OPINIE - Het voorstel van de VVD om de Eerste Kamer alleen nog maar over de kwaliteit en uitvoerbaarheid van wetten te laten stemmen, komt voort uit autoritair machtsdenken, meent Jos Lubbers.
Zondagavond werd bij Nieuwsuur weer eens aandacht besteed aan de politieke rol van de Eerste Kamer. Volgens de zelfbenoemde politieke erfgenamen van Thorbecke, de VVD, heeft de Eerste Kamer een te politieke rol gekregen, waardoor de Senaat voor Tweede Kamer speelt.
De Senaat, die al sinds 1815 een plek heeft in het Nederlands staatsbestel, moet van de altijd zo staatsrechtelijk behoudende VVD bij de mestvaalt van de geschiedenis worden gezet. De VVD wil een staatscommissie instellen die advies moet uitbrengen over het kaltstellen van de Eerste Kamer de inrichting van het parlementair stelsel. De VVD-leider in de senaat wilde hiervoor een motie indienen bij de algemene politieke beschouwingen die dinsdag zijn gehouden in de Eerste Kamer, maar deze motie is wellicht overbodig geworden door de toezegging van premier Rutte dat er een staatscommissie komt die voorafgaand aan de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 met aanbevelingen komt. Rutte zei ook dat dit geen prioriteit is van het kabinet. Gelukkig maar.
De top van de VVD is in de ban van radicaal meerderheidsdenken, twitterde Trouw-columnist Hans Goslinga. Zelf zou ik dit kwalificeren als autoritair machtsdenken. De VVD is namelijk regeringspartij van een kabinet onder leiding van een VVD-premier, dat geen meerderheid heeft in de Eerste Kamer. Om alle fantastische wetten die dit kabinet bedenkt door de Eerste Kamer te krijgen is men afhankelijk van de oppositie in de Eerste Kamer. Met de gedoogpartners D66, SGP en CU hebben PvdA en VVD een hele krappe meerderheid in de Eerste Kamer. Eén dissidente senator en het feest gaat niet door.