Beppe Grillo over economie
Vermakelijk verhaal van Grillo. Maar op essentiële onderdelen rammelt het natuurlijk.
Deze en volgende week bespreekt Paul Teule het boek ‘Geld en duurzaamheid: van een falend geldsysteem naar een monetair ecosysteem’ van Bernard Lietaer. Vandaag deel 1: hoe kunnen we ons geldsysteem enten op de natuur? Bernard Lietaer houdt zich al decennia bezig met geld. Als bankier, investeerder, onderzoeker en als activist. Zijn ideaal: een monetair systeem met meerdere valuta dat weerbaarder, duurzamer en eerlijker is. Dit is ook de hoofdboodschap van het boek ‘Geld en duurzaamheid’. Ons huidige monetaire systeem is in feite een ‘monetaire monocultuur’: we betalen één officiële munt, alleen banken mogen geld scheppen, en geld levert rente op. Volgens Lietaer leidt dat niet alleen tot kortetermijndenken en sociale wantoestanden, ook het systeem zélf is instabiel.
Vermakelijk verhaal van Grillo. Maar op essentiële onderdelen rammelt het natuurlijk.
Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.
Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.
Joris Luyendijk schrijft tegenwoordig (vanaf 1 juni) voor de Guardian over wat er zoal gebeurt in het financiële hart van Londen, meldde het NRC afgelopen Maart. Hij zou als een webloggende antropoloog het gedrag van de Indianenstam in kaart brengen die bekendstaat als ‘The City’.
Luyendijk komt meteen met een tip waar de Sargasso-lezers ook van zullen smullen.
In hartje Londen heeft iedereen het nu over het laatste werk van filmmaker Adam Curtis: All Watched Over By Machines of Loving Grace. Daarin laat Curtis zien hoe het idee dat de wereld bestaat uit systemen die zichzelf in balans brengen fuseerde met utopische verwachtingen van wat computer-connectiviteit teweeg zou brengen, en uiteindelijk zijn weerslag had op de voorstelling van een ‘global economy’ en de wenselijkheid van zelfregulerende (financiële) markten.
De documentaire is in twee drie delen van elk een uur, waarvan er inmiddels twee door de BBC zijn uitgezonden; en ik begreep er niet veel van totdat ik deel twee had bekeken, die eigenlijk het grondwerk legt voor het eerste deel.
Vandaar dat ik ze hier even in omgekeerde volgorde neerzet:
Adam Curtis kreeg grote bekendheid met zijn documentaires ‘The Century of the Self‘ (2002), over de invloed van Freud op Public Relations en de wijze waarop bedrijven en politiek de massa trachten te beïnvloeden, en ‘The Power of Nightmares‘ (2004), over de spiegelfunctie van het Neoconservatisme en islamitisch terrorisme.
De Tweede Kamer ontving recent een wetsvoorstel waar ik een heel dubbel gevoel van krijg. Maar voordat ik het uitleg, leest u eerst zelf twee belangrijke stukken uit de memorie van toelichting:
“Dit wetsvoorstel breidt de thans geldende regels voor het melden van stemmen, kapitaal, zeggenschap en kapitaalbelang in uitgevende instellingen in de Wft uit met een meldingsplicht voor bepaalde cash settled instrumenten.1 Voornoemde instrumenten kunnen door de houder ervan worden gebruikt om de uitoefening van stemrechten op de onderliggende aandelen te beïnvloeden, zonder dat hier een juridische aanspraak op bestaat. Daarnaast kunnen deze instrumenten de houder ervan onder omstandigheden in de gelegenheid stellen om, eenvoudiger dan zonder het instrument het geval zou zijn, een belang te verwerven in een beursvennootschap. Het gaat hierbij onder meer om contracts for difference en total return equity swaps.2 Deze instrumenten vallen thans niet onder het bereik van hoofdstuk 5.3 van de Wft.”
Bent u er nog?
In mijn woorden: als een bedrijf1 via een of andere financiële constructie een groot belang heeft bij bedrijf2, dan kan dat belang zich uit strekken tot de aandelen die bedrijf2 bezit in bedrijf3. Dit moet dan gemeld worden.
De goede kant van dit wetsvoorstel is dat het een poging doet de markt en belangen transparant te maken. Dit is in lijn met het betoog dat u een tijd geleden via een waanlink kon lezen.
Maar aan de andere kant ga je weten extreem gedetailleerd maken om ervoor te zorgen dat allerlei complexe financiële constructies correct gedekt worden, maar doe je niets aan de onderliggende problematiek.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
Dit is wederom een gastbijdrage van Paul Teule.
Moeten banken de economie aanjagen of ondersteunen? Kort samengevat is dat de vraag die drie hoogleraren economie zich afgelopen vrijdag stellen. Is de economie het beste gebaat bij een zelfstandige financiële sector die eigenstandig groeit en innoveert? Of bij een dienstbare financiële sector, die geld beheert, ondernemingen helpt, en met betaal- en transactiediensten zorgt dat we allemaal aan de ‘echte’ economie deel kunnen nemen? Hoogleraren Beck, Boot en Degryse neigen naar het laatste, hoewel ze eigenlijk niet zeggen waarom.
