Politici moeten ons vertellen dat we onredelijk zijn
De huidige crisis wijst uit dat er een grote afstand bestaat tussen de wereld die wij aspireren en de wereld die wij waarschijnlijk krijgen als we doorgaan op de huidige weg. De tijd is gekomen voor een bezinning op wat ‘het goede leven’ voor ons moet inhouden, zegt Matthew Taylor, directeur van RSA.
Eén dimensie van de kloof tussen aspiratie en werkelijkheid betreft de werkgelegenheid. Betaald werk is van groot belang voor iemands financiële positie en voor diens welzijn en zelfrespect. Als wij willen dat iedereen straks een betaalde baan heeft, dan moeten er, gelet op de groei van de wereldbevolking, op termijn drie miljard banen worden gecreëerd. Het huidige aantal banen bedraagt 1,2 miljard en massawerkloosheid, vooral onder jongeren, dreigt.
Een andere dimensie van de aspiratiekloof heeft betrekking op de gezondheids- en ouderenzorg. We willen in alle waardigheid leven en oud worden, maar nu al dreigen de kosten volkomen uit de hand te lopen.
We kunnen verschillende dingen doen om het huidige pad te verlaten. In essentie komt het erop neer dat we een betere afstemming moeten vinden tussen onze aspiraties en ons politiek, persoonlijk en sociaal handelen.
Probleem van volgzaamheid
Er lijkt grote overeenstemming te zijn dat het probleem van de politiek er een is van (ontbrekend) leiderschap. Maar misschien is het beter om te spreken van een probleem van volgzaamheid. We zijn politiek gaan zien als een consumptieartikel. We eisen dat we krijgen wat we wensen, zelfs al is wat we wensen onsamenhangend en onmogelijk te realiseren en worden we boos als we onze zin niet krijgen. Het is kortom hoog tijd dat we, gezien de toekomst, een politiek debat voeren over de keuzes die namens ons gemaakt moeten worden.