Energie: vast, variabel, dynamisch of de commons?

Wie een beetje grasduint op social media en de discussie over energie daar volgt komt daar meestal drie smaken tegen: nationaliseer de boel, verplicht energiebedrijven om weer jaarcontracten aan te bieden en tot slot voorstanders van dynamische tarieven. Tot deze laatste behoren vooral 'energienerds' en voorstanders van verduurzaming. Een deel van hen is overgestapt op zogenaamde dynamische energietarieven en roept trots dat ze geld toe krijgen om de elektrische auto te laden. Bij alle drie de opties vraag ik me af: helpt dit de energietransitie verder? Wat hebben mensen met een krappe portemonnee aan de voorgestelde maatregel? Zelf heb ik meer vertrouwen in een commonistische oplossing. Waarbij je samen met je energiegemeenschap je eigen energievoorziening organiseert volgens je eigen spelregels tegen een prijs die je ook zelf (samen) in de hand hebt. Lokaal opgewekte energie lokaal delen met de leden van een energiegemeenschap tegen kostprijs+ Maar eerst wat is het verschil eigenlijk tussen vaste, variabele en dynamische tarieven. Vaste tarieven Een vast tarief is wat het zegt: gedurende de looptijd van het contract betaal je een vast bedrag per kilowattuur of per kubieke meter aardgas. Eventueel is er nog een dag en een nachttarief voor elektriciteit, maar de prijs die je voor beide betaalt per eenheid verbruik verandert niet gedurende de looptijd van het contract. Voor het energiebedrijf komt er heel wat meer bij kijken om een vast tarief aan te bieden aan klanten. Het energiebedrijf moet o.a. inschatten wanneer ze denken dat een klant stroom en gas gebruikt. Waarbij er altijd het risico bestaat dat een klant meer of minder gebruikt dan vooraf ingeschat. Of dat de ingekochte elektriciteit niet gelijktijdig geproduceerd en afgenomen wordt, waardoor onbalans ontstaat. Ook kan het zijn dat een energiebedrijf een deel van de op termijn ingekochte energie vooruit moet betalen. Vaak is dat een percentage van de contractwaarde, de beruchte margin call. Al deze kosten versleutelt het energiebedrijf in het vaste tarief. Lange tijd zijn vaste tarieven een goede manier geweest voor energiebedrijven om klanten te binden. Een jaar of langer vastigheid over de prijs van gas en elektriciteit, maar dan ook zo lang klant zijn. Bij overstappen volgt een boete. Deze was relatief laag, waardoor overstappen bij prijsdalingen lucratief was voor klanten. In de toekomst zal deze gebaseerd worden op de tarieven die je hebt afgesproken en de tarieven die nu gelden. Vergelijkbaar met hoe de boeterente wordt berekend bij tussentijds oversluiten van je hypotheek. Hoe hoger de tarieven die je betaalt en hoe lager de huidige tarieven, hoe hoger de overstapboete. Dat geeft energiebedrijven zekerheid dat klanten die bij de huidige hoge prijzen toch kiezen voor 3 jaar vast niet zomaar weg kunnen lopen als de prijzen onverhoopt toch dalen, waarmee zij blijven zitten met duren inkoopcontracten. De eerste energiebedrijven bieden al weer vaste contracten aan of het verstandig is om in een markt met dalende tarieven je tarief voor een jaar vast te zetten? Wie het weet mag het zeggen. Veel zal afhangen van de beschikbaarheid van aardgas komende winter en van een geslaagde herstart van Frankrijks kerncentrales. Voor mensen die veel behoefte hebben aan zekerheid over hun energiekosten kan het een uitkomst zijn. Aan de andere kant: tot en met december bent u beschermd via het prijsplafond. Dat biedt ook kansen om te experimenteren met andere contractvormen. Variabel Bij een variabel conctract past het energiebedrijf het energietarief maandelijks aan. Dat kan omlaag zijn, zoals momenteel gebeurd, maar ook omhoog. Het nadeel is dat het geen zekerheid geeft over de kosten op jaarbasis. Voor eigenaren van zonnepanelen is het nadeel dat de tarieven in de zomer lager liggen, waardoor de zomerse kilowatturen tegen lagere tarieven vergoed worden dan ze in de winter zijn afgenomen. Het voordeel voor de klant is dat een variabel contract, waarbij de tarieven maandelijks worden gewijzigd, iedere maand opzegbaar is. De tariefswijziging biedt daar ruimte voor. Op die manier kan je de komende maanden profiteren van de goedkopere stroom in de zomer (meer zon in de mix). Rond september, oktober moet je dan wel opletten of het niet tijd is om alsnog de tarieven een jaar vast te zetten. Voor mensen met een krappe beurs kan een variabel tarief een optie zijn. Hou er wel rekening mee dat tarieven vaak net wat langzamer dalen dan dat ze stijgen. Je profiteert dus net