Ethische gedachten over zorg, hier en ginder
Een bijdrage van Toon Kasdorp.
Ik heb de laatste weken in een ziekenhuis doorgebracht en me daar onder meer bezig gehouden met gesprekken over de financiering van de zorg en over ontwikkelingshulp met kamergenoten.
Bill Gates heeft er zijn ongerustheid over uitgesproken dat Nederland van plan zou zijn haar ontwikkelingshulp te gaan verminderen, vooral vanwege de voorbeeldfunctie die Nederland en een klein aantal andere landen op dit punt jarenlang gehad hebben. Vermindering in Nederland zou met andere worden heel goed een multiplierfunctie kunnen hebben: het zou de hulp wereldwijd negatief kunnen beïnvloeden. Om die reden zou het misschien verstandig zijn de hulp voorlopig wel op de begroting van de rijksoverheid te laten staan maar niet meer uit te keren tot we nut en onnut van de bestaande ontwikkelingshulp hebben uitgediscussieerd. Voor de financiering van de rijksoverheid maakt dat geen verschil.
Als Bill Gates het over ontwikkelingshulp heeft dan bedoelt hij in de eerste plaats gezondheidshulp. Over dat onderwerp is in ethisch opzicht wel iets te zeggen.
Is er een goede ethische reden om ons minder te bekommeren om de gezondheid van de bewoners van derdewereldlanden dan van mensen hier in Nederland? Ik vraag dit omdat ons systeem van financiering van de gezondheidszorg wordt verdedigd met een beroep op de solidariteit. Die solidariteit houdt in de praktijk op bij de mensen die door hun aanwezigheid h.t.l. in de praktische omstandigheden verkeren op die zorg aanspraak te kunnen maken. Als de aanspraken van anderen op onze solidariteit even sterk zouden zijn als die van onze landgenoten, zou met ons systeem ethisch iets niet in orde zijn. Wij zouden dan nalaten de nodige maatregelen te nemen om de verdelende rechtvaardigheid in acht te nemen en gelijke toegang tot de zorg voor alle mensen te verzekeren ongeacht hun woonplaats. Onze ontwikkelingshulp dan in geen enkel opzicht toereikend zijn.