Een echt deeleconomie
COLUMN - Vorig weekend gingen we op bezoek bij vrienden op een camping in Friesland. De gastheer en -vrouw reden met ons mee. Onderweg belde zij alvast met de receptie om te vragen hoe ze ons als gasten moest aanmelden. Ik begreep het daarop volgende gesprek niet helemaal. Blijkbaar hing dat aanmeldproces af van wie er op dat moment zat, de ene was heel streng en de ander heel makkelijk. Nou kon ik me nog voorstellen dat er heel wat personeelsverloop is op zo’n camping, maar niet dat zo’n proces telkens anders kon gaan.
Bij aankomst werd het duidelijk; het waren de camping-gangers zelf die de receptie bemanden. Om de beurt namen ze een week voor hun rekening. Ook de wc’s werden in roosterdiensten door de mensen zelf schoongemaakt. En brandschoon mag ik wel zeggen. De opgehangen lijsten waren netjes ingevuld met naam en tijdstip, heel professioneel. Even later zag ik een vrouw met een schepnetje het zwembad onder handen nemen. Het hele park zag er prachtig aangeharkt uit.
Dit leek wel een echte deeleconomie. Er is geen centrale beheerder; ze doen alles zelf. De grond is in eigendom van allen, het sta-geld per jaar maar 800 euro. Dat je nog naar beneden kan werken in het voorjaar, als er werkzaterdagen zijn waarop onderhoud wordt gepleegd. De caravans kunnen in de winter gewoon blijven staan.