wat minder van dalende prijzen dan bij een dynamisch tarief. Dynamische tarieven De aanbieders van dynamische tarieven rekenen met uurtarieven van de zogenaamde day ahead markt. Op uren dat veel zon en wind verwacht wordt en de vraag laag is zijn de tarieven ook laag. Het kan zelfs voorkomen dat je in die uren geld toe krijgt om stroom af te nemen. Het voordeel voor afnemers van een product dat slechts beperkt op te slaan is en een elektriciteitssysteem met onvoldoende flexvermogen (energiegebruikers die bereid en in staat zijn meer af te nemen op momenten met veel aanbod). Voor energienerds of mensen en bedrijven die actief bezig zijn met energie kan een dynamisch tarief een goede manier zijn om op kosten te besparen. Bijvoorbeeld door de elektrische auto of thuisaccu op te laden als de prijs laag is, of door de vaatwasser nog even uit te stellen. Of door het productieproces af te stemmen op het moment dat er veel elektriciteit beschikbaar is (wat zeker geen nieuw idee is). Negatieve prijzen hebben echter ook een negatief effect op de energietransitie: want waarom zou je in zonnepanelen of windturbines investeren als er een toenemend aantal uren is waarop je geld moet betalen om je product af te zetten? Zeker bij leden van energiecoöperaties, waar niet alle leden even veel kaas van de energiemarkt hebben gegeten, geeft dat verwarring en twijfel. Negatieve prijzen zijn namelijk met regelmaat goed voor een nieuwsbericht. Je kan natuurlijk ook zorgen dat je zonnepanelen uit gaan als de prijs onder nul zakt. Dat gaat echter ten koste van de inkomsten, tenzij je zorgt dat je een vergoeding krijgt voor het terugschroeven van de productie. Zoals Zeeuwind bijvoorbeeld heeft gedaan. Het nadeel van dynamische tarieven is dat ze niet alleen omlaag, maar ook omhoog kunnen. Tot en met december ben je beschermd door het prijsplafond, dat wordt (terecht!) berekend over het gemiddelde tarief en niet per uur. Vanaf 2024 ben je niet meer beschermd. Dan ben je volledig overgeleverd aan de markt. Bij dynamische tarieven wordt een deel van het risico namelijk neergelegd bij de klant. Soms betaal je minder dan bij een variabel of vast elektriciteitstarief, maar soms ook erg veel. Wat betekent dat je potentieel voor hele hoge kosten kan komen te staan, tenzij je in staat bent het verbruik van elektriciteit uit te stellen. Zeker inwoners met een krappe beurs hebben daar naar mijn inschatting beperkt mogelijkheden toe. 's Avonds wil je licht, de was moet een keer gedaan worden en het verbruik wordt vaak al tot een minimum beperkt. Een extreem voorbeeld van de risico's van dynamische tarieven deed zich in 2021 in Texas voor, waar de prijs door het uitvallen van gascentrales t.g.v. winterkou, steeg van 5 $cent/kWh naar 9$/kWh. Nu acht ik de kans dat Nederland vergelijkbare problemen op de elektriciteitsmarkt krijgt niet groot, aan de andere kant had ik je twee jaar geleden ook voor gek verklaard als je had beweerd dat de gasprijs boven de Euro 2 per kubieke meter uit zou komen of de elektriciteitsprijs (kaal leveringstarief) zou vertienvoudigen naar meer dan 50 Eurocent per kWh. Vraagtekens bij dynamisch Hoewel een dynamisch tarief, waarbij je soms zelfs geld toe krijgt om stroom af te nemen, heel cool lijkt ben ik er geen fan van. Voor investeerders in wind- en zonne-energie is het lastig: waarom investeren in een product dat in toenemende mate te maken krijgt met negatieve prijzen? Voor afnemers met een krappe beurs is het lastig: wat als tegenover de kans op een lage rekening ook kans op een hoge rekening staat? Dat eerste is fijn, dat tweede onbetaalbaar. Ik begrijp mensen (met een krappe beurs) die bereid zijn te betalen voor zekerheid heel goed. Al is het maar omdat ik zelf ook liever zekerheid heb, al weet ik dat zekerheid ook een prijs kent. Zelf zoek ik ook meer vastigheid, onder andere omdat onze inkomsten over de jaren nogal fluctueren. Onze hypotheekrente staat nog 20 jaar vast, ons gasverbruik hebben we geëlimineerd (lukt namelijk niet om langer dan paar jaar vast te zetten) en ons elektriciteitsverbruik hebben we op jaarbasis voor 80% afgedekt met zonnepanelen en winddelen (huidige stand 75%). Onze winddelen leveren jaarlijks zo'n 4.500 kWh elektriciteit. De windturbines waarin we hebben geïnvesteerd gaan nog 2 tot 8 jaar mee. Ons elektriciteitsgebruik wordt maandelijks weggestreept tegen de productie van onze winddelen (enkel leveringstarief) en de productie van onze zonnepanelen (leveringstarief en energiebelasting). In ruil daarvoor betalen we per winddeel een vergoeding