de ChristenUnie, is wel macht en invloed, zonder zich volledig aan Rutte uit te leveren. Met name voor Segers een belangrijk punt. En het zijn partijen die het land bestuurbaar willen houden en dat begint toch echt met een bestuur.
D66 zal zo’n constructie toejuichen, omdat met rechts van haar de VVD en links van haar PvdA en GroenLinks, zij het natuurlijke midden van zo’n coalitie zal vormen. Ze zal alleen vanwege de ChristenUnie op medisch-ethisch terrein stilstand moeten accepteren.
Voor Rutte is dat gedogen eigenlijk ook een voordeel. Zo kan hij wel de steun van linkse partijen krijgen, maar toch zeggen dat hij niet met links regeert. Dat schijnt voor lezers van de T van belang te zijn. Bovendien ontvlecht het de kwestie Omtzigt uit de formatie en komt zijn gewenste vierde kabinet in het zicht.
En iedereen die tegen een volgend kabinet Rutte is kan zich troosten met twee gedachten. Om te beginnen de parlementaire enquetes die eraan zitten te komen. Het kan niet anders dan dat die zullen uitwijzen dat een eerder kabinet onder leiding van Rutte iets, of van alles fout gedaan. De uitkomsten van die enquêtes, mag hij als zittend premier dan zelf in ontvangst nemen. Daarnaast betekent een gedoogakkoord en meer tegenmacht, dat de kamer makkelijker de stekker uit Rutte IV zal trekken.
Schaak
Rutte zal het niet waarderen dat drie kleine partijen zo het initiatief naar zich toe trekken. Want het brengt hem in een positie waar hij niet graag zit, maar waar hij er wel iets mee moet.
Zo’n pact maakt de drie voor hem denkbare coalities onmogelijk - VVD, D66, CDA met één van die drie kleine partijen. En tegelijkertijd krijgt hij een aanbod - regeer met D66 en wij gedogen het kabinet - waarmee het initiatief bij hem komt te liggen. Kan hij dan nog iets anders dan daar, schoorvoetend, in mee gaan?
Daarbij komt dat het verstrijken van de tijd, voor er überhaupt een serieuze formatiepoging wordt gedaan, niet in zijn voordeel is. Op een gegeven moment zal hij moeten gaan uitleggen, waarom hij, als leider van de grootste partij, maanden na de verkiezingen nog niet eens aan het onderhandelen is. “Is hij nog wel in staat om partijen bij elkaar te brengen?” “Geniet hij voldoende vertrouwen?” En dan zal uiteindelijk ook de vraag weer terugkomen, of Rutte nog wel de juiste persoon op de juiste plek is.