Aan de vooravond van de Europese Parlementsverkiezingen is het wellicht aardig eens terug te kijken op de geschiedenis van wat vandaag de dag de Europese Unie heet. Vandaar hier een overzicht van de belangrijkste inspiratoren en voormannen die de Europese gemeenschap schapen.
Op de eerste plaats staat altijd Richard Nicolaus graaf Coudenhove-Kalergi (1894-1972), Oostenrijks diplomaat en oprichter van de Paneuropese Unie slechts enkele jaren na het einde van de Eerste Wereldoorlog. De graaf droomde van een verenigd Europa waarin vrijheid, vrede en welvaart werden gedeeld. Toen zijn beweging in de jaren dertig echter door het Naziregime werd verboden en enkele jaren daarop een tweede oorlog uitbrak leek de Europese eenheid verder weg dan ooit.
De oorlog verbrijzelde echter niet geheel die toekomstvisie. Al in 1946 gaf Sir Winston Churchill (1874-1965) in Zürich een toesprak waarin hij pleitte voor Europese samenwerking. “Als Europa ooit verenigd was in het delen van haar gezamenlijke erfenis zouden er geen grenzen zijn aan het geluk, aan de vooruitgang en de glorie welke haar drie- of vierhonderdmiljoen mensen zouden genieten,” zo sprak hij. Churchill was nauwelijks een overtuigd Europeaan echter zijn verwijzing naar een “Verenigde Staten van Europa” blies het Paneuropese gedachtegoed in een klap nieuw leven in.