Contouren van een Energieakkoord 2.0

Er gaat haast geen dag voorbij of er wordt wel weer geduwd en getrokken aan het Energieakkoord. En telkens weer komt minister Kamp van Economische Zaken uitleggen dat de doelen van het Akkoord worden gehaald, maar dat dan wel het akkoord overeind moet blijven. Als er aan gemorreld blijft worden, wordt het halen van de doelen natuurlijk steeds moeilijker. Dilemma Een lastig dilemma: het Energieakkoord is heeft als functie stabiliteit te brengen in een zwalkend energiebeleid, maar er is een aantal weeffouten in het akkoord geslopen, die op zeker moment niet houdbaar meer zijn. Die zijn de reden voor het gemor en gemorrel.

Foto: copyright ok. Gecheckt 26-10-2022

Halfvol of halfleeg Energieakkoord?

OPINIE - Het recent gesloten Energieakkoord is een sprint naar het behalen van bestaand Europese verplichtingen in 2020, maar het biedt geenszins de oplossingen die nodig zijn voor een energierevolutie in 2050, vindt Europarlementariër Bas Eickhout (GL).

Daar is ie dan: na maanden polderen ligt er een energieakkoord wat Nederland eindelijk op het pad moet brengen van een duurzame economie. Tot nu toe is Nederland nogal een lachertje in Europa. Met het aandeel  groene energie rond de 4%, bungelt Nederland onderaan het Europese lijstje in de categorie van Malta, Luxemburg en Cyprus. De bijna jaarlijks veranderende politieke ondersteuning voor groene energie is dodelijk geweest voor een stabiel investeringsklimaat. Zeg nu zelf: in welk land zou je als investeerder voor groene energie gaan? In Nederland, of toch liever Duitsland wat al jaren een stabiel politiek programma heeft en gestaag aan een opmars van groene energie werkt.

In die zin is het Energieakkoord hard nodig. In 2008 heeft Nederland samen met de andere Europese landen afgesproken dat de hele EU in 2020  gemiddeld 20% groene energie zal produceren. Nederland heeft een doelstelling van 14% op zich genomen, maar kiest tot nu toe voor de weg van de minste weerstand. Sinds 2008 neemt het aandeel groene energie in Nederland eigenlijk alleen toe door extra biomassa in inefficiënte kolencentrales bij te stoken. Van een echte transitie naar een groene economie is nog niets terechtgekomen. Vandaar dat onderzoekbureaus als het ECN (Energie Centrum Nederland) en PBL (Planbureau voor de Leefomgeving) al jaren waarschuwen dat Nederland zijn Europese verplichting niet gaat halen.

Foto: Nuon (cc)

Coöperaties erkend in Energieakkoord

INTERVIEW - “Samen sta je sterk” is het idee achter de coöperatie. Nederland is van oudsher een coöperatieland, met de Rabobank als bekendste voorbeeld. Deze week besteden De Nieuwe Pers en Sargasso in het weekthema aandacht aan Oud-Hollandsch Coöpereren.

Decentrale energie, dat zijn burgers die samen een energiebedrijf oprichten door lokaal energie op te wekken en af te zetten. Jolt Oostra noemde de landelijke opkomst van deze energiecoöperaties toen een stille revolutie met als doel onafhankelijk te zijn: ‘Daarbij speelt het sentiment dat je als gemeente jezelf kunt voorzien van duurzame lokale energie en niet afhankelijk bent van grote multinationals, waarvan je de winst naar het buitenland ziet verdwijnen.’

Duurzame energie, daar moeten de makers van het energieakkoord enthousiast van worden. Vorige week maakte de SER bekend dat er overeenstemming is bereikt over een Energieakkoord voor duurzame groei. Is er in dit akkoord ook aandacht voor al die lokale projecten en coöperaties? Daarover sprak ik met Igor Kluin, activistisch ondernemer, die begin van dit jaar stevige kritiek gaf op de plannen van het ministerie van Economische Zaken wat betreft de decentrale energie in het akkoord.

Welke positie nemen coöperaties in, in het energieakkoord?

‘Voor het eerst is er erkenning voor decentrale en collectieve energie. Het krijgt serieuze aandacht in het akkoord en dat is een waanzinnige winst.’

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.