Afschrijvingen | De uitleeneconomie

De booming economie van het uitlenen heeft de toekomst. Hoop ik. Vorige week besteedde het toonaangevende blad The Economist uitgebreid aandacht aan de ‘Sharing Economy’, de uitleeneconomie: gewone stervelingen die slaapplekken, auto’s, boten, gereedschap, surfplanken, wasmachines, stukjes land, hondenhokken, parkeerplaatsen, en zelfs geld aan elkaar uitlenen. Het internet heeft de transactiekosten van het ruilen dermate verlaagd dat de peer-to-peer huurmarkt opeens is gaan boomen, van Airbnb tot Buzzcar, van Snapgoods tot Spullendelen. Volgens Rachel Botsman, die hier de term ‘collaborative consumption’ voor bedacht, is deze huurmarkt 26 miljard dollar waard, en dat is dan nog een conservatieve inschatting, ook omdat er tal van initiatieven zijn waar geen geld mee gemoeid is. De opkomst van de uitleeneconomie past naadloos in grotere trends: het afbrokkelen van het concept ‘eigendom’, de verlegde focus van ‘output’ naar ‘outcome’ en de-materialisering van onze economie – om maar even wat dure woorden te gebruiken.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | De vijf economielessen van de crisis

COLUMN - Wat hebben Nederlanders door de crisis geleerd over economie? Een voorzet.

Gisteren schreef Peter de Waard in de Volkskrant dat burgers pas iets van de economie gaan snappen in tijden van crisis. Ik geloof dat ook, maar gek genoeg kan ik eigenlijk nauwelijks onderzoek vinden waaruit dat blijkt. Er wordt onderzoek gedaan naar financiële kennis – daarover schreef ik eerder al – maar meer kan ik niet opduiken. Toch heb ik wel een idee over wat we de afgelopen vijf jaar zijn gaan begrijpen. En dan heb ik het niet over termen en definities, maar over kennis over hoe de economie werkt. De crisis heeft ons, denk ik, de volgende vijf inzichten opgeleverd:

1. De economie kent kettingreacties

Bezuinigen betekent dat mensen minder te besteden krijgen, wat betekent dat bedrijven minder zullen verdienen, wat betekent dat werknemers minder verdienen en misschien wel een uitkering willen, wat betekent dat de overheidsfinanciën verslechteren en dat er minder geconsumeerd wordt, et cetera. Een Keynesiaan gelooft dat de overheid deze kettingreactie moet omkeren en de juist meer moet uitgeven om de economie aan te jagen, een Hayekiaan denkt dat dit investeringen oplevert waar niemand op zit te wachten. Kies maar positie.

Foto: NASA Webb Telescope (cc)

Nerds moeten economie redden

OPINIE - In de publieke opinie lijkt ‘bezuinigen’ haast wel synoniem geworden voor economie. Dat komt doordat er te veel alfa’s en gamma’s in de politiek en journalistiek rondlopen, en we te weinig oog hebben voor de nerds.

Het was Frits Wester die mij tijdens de verkiezingen hoog in de gordijnen joeg door tijdens een verkiezingsdebat ongeveer de volgende uitspraak te doen: ‘We gaan het hebben over de economie…de bezuinigingen.’ Mijn eerste reactie daarop was: ‘Economie gaat niet over bezuinigen, het gaat over geld verdienen.’ Nu weet ik wel dat economie feitelijk gaat over hoe wij voorzien in onze behoeften met de beperkte schaarse middelen die ons ter beschikking staan, dus die primaire reactie was misschien wat plat. Maar dat is hier niet de kwestie.

Waar het om gaat is dat de kongsi van politici en journalisten die elkaar zogenaamd zo kritisch benaderen eerst welvaart hebben verengd tot economisch en financieel beleid, en dat hebben verengd tot boekhouden, en binnen dat kader alleen maar praten over hoe we moeten bezuinigen. Over hoe we als BV Nederland onze economie moeten laten groeien, over hoe en waar we ons geld moeten verdienen, hoe we producten met toegevoegde waarde moeten produceren, banen kunnen creëren, de export moeten bevorderen en verder alles stimuleren wat de basis zou kunnen zijn voor onze welvaart (en we bijvoorbeeld juist misschien wel meer meer belastingen zouden kunnen heffen) is het ijzingwekkend stil.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Gage Skidmore (cc)

Hoe objectief zijn ratingbureaus?

