Kunst op Zondag | maakt poëzierondje in Doetinchem

Door de combinatie van de lockdown, de avondklok en het winterse weer, blijf ik voor deze editie van Kunst op Zondag dicht bij huis. Tijdens een wandeling door het centrum van Doetinchem ontdekte ik bij toeval een serie gedichten rondom de Catharinakerk. Een rondje om de kerk leverde mooie dichtregels op. Bij thuiskomst las ik dat vrijdag 12 februari jl. Kila van der Starre aan de Universiteit van Utrecht is gepromoveerd op het onderwerp: Poëzie buiten het boek, De circulatie en het gebruik van poëzie. Op de website van haar proefschrift verwijst ze o.a. naar het poëzierondje in Doetinchem. (klik op de foto's op de gedichten te lezen) [caption id="attachment_327123" align="aligncenter" width="450"] Poëzierondje in Doetinchem © fotocollage Wilma Lankhorst.[/caption] Het poëzieproject in Doetinchem is een idee van beeldend kunstenaar Theo van Koot (1954-2015). Het is in 1994 gerealiseerd in opdracht van de Gemeente Doetinchem.  “Straatpoëzie is poëzie die in schriftelijke vorm is aangebracht in de openbare ruimte. Dit betekent dat de tekst dag en nacht gratis bereikbaar moet zijn.” Definitie van de website Straatpoëzie © Kila van der Starre. [caption id="attachment_327121" align="aligncenter" width="450"] Mijn vrouw (2020) © Eddy Buiting © foto Wilma Lankhorst.[/caption]  Poëzie op lantarenpalen Al honderden keren heb ik een rondje om de Catharinakerk gemaakt. Maar nog nooit viel mijn oog op de gedichten aan de lantarenpalen. Waarom dat nu opeens wel gebeurde? Op ooghoogte aan de lantarenpaal zag ik een lijst met daarin het gedicht ‘Mijn Vrouw’. Dit gedicht is geschreven door stadsdichter Eddy Buiting ter ere van de onthulling van de virtuele beklimming van de toren (november 2020). Nadat ik deze poëzieregels had gelezen, viel mijn oog opeens op een tekstblokje lager op de paal. Hanny Michaelis nam me mee met ‘Onweer op afstand’. [caption id="attachment_327127" align="aligncenter" width="450"] Onweer op afstand © Hanny Michaelis © foto Wilma Lankhorst.[/caption] 'Je ziet het pas als je het weet' Om het met een uitspraak van ‘woordgoochelaar’ Johan Cruijff te zeggen: “Je ziet het pas als je het weet”. Zo verging het mij ook. Na de dichtregels van Michaelis wilde ik weten of dit toeval was. En dat was het niet. Rondom de grote kerk ontdekte ik maar liefst veertien gedichten. En niet de minste namen kwam ik tegen: Remco Campert (1929),  Jean Pierre Rawie (1951),  Simon Vinkenoog (1928-2009),   Gerrit Komrij (1944-2012),   Elly de Waard (1940),  Nel Benschop (1918-2005), Diana Ozon (1959),  Hanny Michaelis (1922-2007), Fleur Bourgonje (1946), Carla Bogaards (1947), Gerrit Kouwenaar (1923-2014), Jan Kal (1946),  H.H. ter Balkt (1938-2015) en Rogi Wieg (1962-2015). [caption id="attachment_327128" align="aligncenter" width="450"] Zakdoekje © Remco Campert © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Zakdoekje van Remco Campert De onderwerpen van de veertien gedichten zijn heel divers. Een vers waar ik direct beelden bij krijg, is 'Toen ik jong was' van Remco Campert.  Hij schrijft dat toen hij jong was, hij na het eten buiten mocht spelen, Geld voor een ijsje had hij in zijn zakdoek verstopt. En dan hoort hij zijn naam roepen, een keer, twee keer zelfs drie keer. [caption id="attachment_327130" align="aligncenter" width="450"] 'Asta stil' © Diana Ozon © foto Wilma Lankhorst.[/caption] ‘Asta stil!’ …. stad sta stil De jongste (nog levende) dichter in dit rondje om de kerk is de Amsterdamse Diana Ozon (1959). Diana Ozon is het pseudoniem voor Diana Groenveld. Op haar website omschrijft zij zichzelf als volgt: “Dichter Diana Ozon is sinds eind jaren 70 podiumdier en fenomeen in de literatuur, punk en graffiti. Ze geeft optredens en performances in binnen- en buitenland en is gastdocent poëzie." Ozon heeft o.a. dertien dichtbundels, twee romans en twee geluidsdragers uitgebracht. Recente bundels waaronder Hartspanne en Zwerfzang verschenen bij Uitgeverij Passage. De eerste dichtregels die ik lees zijn: ‘Asta stil’, roept een man door de staat. Ik versta ‘Stad sta stil’. [caption id="attachment_327131" align="aligncenter" width="450"] Mijn vader © Rogi Wieg © Wilma Lankhorst.[/caption] ‘Mijn vader las iets voor’ Voor het gedicht van Rogi Wieg moet je goed zoeken. De lantaarnpaal staat in het winterterras van Simon to Go. Door het spiegelende glas lees ik de eerste regels “Mijn vader las iets voor, een Hongaars gedicht, ik luisterde en zag, zijn ogen de regels volgen…” De ouders van Wieg zijn in 1956 uit Hongarije gevlucht. Een jaar later vestigden zij zich in ons land. In zijn korte leven ontpopt Rogi zich tot Nederlands schrijver, dichter, beeldend kunstenaar en muzikant. Rogi Wieg trouwde in 2014 met beeldend kunstenares Abys Kovács. Zij heeft de illustraties gemaakt voor Rogi’s gedichtenbundel Khazarenbloed. In 2015, Rogi is dan 52 jaar kiest hij voor euthanasie wegens ondraaglijk psychisch en lichamelijk lijden. [caption id="attachment_327124" align="aligncenter" width="450"] De dichter © Gerrit Komrij © foto Wilma Lankhorst.