voor onbalans. In normaal Nederlands: we betalen het energiebedrijf om stroom te leveren als het niet waait en om stroom te verkopen als het waait, maar we geen stroom gebruiken. In het model waar we voor gekozen hebben is het probleem van gelijktijdigheid (en het financiële risico daarvan) voor het energiebedrijf. Nu de elektriciteitsprijzen sterker omhoog en omlaag stuiteren gaan de kosten die het energiebedrijf rekent voor het niet gelijktijdig gebruiken en producten omhoog. Het energiebedrijf stimuleert ons niet om gebruik en productie in balans te brengen. Local4Local Bij Local4Local kiezen de energiecoöperaties een andere route. Zij zetten juist in op het stimuleren van gelijktijdigheid van productie en gebruik van elektriciteit. Wanneer elektriciteitsproductie en afname gelijktijdig plaatsvinden kun kunnen ze (langjarig) scherpe en vaste elektriciteitstarieven bieden aan hun leden, maar ook een eerlijk rendement voor de leden die investeren in de wind- en zonprojecten. Wanneer er bij Local4Local meer wordt afgenomen dan geproduceerd wordt dit ingekocht bij een andere energiecoöperatie of op de elektriciteitsmarkt. Als er minder wordt afgenomen dan geproduceerd wordt het restant verkocht aan een andere energiecoöperatie of op de spotmarkt. Bij negatieve prijzen kan er ook voor gekozen worden om de productie van een installatie terug te schroeven. De tarieven die energiecoöperaties kunnen rekenen zijn gebaseerd op wat ze kostprijs+ noemen. Dat is een tarief dat gebaseerd is op een eerlijke vergoeding voor de investeerders, het energiebedrijf dat de administratie verzorgt en voor de lokale energiecoöperatie die het project realiseert. Het marktmodel biedt ook de mogelijkheid om langjarige afspraken te maken tussen afnemer en producent, of tussen de lokale energiecoöperatie en haar leden. Een filmpje van Streekenergie ter verduidelijking van het model: [embed]https://youtu.be/7509wF6Xvlo[/embed] Betuwewind, een van de pioniers, rekent haar leden maximaal 16 Eurocent per kilowattuur. Een tarief waar je in de huidige markt een puntje aan kan zuigen. Momenteel kunnen ze geen klanten onder hun leden werven, omdat de productiecapaciteit volledig verkocht is. Een overstap zou wel een forse besparing betekenen op de energierekening. Om aan meer leden te gaan leveren is het wel nodig dat er nieuwe projecten van de grond komen. Lees: er zijn meer zonnedaken, zonnevelden en windturbines nodig. Of misschien wel een biogascentrale op groen gas van de lokale mestvergister... Allemaal energiebronnen met nadelen, alleen hebben de alternatieven (of het nu kolencentrales, gascentrales, kerncentrales of waterkrachtcentrale zijn) dat ook. Het voordeel van Local4Local: omwonenden zullen er bij de huidige prijzen zelf om gaan vragen, want wie wil dat nou niet: zekerheid over de energiekosten voor de komende 10 tot 20 jaar? Binnen de coöperatie waar ik zelf actief ben zitten we ook te sleutelen aan de business case voor een windturbine. Het voorlopige plan is om deze zonder subsidie te realiseren. De verschillende scenario's die we hebben laten doorrekenen laten de waarde van gelijktijdigheid zien: bij 60% gelijktijdigheid is het benodigde kostprijs+ tarief 35% hoger dan bij 100% gelijktijdigheid. De scenario's laten ook de waarde van lange termijn afspraken zien. Wanneer we afspraken kunnen maken voor de komende 15 jaar kan het kostprijs+ tarief ruim de helft zakken ten opzichte van een prijsafspraak voor 5 jaar. Het nieuwe model roept nog wel veel vragen op: Welke nieuwe leden/klanten laat je toe tot het collectief? Wat doe je als de energievraag niet gelijktijdig is met de energieproductie? Hoe verdeel je de kosten van ongelijktijdigheid over de leden? Wat vinden we eerlijke vergoedingen voor de investeerders, voor de coöperatie en voor het energiebedrijf? Welke productie-installatie schakel je uit als de prijzen onder nul zakken en er onvoldoende elektriciteitsvraag is binnen het collectief? Vragen die je via marktprikkels (prijzen) kan oplossen, maar ook via de aloude methodes van de commons. Ondanks de vragen die het model oproept biedt het Local4Local model vooral kansen. Daarbij biedt het prikkels om te zorgen dat vraag en aanbod op de elektriciteitsmarkt in evenwicht komen, een prikkel die mist in het Windcentrale model. De mogelijkheid om lange termijn afspraken te combineren met de spotmarkt voor elektriciteit zorgt dat je het beste pakt van beide werelden. De gemiddeld goedkopere tarieven van de spotmarkt met de zekerheid en vastigheid van hernieuwbare bronnen.