ANALYSE - De rapporten van ratingbureaus zijn bijna dagelijks in het nieuws. Afgelopen weekend was het weer zover: Moody’s verlaagt de status van Groot-Brittannië van Aaa naar Aa1.

Regeringsleiders en CEO’s zijn doodsbenauwd voor een afwaarderingen door ratingbureaus, want de gevolgen doen pijn. Beleggers willen niet meer investeren, de rente stijgt en wisselkoersen dalen. Uit ergernis over de zoveelste negatieve beoordeling heeft Europese Commissie in 2010 wetgeving voorgesteld om deze bureaus beter te reguleren. De vraag is: hoe objectief zijn ratingbureaus eigenlijk en moeten we ze nog wel serieus nemen?

Het schertsargument
Volgens Daniel Hannan, een Brits lid van het Europees Parlement, zijn ratingbureaus net zo objectief als weerstations. Dankzij hun rapporten weet je hoe een bedrijf, een land of de economie als geheel er bij staat. Het is volgens hem belachelijk dat je denkt door de ratingbureaus te reguleren de economie verbeterd zou kunnen worden.

Letterlijk zei hij:

It is hard to improve on what my colleague Martin [onverstaanbaar] said on this issue, that seeking to address the debt crisis by regulating the credit rating agencies is like seeking to improve the weather by regulating the weather forecasters. You don’t improve the underlying problem by tackling the way it’s reported.

Foto: Daniel Foster (cc)

De goedkope-energie-illusie van de grote bedrijven

ANALYSE - De grote industrieën in Nederland, waaronder Shell en DSM, heffen een klaagzang aan over de toegenomen prijs van energie en wijzen daarbij naar de Verenigde Staten als land waar het beter gaat. Daarmee klampen ze opnieuw en onterecht vast aan achterhaalde denkbeelden over energie.

In de papieren editie van De Telegraaf krijgen een paar grote bedrijven ruimte om hun beklag te doen over de hoge energieprijzen, waardoor hun concurrentiepositie in gevaar komt. En in de Verenigde Staten gaat het zoveel beter. Ze hebben er goedkope energie door winning van schaliegas en -olie. En ook veel meer bio-brandstofcapaciteit. En vervolgens geeft het artikel een sneer naar de milieubeweging die de introductie van schaliegas zou tegenhouden.

De bedrijven baseren zich niet alleen op verkeerde aannames, ze blijken ook hun hoofd na dertig jaar nog steeds niet uit het zand gehaald te hebben. Zo lang is het namelijk al met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid duidelijk dat de prijs van energie in een op fossiele brandstoffen gedomineerde markt zal blijven stijgen tot een ongemakkelijk niveau.

Maar nu even de aannames ontkrachten.

De prijs van energie daalt niet in de VS. Oke, hij stijgt ook niet. Maar de energieprijs voor de industrie in Nederland doet dat ook niet. Het prijsverschil is al een hele tijd constant.De enorme hype die momenteel rondom het schaliegas in de VS leeft, staat in schril contrast met de werkelijkheid. Productie van schaliegas is duur, vervuilend en levert slechts zeer tijdelijk resultaat op. Vooral dat laatste maakt inzetten op die bronnen onzinnig. Een boring (waarvan er duizenden nodig zijn om een beetje productie te halen) levert hooguit vier jaar een beetje productie op. Daarna kan het gat verlaten worden. Dus hoe hard de industrie ook roept om verlossing middels Schaliegas, het is en blijft een korte termijn illusie.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Leven Amerikanen boven hun stand?

Leven Amerikanen boven hun stand? Het is een veel gehoorde mantra in de debatten over het Amerikaanse overheidstekort en almaar oplopende biljoenenschuld. De koek is op, de broekriem moet maar eens ferm aangehaald, en men moet de tering naar de nering zetten, is het devies.

En ronduit foute analyse, meent Robert Reich, minister van arbeid onder Bill Clinton en hoogleraar Openbaar Beleid aan de universiteit van Berkeley, California. Hij spreekt in dit verband zelfs over een ‘mythe’.

Het overgrote deel van de Amerikanen leeft helemaal niet boven hun stand. In werkelijkheid, stelt Reich, is het inkomen van de gewone Amerikaan sinds midden jaren ’70 ongeveer gelijk gebleven, terwijl de arbeidsproductiviteit en het Bruto Nationaal Product enorm zijn gegroeid. Er is gigantische welvaart gegenereerd, alleen plukt de gewone Amerikaan daar nauwelijks de vruchten van.