[/caption] 'De Dichter' Gerrit Komrij is voor zover ik kan zien de enige dichter die in de Achterhoek is geboren. Zijn wieg stond in Winterswijk. In deze grensplaats woonde hij van zijn geboorte in 1944 tot met einde van de middelbare school in 1963. Komrij verhuisde na de middelbare school naar Amsterdam voor een vervolgstudie. Gerrit Komrij was 'Dichter des Vaderlands', schrijver, vertaler, toneelschrijver en criticus. Als polemist voerde hij menige pennenstrijd met vakbroeders. Van 1984 tot bijna aan zijn dood in september 2012 woonde Komrij met zijn partners Charles in Portugal. Zijn laatste weken verbleef Komrij in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam. In 1993 kreeg Komrij de P.C. Hooft-prijs voor zijn proza. Op het Simonsplein lees ik de regels van ‘DE DICHTER’. [caption id="attachment_327125" align="aligncenter" width="450"] Licht © Esther Ruessen © foto Wilma Lankhorst.[/caption] Licht van Esther Ruessen Terwijl ik geniet van een poëzierondje om de Catharinakerk, speelt de organist voluit op het carillon. Na de stilte van de sneeuw in de afgelopen week, is het alsof hij de lente aankondigt. Via de Boliestraat verlaat ik het Simonsplein. In deze winkelstraat ontdek ik naast het al genoemde “Mijn Vrouw” nog twee ingelijste poëzie bijdrages. Het eerste heet ‘Lichthuis’ en is geschreven door Laurina de Visser (1988). De Visser staat voor de klas en ze geeft workshops en lezingen over rouw en verdriet. Op haar blog schrijft ze over het verlies van haar ouders en hoe het is om op te groeien zonder ouders. Het tweede gedicht ‘Licht’ is van Esther Ruessen. Deze dichter en tevens directeur van het Stadsmuseum in Doetinchem, eindigt haar gedicht met ‘Ik wil een baken zijn, voor de stad en haar mensen….’ Met deze optimistische boodschap, loop ik naar huis. [caption id="attachment_327166" align="aligncenter" width="450"] De straat © Fleur Bourgonje © foto Wilma Lankhorst.[/caption] © tekst en foto’s Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen en de dichtregels met dank aan alle genoemde dichters. [caption id="attachment_327120" align="aligncenter" width="286"] Poëzie buiten het boek, proefschrift Dr. Kila van der Starre (2021).[/caption] Toegift 1 Proefschrift: Poëzie buiten het boek Dat gratis kunst op staat niet zo maar iets is, kun je lezen in het proefschrift van Kila van de Starre (1988). Op 12 februari 2021 promoveerde ze aan de Universiteit van Utrecht op het onderwerp ‘Poëzie buiten het boek, De circulatie en het gebruik van poëzie.’ In haar project wilde Van der Starre twee onderzoeksvragen beantwoorden. Ten eerste, hoe is onze ervaring van poëzie aan het veranderen? En ten tweede, zegt dit iets over onze ervaring van kunst? In hoofdstuk 4 van haar publicatie beschrijft ze de geschiedenis van de straatpoëzie. Dit gegeven bestaat al eeuwenlang. Aan het begin van deze eeuw stond ‘straatpoëzie’ op de derde positie in het overzicht van de meest voorkomende poëzie-ervaring onder Nederlandse volwassen. Ze verwijst hierin ook naar haar website waarop meer dan 2500 gedichten staan in de openbare ruimte in Nederland en in Vlaanderen. Op p. 555 van haar proefschrift verwoord van der Starre haar onderzoeksresultaten als volgt: ‘De resultaten van het onderzoek doen sterk vermoeden dat de meeste poëzie buiten het boek circuleert en de meeste poëzie ook buiten het boek ervaren en gebruikt wordt. Dat dit alles voornamelijk gebeurt op plekken, momenten en in situaties waar de dichters en/of erven geen weet van hebben, betekent dat poëzie vooral betekenis heeft zonder dat ‘binnen’ en ‘buiten’ met elkaar in contact staan.’ Voor liefhebbers is het proefschrift ‘Poëzie buiten het boek’ als E-book gratis te downloaden op deze pagina op de site van de universiteit. Naast het proefschrift heeft Van der Starre de website straatpoëzie ontwikkeld en opgezet. Deze site is onderdeel van haar PhD-onderzoek aan de Universiteit Utrecht. De site is gerealiseerd met steun van de afdeling ICT & Media van de Universiteit Utrecht (UU) en de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Toegift 2 Het gedicht ‘Mijn Vrouw’ leest Eddy Buiting hier persoonlijk aan je voor. https://youtu.be/svS0WVxyak0 Toegift 3 Beelden van de virtuele beklimming: luchtrondje om de kerk met Sjoerd Weikamp. https://youtu.be/qK-jXS-uijo    

