Eentaligheid is een verminking

Het staat al een paar maanden op internet, maar de laatste weken ging het ineens rond: een artikel waarin de Franse taalkundige Mélanie Jouitteau betoogt dat mensen eentaligheid opleggen een vorm is van verminking. Het argument is even eenvoudig als origineel. Uit heel veel onderzoek weten we niet alleen dat de mens best meertalig kan zijn, maar dat het misschien wel de natuurlijke staat van de mens is. Nog steeds worden in grote delen van de wereld verschillende talen gebruikt: op de markt praten mensen een andere taal dan thuis, en daar weer een andere dan op het werk. Zelfs blijkt uit onderzoek (voorzichtig) dat meertaligheid goed is voor de cognitieve vermogens van sprekers – dat ze bijvoorbeeld mogelijk gemiddeld wat later Alzheimer krijgen. Mensen van die natuurlijke staat afhouden, er kunstmatig voor zorgen dat ze maar één taal leren spreken is, zegt Jouitteau, daarom te vergelijken met bijvoorbeeld de Chinese politiek voor de twintigste eeuw dat van jonge meisjes de voeten moesten worden ingebonden zodat deze klein bleven en vrouwen nauwelijks zelfstandig konden lopen. Zoals deze verminking liet zien dat je ouders brave burgers waren, zo laat ook de dwang om kinderen alleen maar de taal van hun land te laten leren – en niet bijvoorbeeld de moedertaal van hun ouders – zien dat de opvoeders hun best doen om hun kinderen in het keurslijf van de staatsideologie te drukken. De eentaligheid is een negentiende-eeuws Europees ideaal: één volk spreekt één taal. Die mythe is inmiddels zo succesvol dat nog steeds veel mensen denken dat het bedreigend is als andere mensen andere talen spreken, en dat het slecht is om meerdere talen te leren – dan beheers je ze geen van allen ooit echt goed. Onder dat mom is veel kwaad aangericht. Jouitteau richt zich in het bijzonder op Frankrijk – niet alleen haar vaderland, maar ook misschien wel het land ter wereld waar de eentaligheidsideologie de grootste verwoesting heeft aangericht, omdat er honderden jaren alles aan is gedaan om regionale talen als het Bretons of het Occitaans uit te roeien. Maar ook in Nederland is de ideologie nog altijd aanwezig, en met verwoestend effect. Een van de beste vriendinnen van mijn dochter wordt thuis alleen maar toegesproken in het Nederlands, hoewel haar ouders van huis uit prachtig Sarnami spreken: een onderwijzeres heeft ze verteld dat dit slecht zou zijn voor het Nederlands van hun dochter. Terwijl het alleen maar goed is. Het kind moet verminkt worden om een goede Nederlandse burger te worden. Gaat Jouitteau te ver? Je kunt natuurlijk discussiëren over hoe erg de verminking precies is – vooral in de Engelstalige wereld groeien inmiddels massa’s mensen op die echt maar één taal spreken en helemaal ongezond zijn ze nu ook weer niet – maar dat het inderdaad een verminking is, daar valt volgens mij weinig tegenin te brengen. Een nieuw argument voor het bloeien van vele talen in onze samenleving!

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.