Het economische en fiscale systeem steekt namelijk zo in elkaar dat de bovenste lagen van de bevolking steeds het grootste deel van de taart toegeschoven krijgen die het legioen loonslaven onder hen ieder jaar dmv arbeid en bedrijvigheid produceert, bakt en verpakt. Vervolgens hoeven die (super)rijken ook nog eens een kleiner deel van dat inkomen en bezit af te dragen aan de belasting.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | Federer’s voorrijkosten

Vorige week woensdag zag ik op het ABN AMRO-tennistoernooi voor het eerst Roger Federer in actie. Hij versloeg de Sloveen Grega Zemlja gemakkelijk in twee sets. De wedstrijd duurde nog geen uur. In het interview vlak na de wedstrijd was Federer voorkomend als altijd. Hij vond het geweldig om weer terug te zijn in Rotterdam, waar hij zich altijd meteen thuis voelt door de fans, de sfeer in het Ahoy-stadion, de bijzonder samenwerking met de sponsor, en natuurlijk de uitstekende organisatie van zijn goede vriend Richard Krajicek. Voor Federer is het echt één van de ‘speciale toernooien’ waar het altijd ‘aantrekkelijk’ is om te spelen.

Dit weekend kwam ik er (pas) achter dat het Federer 1 miljoen euro aan startgeld had bedongen. Het zou een gat in de begroting hebben geslagen, en ABN AMRO – nog steeds een staatsbank – en Ahoy zouden hun reserves hebben moeten aanspreken. Het zal Krajicek ook de nodige nachtrust hebben gekost. Maar voor minder zou Federer niet komen. Met terugwerkende kracht verloren Federers woorden hun warmte. Zo ‘speciaal’ zijn wij als fan, toernooidirecteur en vriend, of sponsor dus niet.

Je kunt zeggen, zoals het AD deed: Federer doet het niet voor het geld, want zo’n bedrag kan hij namelijk overal krijgen. Het feit dat hij voor ABM AMRO kiest, zegt dus iets over de band die hij met het toernooi heeft. Maar dat is een drogreden: Federer hoeft helemaal geen startgeld te vragen, en kan ‘gewoon’ komen tennissen. De winnaar krijgt 310.000 euro, dus het is niet alsof je het pro deo doet.

Foto: copyright ok. Gecheckt 10-02-2022

Afschrijvingen | Een Rawlsiaans walhalla

COLUMN - Het is goed toeven onderaan de Nederlandse samenleving. John Rawls zou trots zijn.

Er zijn zorgen over het Nederlandse onderwijs: docenten zijn lager geschoold en vaker onbevoegd. Dat stond afgelopen zaterdag in een nieuwe aflevering van de reeks ‘Hoe goed is Nederland?’ in de Volkskrant, die deze keer onze onderwijsprestaties keer. Maar er zijn ook opstekers: het percentage universitair geschoolden in de beroepsbevolking steeg van 2,7 procent in 1980 naar 9,4 procent in 2010. Een meer dan verdrievoudiging in één generatie. Zei er iemand volksverheffing?

Maar mijn oog bleef pas echt haken bij de onderwijsprestaties in wiskunde, wetenschap en lezen van de Nederlandse scholier. Wat blijkt? Onze 1 procent slechtst presterende leerlingen zijn de beste slechtst presterende van de wereld. En uit een berekening van het CPB (pdf, p.8) zijn de zwakste leerlingen ook de enige die hun toetsscores aan het verbeteren zijn. Dit ten nadele van onze studenten met het meeste koppie-koppie – die doen internationaal eigenlijk niet mee. Nederland doet dus eigenlijk wat de politiek filosoof John Rawls rechtvaardig vond: de samenleving zo inrichten dat de minst bedeelden er het best van afkomen.

Nederland doet dit door veel meer geld uit te trekken voor scholen met leerlingen van lagere sociaaleconomische afkomst en voor zorgleerlingen. Voor kinderen van laagopgeleide ouders zijn twee keer zoveel middelen beschikbaar. De hoogbegaafden moeten hier op een houtje bijten. Toch is geld niet alles: Finland en Japan besteden  gemiddeld even veel per leerling als Nederland maar scoren over het algemeen hoger.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Vorige Volgende