Een zachte dood werd mijn moeder niet gegund

Juridische blokkades om een zachte dood mogelijk te maken drijven mensen tot wanhoop en veroorzaken ongeluk en ongelukken. Een goede regeling voor een ‘voltooid leven’ is de juiste manier om waardig met de dood om te gaan. Nu twee maanden terug besloot mijn moeder niet meer te eten en te drinken. Twee weken later is zij overleden. Mijn moeder was bijna 82, maar lichamelijk nog behoorlijk fit, en bijzonder actief: ze organiseerde leesclubs, lezingen, speelde piano en viool, sprak luisterboeken in voor slechtzienden, las veel filosofie, en tot een aantal jaar geleden roeide ze zelfs nog wekelijks. Voor de meeste mensen om haar heen kwam haar beslissing als een donderslag bij heldere hemel. Leven is lijden Toch, voor mijn moeder was het leven lijden geworden. De eenzaamheid die zij na de dood van mijn vader voelde was een leegte die niemand om haar heen kon vullen: haar sociale bezigheden niet, haar kinderen niet en haar kleinkinderen niet. Het was een leegte die gepaard ging met wanhoop en angstaanvallen, die in plaats van af te nemen met het klimmen der jaren enkel groeiden in aantal en duur.

Door: Foto: copyright ok. Gecheckt 24-10-2022
Foto: Emanuelo Kvartalo (cc)

Bijna bejaard

Werd ik eergisteren zomaar 64: al bijna bejaard. Heel raar, want ik had nooit gedacht zo oud te worden, ik had mezelf altijd dood verwacht voor mijn vijftigste. Mijn lichaam deed zijn best: multiple sclerose op mijn 29e, en dat ging aanvankelijk zo hard dat ik na een paar jaar al arbeidsongeschikt was. Vandaar mijn schatting dat ik uiterlijk tegen de vijftig de grens zou hebben bereikt van de mate van makke die ik acceptabel vond.

Daar bovenop kwamen nog een hersenbloeding en een vrij heftige vorm van borstkanker, dit alles doorspekt met soms jarenlange depressies, die al rond mijn zestiende begonnen. Bejaard raken lijkt dan niet echt je voorland. Uit voorzorg heb ik de middelen in huis: sinds eind jaren ’90 beschik ik over pillen om min of meer decent te kunnen sterven.

Maar het viel alleszins mee, weet ik nu. Tot mijn verbazing – en opluchting – is mijn lichaam opgekrabbeld, de kanker weggebleven, de bloeding in mijn hoofd geklaard. Ik werk weer, zelfs fulltime. Zolang ik er maar bij kan zitten en voldoende afleiding voor mijn piekerhoofd heb, ben ik een hele piet.

Wat ik inmiddels heb geleerd, is dit: je wordt meer met de dood geconfronteerd door het sterven van een ander dan door het nadenken over je eigen overlijden. Je eigen dood blijft in zekere zin altijd theoretisch, fictief: je maakt hem feitelijk niet eens echt mee. Maar de dood van anderen – daarvan weet je al te goed hoe schrijnend zeer dat doet, hoe pijnlijk en ingrijpend het voor intimi is, hoe diep en lang dat in hun leven doorwerkt. De dood van een ander is altijd concreet, hard, en onwezenlijk echt.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Mark Turnauckas (cc)

Alles is doodsangst

RECENSIE - Sommige boeken voeren je onverwacht terug naar je middelbare schooltijd. Naar die ellenlange discussies in de kroeg over de gruwel genaamd religie, over nut en noodzaak van een verlicht dictator en de onweerlegbaarheid van het solipsisme. En wanneer ook dat laatste onderwerp afgeschoten was, dan was er altijd wel iemand die poneerde: ‘Al ons gedrag komt voort uit doodsangst’. Seks, de zucht naar macht, naar roem, naar geld: het was allemaal doodsangst. En we bestelden weer een rondje.