Door: Foto: Lichthuis © Laurina de Visser © foto Wilma Lankhorst.
Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 3

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 3 van de driedelige serie over schuldhulpverlening. (Deel 1 is hier te lezen, deel 2 hier).

Twee dagen later stuitert de 28-jarige Dave de spreekkamer binnen voor een ‘meldgesprek’: een eerste korte ontmoeting voor een globale analyse van de situatie. Al vijf jaar in de bijstand, 30.000 euro schuld. ‘Impulsieve aankopen op krediet, een computer, een muziekinstallatie, je kent het wel’. Nu wil hij schoon schip maken. Maar een schuldregeling waarbij hij wekelijks nog maar 50 euro leefgeld krijgt? ‘Kan niet, man! Ik moet shag hebben om te roken en ik ben een grote eter. Enne, ik blow me knetter’. Klantmanager Jochem van Dijk: ‘We kunnen je helpen, maar je zult toch echt werk moeten zoeken dan’.

Het zijn de uitzonderingen, vertellen de schuldhulpverleners. Klanten met een gat in hun hand en weinig realiteitszin komen ze niet zo veel tegen. Veel vaker stuiten ze op kwesties van scheidingen, werkloosheid, ziekte waardoor mensen in de financiële problemen raken. Zoals dat gezin in een welvarende nieuwbouwwijk aan de rand van Doetinchem. Marcia (35) werkt zelf bij de gemeente maar haar tijdelijk contract loopt af. Haar man Emiel (41) zit thuis als gevolg van een zware depressie. Hij wil omscholen naar de zorgsector maar krijgt na een mislukt traject geen hernieuwde toestemming meer van de bijstand. Hij moet productiewerk gaan doen ‘maar dat kan ik geestelijk niet aan, dan stort ik weer in’. Totale schuld: 13.000 euro, grotendeels door een doorlopend krediet, de rest door te lang doorgelopen kinderopvangtoeslag.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 2

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 2 van de driedelige serie over schuldhulpverlening. (Deel 1 is hier te lezen).

