Een test voor Europese politici
ELDERS - De nieuwe Tsjechische president Zeman negeert het parlement. De Hongaarse premier Orbán heeft lak aan het Europese parlement. In beide landen staan minderheden onder druk.
“Zemanocratie”: zo betitelde het Tsjechische blad Lidove Noviny vorige week het besluit van de pas onlangs aangetreden president Zeman om eigenmachtig een nieuwe premier aan te wijzen en de voorkeur van het parlement voor nieuwe verkiezingen te negeren. De stap was noodzakelijk nadat de regering Necas eerder vorige maand was gevallen over een complex corruptieschandaal waarin de naaste medewerkster van de premier een belangrijke rol speelde. De nieuwe linkse premier Rusnok zal het niet makkelijk krijgen met een parlement waarin centrum-rechts domineert. “Tot nu toe hebben alle presidenten altijd gekozen voor een premier die in staat was een parlementaire meerderheid achter zich te krijgen” schreef Lidove Noviny. “De president heeft volledig gebroken met de gevestigde constitutionele gebruiken”.
Bij alle perikelen in de Praagse burcht kwam vorig weekend ook nog een uitbarsting van neonazi geweld in de stad Ceske Budejovice. De rechtsextremisten hadden het gemunt op een woonoord van Roma. Ze konden ternauwernood worden tegengehouden door de oproerpolitie. De politiek is veel te laks in het aanpakken van geweld tegen minderheden, meent Jiří Leschtina in de krant Hospodářské noviny. De laatste president die zich openlijk verzette tegen xenofobie was Vaclav Havel. Zijn opvolger Klaus toonde zich mild tegenover de misdadigers die bestraft werden vanwege brandstichting in een huis van Roma. We hebben politici met lef nodig die tegen de stroom in durven gaan, zegt Leschtina. Tsjechië moet nog leren omgaan met diversiteit, schrijft een andere commentator. Een dergelijke boodschap kwam vorige week ook van de Eurocommissarissen Andor en Reding die zich zorgen maken over de behandeling van Roma in een aantal Oost-Europese landen.