GC heeft ruimte voor gastloggers. Vandaag onze maandelijkse gast, P.J. Cokema. Thema: bestuurlijke vernieling of democratische vernieuwing?
Alle partijen hebben minstens een paragraafje of twee gewijd aan wat veranderingen van het bestuurlijk bestel. De voorzichtigen reppen over bestuurlijke veranderingen, de optimisten gebruiken de term bestuurlijke vernieuwing. Maar in geen enkel verkiezingsprogramma valt de term democratische vernieuwing.
Alle partijen willen graag de afstand verkleinen tussen De Politiek en De Burger. Maar door het toch vooral over de vorm van het bestuur te hebben en niet over de inhoud van de democratie, laden de politici de verdenking op zich een wat regenteske houding te hebben. Met de voorstellen tot veranderingen van het bestuurlijk bestel zal De Kloof niet vanzelfsprekend overbrugd worden. Laat staan dat er een garantie wordt afgegeven dat de volksheerschappij (vreselijk woord) aan invloed zal winnen.
Want een gekozen minister-president en burgemeester, afschaffen van provincies of Raad van State, het samenvoegen van enkele ministeries en het ontslaan van duizenden ambtenaren, centrale loketten, verbeterde klachtenregelingen, zijn vooral organisatorische wijzigingen, die geen garantie bieden dat de burger meer daadwerkelijke invloed zal krijgen.
Slechts zes van de elf partijen die nu in de Kamer zitten, hebben het over een referendum. De PVV en TON willen een bindend referendum. D66, GL en CU zien wel iets in een correctief referendum. De PvdD gaat voor een adviserend referendum. De SP noemt alleen het referendum bij gemeentelijke herindelingen.