Ik denk dat niemand het antwoord weet. Een vergelijkbare, onmogelijke vraag die je veel hoort is: Welke financiële innovaties baten de ‘echte’ economie? Oud-Federal Reserve president Paul Volcker zei eens dat de laatste waardevolle uitvinding in het bankwezen de pinautomaat was. Toch zijn financiële producten die schommelingen van olieprijzen of wisselkoersen afdekken, wel degelijk nuttig. Bedrijven kunnen daarmee zekerheid kopen en zich met een gerust hart toeleggen op hun ‘reële’ activiteiten. Ook zijn de onbegrijpelijke derivaten die risico’s verdoezelen en klanten misleiden overduidelijk onnuttig. Over alles er tussenin…tja.
Dit maakt de vraag of we academisch (technisch) toptalent wllen inzetten voor financiële innovatie of op ‘reële’ innovatie, ook zo lastig te beantwoorden. Beck, Boot en Degryse merken in een voetnoot op dat veel goede studenten aan het ‘transactiebankieren’ zijn geslagen. LibDem-voorman Nick Clegg spoorde de Britten aan weer iets ‘echts’ te gaan maken, “instead of just betting on things on computer screens in the City of London.” De Britse topondernemer Dick Olver vindt zelfs dat The City technisch talent “stroopt”. Maar wat gaan dat talent dan in de ‘echte’ economie doen? Het nut van sleutelen aan schone energie, medische technologie, of aan de Googles en Ipods van morgen kan ik me voorstellen. Maar de ‘echte’ economie bestaat ook uit de clusterbommen van Dick Olver’s BAE Systems… De New New Economics Foundation (NEF) doet een dappere poging om de maatschappelijke waarde van beroepen in kaart te brengen. Schoonmakers zouden meer waard zijn dan bankiers of accountants. Maar ik weet niet wat ik van hun rekenmethode moet vinden.
Crosspost: Het nu volgende stuk van Steeph verschijnt simultaan op Sargasso en GeenCommentaar.
Financiële instellingen moest je de afgelopen jaren vooral niet hinderen met belastingen of sturing. Ze maakten immers fantastische nieuwe financiële producten die de gehele wereldeconomie opstuwden. Een remming zou zelfmoord zijn voor de economie in een land.
Nu blijkt al die groei gebakken lucht te zijn geweest die sneller verdwijnt dan ze kwam. De bankiers die er jarenlang van geprofiteerd hebben genieten nu na en de rest van de belastingbetalers kan voor de schade opdraaien.
Een beter moment voor een discussie over het introduceren van de Tobin Taks is er niet. Maar dan niet de Tobin Taks 1.0. Die richtte zich te zeer alleen op de valutahandel. Een oplossing voor een probleem uit het verleden.
Wat we nodig hebben is een Tobin Taks 2.0. Een kleine belasting op alle financiële handelstransacties tussen banken en wat dies meer zij. Pakketje leningen doorschuiven? 1%. Short gaan op Aegon? 0,5%. Miljard Yen omzetten naar Euro? 0,1%. En zo verder.
De percentages hoeven niet eens zo hoog te zijn om effect te hebben. Op het hoogtepunt van de pre-kredietcrisis hausse wisselden sommige banken iedere nacht een kwart van hun korte termijn verplichtingen uit. Dat wordt snel minder rendabel.
En het primaire doel van de belasting is dan niet zozeer een zware rem zetten op de handel, want dat lijkt nogal moeilijk te zijn, maar meer om een garantiepot op te zetten. Prima dat banken leuke dingen verzinnen, maar de staat (en de belastingbetaler) kan alleen garant staan als ze wat risico-afdrachten hebben ontvangen. Het belasten van de “gewone” winst is daarvoor onvoldoende.
Geen Tobin Taks, geen redding van banken in de toekomst. Gewoon bij wet vastleggen.
Verder zal het natuurlijk wel een rem hebben op de complexe producten die snel van eigenaar wisselen. De stapeling van belastingen bij iedere overdracht maakt dat onaantrekkelijk. Maar dat is, gegeven de ervaring van de afgelopen jaren, alleen maar een gunstige bijkomstigheid.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
Een financieel stelsel kapot maken en daarbij terloops ook nog even de wereldeconomie stevig van slag laten zijn, loont. Dat bleek wel de afgelopen jaren. Honderden miljarden hebben de bankiers en de handelaars verdiend aan de financiële windhandel. En toen alles fout ging, kregen ze ook nog eens een paar honderd miljard extra steun om de rotzooi weer op te ruimen. Best knap.
Inmiddels was iedereen het er wel over eens dat stevige veranderingen nodig waren in het huidige stelsel. Maar wat verdient iemand die dat nieuwe stelsel moet helpen opzetten? Niet veel dus. Een financieel opbouwwerker verdient ergens tussen de 2600 en de 6000 euro bruto per maand. Weinig motiverend dus. Want één ding is zeker, na een paar jaar opbouwwerk gaan anderen er toch weer veel geld aan verdienen en kan je opnieuw beginnen.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.