Het lijkt een dooddoener zogezegd, maar ‘alles is doodsangst’ is precies wat de auteurs van ‘Hoe de dood ons drijft’ wetenschappelijk willen aantonen. Het zijn drie volgelingen van de in 1974 overleden Amerikaanse cultureel antropoloog Ernest Becker, die weer een leerling was van de psychoanalyticus Otto Rank (die weer een leerling was van Freud).[1] Volgens Becker kon de hele menselijke beschaving verklaard worden vanuit ‘het verpletterende besef van onze fundamentele hopeloosheid en de angst voor onze onvermijdelijke dood’.

Cultuur en zelfwaardering

Doodsangst, zo lezen we, is het onvermijdelijke bijproduct van de grootste gift van de evolutie: ons zelfbewustzijn. Dieren mogen instinctief de dood mijden; alleen mensen weten dat ze, wat ze ook doen, uiteindelijk dood zal gaan. Om deze angst te bestrijden brengen we twee psychologische hulpmiddelen in stelling: cultuur en zelfwaardering. We willen onderdeel zijn van iets groters, een waardensysteem, een cultuur, beweging, geloof of land – iets dat de dood overstijgt. Door daar deel aan te nemen, hebben we de illusie dat iets van ons voortbestaat na de dood. En om dat extra geloofwaardig te maken, scheppen we de illusie dat we bijzonder zijn, dat we uniek zijn, en dat onze bijdrage aan dat systeem (et cetera) dus uniek is.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Geen bal op tv | Dichter bij Remco Campert

COLUMN - ‘Schrijven is leven’, zegt Remco Campert aan het begin van de documentaire ‘Verloop van jaren – dichter bij Remco Campert’. ‘Als ik daarmee ophoud, ben ik er niet meer.’ Alsof het niet andersom is.

‘Die jongen heeft niets of niemand nodig’, had de dichter J.C. Bloem ooit tegen de moeder van Campert gezegd. Bloem had een tijdje naar de jonge Campert staan kijken terwijl die op de tram stond te wachten. Het was nog steeds waar, meende Deborah, Camperts vrouw. Maar dat viel te betwijfelen: ik kreeg sterk de indruk dat het leven op z’n minst een stuk leuker was met zijn vrouw aan zijn zijde. Ik denk zelfs dat ze onmisbaar is.

Ze tikt zijn columns over op de computer. Als ze klaar is, blaast ze op een toeter. In het begin van de documentaire komt Remco Campert dan de trap op strompelen. Aan het eind van de documentaire heeft hij een liftje. Zo’n liftje dat tergend traag langs de trapleuning omhoog glijdt. Als hij wordt opgenomen in het ziekenhuis gooit ze alle asbakken weg. Behalve één asbak, die ze van een dierbare vriendin hebben gekregen. Een paar dagen later, Campert is inmiddels thuis, liggen in die ene asbak weer sigaretten te smeulen.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: copyright ok. Gecheckt 09-02-2022 copyright ok. Gecheckt 09-02-2022

Geen bal op tv | Dood voor beginners

COLUMN - Volgens Denker des Vaderlands René Gude zijn er twee fouten die je kan maken als je te horen krijgt dat je stervende bent. De ene fout is doorgaan met leven alsof er niks aan de hand is, de andere fout is doen alsof het leven al voorbij is.

René Gude zal hoogstwaarschijnlijk de Kerst niet meer halen. Sinds 2007 is hij ziek, sinds 2011 weet hij dat het ongeneeslijk is. Gisteren was hij te gast bij De Wereld Draait Door. Voor de allerlaatste keer. 

Matthijs van Nieuwkerk vroeg of Gude zichzelf nog verbaasd had onlangs. Was er, nu de dood zo nabij was, een reactie die hij niet verwacht had van zichzelf. Gude vertelde dat hij had beseft dat het dagelijks leven, hoeveel je er ook van houdt, eigenlijk best zwaar is. Al die dagelijkse beslommeringen, elke dag opstaan, presteren op school, je verhouden tot andere mensen, een baan vinden, een partner vinden, kinderen op de wereld zetten (of juist niet), ruziemaken, liefhebben: ga er maar aan staan. Het paradoxale was dat je tijdens het leven voortdurend bezig bent om te ontkennen dat het zwaar is, maar dat je, als de dood in zicht is, juist troost kan putten uit het idee dat het allemaal nog niet zo eenvoudig was als je deed voorkomen.