Dit is een gastbijdrage van Dirk Kloosterboer, onderstaand artikel verschijnt ook in Nieuws Uit Amsterdam.
Hulporganisaties houden humanitaire rampen onbedoeld in stand, stelde journaliste Linda Polman gisteravond in een afgeladen Felix Meritis. Het aansluitende debat met de hulpindustrie kwam echter nauwelijks van de grond.
Polman, die eerder een boek publiceerde over VN-missies en die gisteravond haar nieuwe boek De Crisiskaravaan presenteerde, zei dat geweld en hongerende babies buitenlandse hulp aantrekken. Ook zei ze dat hulpverleners noodgedwongen accepteren dat een deel van de hulp wordt geconfisqueerd door rebellenleiders en dictators om soldaten te voeden en om wapens te kopen.
De mensen die verantwoordelijk waren voor de genocide in Rwanda zouden bijvoorbeeld min of meer de leiding hebben gehad in de vluchtelingenkampen die waren opgezet voor de slachtoffers van die genocide. De miljoenen die popzanger Bob Geldof heeft bijeengebracht met zijn Live Aid concerten zouden zijn gebruikt om een moorddadig ontvolkingsprogramma in Ethiopië te financieren (overigens moet gezegd dat de moederorganisatie van Artsen Zonder Grenzen zelf een van de grootste critici was van de hulp aan Ethiopië).
Een rebellenleider vertelde Polman ooit dat de partijen het conflict in Sierra Leone hadden laten escaleren en zelfs mensen hun armen en benen hadden afgehakt als bewuste strategie om hulp aan te trekken. Of het verhaal waar is valt moeilijk te controleren, maar alleen al het feit dat mensen dit soort strategieën kunnen bedenken vormde aanleiding voor Polman om haar nieuwe boek te schrijven.