De Belastingdienst gaat bijna altijd akkoord met een schikkingsvoorstel door de gemeente, vertelt teamleider Jolanda Toepoel (45). ‘Maar heel vaak veroorzaakt diezelfde dienst mede de problemen aan de voorkant’. Teveel uitgekeerde toeslagen worden zonder pardon ingehouden via beslag op de uitkering. De beslagvrije voet, dat deel van het inkomen waar niemand aan mag komen, wordt daarbij met grote regelmaat geschonden. Is er daarna geen geld meer voor de huur? Kwestie van pech gehad.

Ook deurwaarders, voor wie het innen van schulden gewoon handel is, maken zich hier debet aan, concludeerde de Nationale Ombudsman onlangs nog: ‘Er zijn onvoldoende waarborgen om mensen om mensen met schulden te beschermen tegen een te ruwe greep in hun huishoudbeurs door deurwaarders’.

Bij de Belastingdienst gaat het vaak over teveel uitgekeerde toeslagen, toegekend op basis van schattingen vooraf. ‘Ik durf te stellen dat in vijf van de acht dossiers mensen gewoon zijn vastgelopen in het systeem, dat het een technische formulierenkwestie is’, zegt Toepoel. ‘Dan staat ergens een vinkje verkeerd of zijn ze vergeten iets door te geven of aan te vragen, en dan hebben ze een maand gewoon geen geld. Door de crisis hebben ze geen vet meer op de ribben en dan verzuipen ze. En kloppen bij ons aan’. Laatst nog, moesten mensen hun rekeningnummer nogmaals aan de Belastingdienst doorgeven, ook als er niks veranderd was. Wie niet reageerde, kreeg pardoes geen toeslag meer. Of nog zoiets: wie in de ziektewet belandt, krijgt nog maar per week uitbetaald. Maar de huur wordt wèl ineens afgeschreven. Het gat mag de afdeling schuldhulpverlening dichten. Doetinchem werkt aan een lokaal voorschotfonds voor dit soort noodgevallen. ‘Maar als Belastingdienst, UWV en gemeente nou eens bij elkaar in de bestanden mochten kijken en konden zien wat er al aan beslagen loopt, zouden we een hoop problemen voorkomen’, verzuchten de Doetinchemse ambtenaren.

Foto: Marina Noordegraaf (cc)

Schuldhulp in Doetinchem | deel 1

REPORTAGE - Sjors van Beek liep voor de Groene Amsterdammer een week mee op de schuldhulpafdeling in Doetinchem. ‘Ik druk mijn eigen kinderen op het hart: zorg dat je nóóit afhankelijk wordt van de Belastingdienst of het UWV, zorg dat je niet in de wereld van de formulieren belandt.’ Vandaag deel 1 van de driedelige serie over schuldhulpverlening.

Een willekeurige week in een willekeurige gemeente: Doetinchem. In totaal tien mensen in financiële nood worden gevolgd terwijl ze contact hebben met de gemeentelijke afdeling ‘schuldhulp’. Vrijwel allemaal melden ze moe te zijn. Murw. Moedeloos. Niet alleen vanwege de schulden, maar zeker ook vanwege het ondoorgrondelijke, kille systeem waarin ze gevangen zijn geraakt.

Ze maken de post niet eens meer open, vertellen ze bijna zonder uitzondering. Ze hebben ‘papierangst’, zijn bang voor de volgende envelop. Meerdere personen kunnen in de spreekkamers hun tranen niet meer bedwingen. Ze zijn òp van de zenuwen. Ze zijn gesloopt.

Aan het einde van de week velt PvdA-wethouder Steven Kroon een hard oordeel: ‘Het is helaas waar, het is een complete chaos. De instanties tuimelen over elkaar heen, mensen raken volledig verstrikt in de regels. We hebben in Nederland een rete-ingewikkeld systeem gecreëerd, ik noem het de Nederlandse ziekte. Als lokale wethouder breek ik dat niet zomaar af, ik kan slechts mijn best doen om het lokaal zo eenvoudig mogelijk te maken’.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.