Regionale duurzaamheid
OPINIE - Vergeet bij lokale duurzaamheidsprojecten ook het grotere plaatje niet.
In den lande gaat men voor duurzaamheid. Gemeentes willen klimaatneutraal worden. Huishoudens leggen zonnepanelen op het dak. Er komen steeds meer windmolens in de polder. Boeren ruiken aan biovergisting. Projectontwikkelaars zijn ambitieuzer dan de energieprestatienorm van hen verwacht. Economische crisis of niet, het blijft bruisen en gonzen van de initiatieven.
Het is interessant te kijken hoe deze regionale duurzaamheidsdoelen gedefinieerd worden. Vaak gaat het om moeilijk definieerbare percentages zoals CO2-reductie, streefcijfers energiebesparing, hoeveelheden duurzame energie en aantallen proefprojecten.
Als de regionale doelen eenmaal vastgesteld zijn, begint het gecijfer. Want waar houdt de regiogrens op? Hoort de veerboot, die op biodiesel zou kunnen varen, nu wel of niet bij de plannen voor een duurzaam Texel? Telt groen Utrechts afval dat naar Flevoland gaat mee voor de ene, de andere of voor beide provincies? Verandert de elektrische auto van duurzaamheid als hij de gemeentegrens overgaat?
Wit en zwart
Wat we hiermee qua duurzaamheid opbouwen, doet denken aan iets dat gaat lijken op een voetbal. De witte vlakken op een voetbal zijn de regio’s die zich sterk inspannen voor duurzaamheid. Daar komen er steeds meer van. En ze raken ook met elkaar verbonden. Dat is goed nieuws. Duurzaamheid wordt iets dat wereldwijd wordt doorgegeven. Het grote probleem is dat er altijd veel vlakken, op de voetbal én de aarde, zwart zullen blijven. Regio’s die er geen zin in hebben. Gemeenschappen die andere belangen hebben. Oorlogsgebieden waar fossiele grondstoffen zitten. Voor die vlakken blijft duurzaamheid altijd ver weg.