Op Sargasso bieden we regelmatig ruimte voor gastbijdragen. Dit maal een stuk van Pieter Rietman.
Toen op 4 maart het stof neerdaalde en PVV en D66 de gemeenteraadsverkiezingen hadden gewonnen bij een belachelijk lage opkomst, had niemand oog voor Vlissingen. In de gemeente Vlissingen verdween op die dag de Rechts Protestants Christelijke Unie uit de gemeenteraad. Cock Kapaan, het laatst overgebleven orthodox-gristelijke raadslid, te herkennen aan zijn r-vormige snor, nam op 10 maart afscheid van zijn oud-collega’s. Ruim veertig jaar provinciaal fundamentalisme kwam ten einde op 10 maart 2010.
Na een laatste gesprekje met zijn vrienden van het CDA deed Cock zijn waxjas (praktisch doch voorkomend) aan, trok aan zijn pijp en stapte in zijn Volkswagen.
Ik verzin dit niet. Ik kom uit Vlissingen en vele Vlissingers kunnen de r-vormige snor, de waxjas, de pijp en de Volkswagen bevestigen. Vele provincialen met mij kunnen dit algemene beeld bevestigen. Ik ben er godzijdank nooit geweest, maar in Wymbritseradiel, Groote Keeten en Vortum-Mullem hebben ze vast ook hun eigen Cock Kapaan. “Even zwaaien jongens, daar loopt Cock met zijn Labrador!” klinkt het daar nog altijd op het marktplein, of bij de Intratuin. Al die uit klei opgetrokken buurtschappen hebben zo hun eigen dorpsraad of buurtschapoverleg en daar is Cock dan een graag geziene gast. Brrrrr.
Omdat te veel horror niet goed is voor een mens, vertrok ik een jaar of zeven geleden uit Vlissingen. In Amsterdam zit er geen RPCU in de raad. Mijn stadsdeelraad, Centrum, kent geen vertegenwoordiging van CDA of CU en is daarmee 100% seculier-progressief. Terecht. Amsterdam is een stad waar je, mocht je dat willen, verkleed als gigantische penis over straat kunt zonder al te veel problemen. Ik heb nooit die behoefte gevoeld, maar vind het een erg geruststellend gevoel dat dit wel gewoon mag. Ik hoop dat de rest van Nederland mij die vrijheid gunt, zoals ik Vlissingen een raadszetel voor Cock Kapaan gun.