Foto: stalkERR (cc)

Twitter. Wat is het? (3/3)

ANALYSE - Een draadje over Twitter. Over vrijheid, meningsuiting en waarom presidenten geen Twitteraccount moeten hebben. Over monopolies en het sociale mechanisme dat Twitter macht geeft. Over de vraag of Twitter eigenlijk wel een bedrijf moet zijn. |deel 1| |deel 2|

Standard Oil

Theodoor Roosevelt, de 26ste president van de V.S., liet het Bureau of Corporations een rapport opstellen over Standard Oil dat in 1906 naar het congres werd gestuurd. Sinds 1890 was de Sherman Antitrust Act tegen monopolievorming van kracht. Maar hoewel ze was aangenomen, werd ze nog niet afgedwongen. Daar moest verandering in komen. Zeker na de publicatie van 19 artikelen van journalist Ida Tarbell onder de naam The History of the Standard Oil Company. Het vernietigende rapport liet nog duidelijker het machtsmisbruik zien dat Standard Oil gebruikte om concurrenten uit te schakelen.

Maar alvorens de zaak naar de rechter te sturen nodigde hij directeur John D. Rockefeller uit voor een geheime bijeenkomst in het Witte Huis. Hij opperde dat het private kartel Standard Oil niet perse opgebroken hoefde te worden. Het zou ook een publiek kartel kunnen worden, met de staat als aandeelhouder. Het ging hem namelijk niet zozeer om het economische probleem, het monopolie en het gebrek aan concurrentie. Dat zou in een publieke variant immers blijven bestaan. Het ging hem om het politieke probleem. Het ging hem om de macht van Standard Oil, dat zich boven de wet waande. Dat ondermijnde de macht van de democratie.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Oud en Nieuws: Koud en droog

Winter was koud, droog en erg zonnig

Water en Winter

In Montreal was het die dag in 1901 ook droog, maar voor het blussen van de brand in het Thomas May gebouw in McGill Street had men flink wat water nodig. Vorst en overvloedig water maken mooie objecten voor fotografen.

Een actuele nieuwskop met een foto uit de archieven van een van de nationale archieven, universiteiten en musea die op Flickr deelnemen aan het project The Commons. Verborgen schatten gepubliceerd.

Foto: Schermafbeelding uit filmpje Tragedy of the Commons copyright ok. Gecheckt 17-10-2022

De bezuinigingen overleven we wel: koop gewoon een meent

We kunnen wel gaan klagen over de bezuinigingen, maar ook zelf actie ondernemen, zeggen Ernst van den Hemel, Wouter Osterholt en Elke Uitentuis in deze gastbijdrage. De oplossing ligt in de meent, ’the commons’. Maar dan moeten we een aantal valkuilen vermijden.

De Meent. Het woord staat bij de meesten bekend als de naam voor een straat in Rotterdam, een verpleeghuis in Gorinchem, of een ijsbaan in Alkmaar. In feite is het de Nederlandse variant van het Engelse the commons: een ruimte, bijvoorbeeld een veld, dat van iedereen en tegelijkertijd van niemand is. De meent heeft, voor het in de vergetelheid raakte, eeuwenlang bestaan als een vorm van omgaan met een ruimte die onder eigen verantwoordelijkheid viel, maar die toch gedeeld was. Op dit moment wordt de politiek beheerst door bezuinigingsdrift en wordt het marktdenken aangevoerd als realistisch alternatief voor subsidie. Verzet tegen beiden blijft vaak machteloos en passief. Het is een goed moment om de meent nieuw leven in te blazen.

Want onlangs publiceerde de Raad voor Cultuur het advies Slagen in Cultuur, culturele basisinfrastructuur 2013 – 2016, waarin weer voor genoeg instellingen slecht nieuws te lezen viel. De val van het kabinet verbeterde de situatie wellicht iets, maar een fundamentele verandering heeft er tot nog toe niet plaatsgevonden. Het blijft een verdelingskwestie: geen BTW-verhoging op cultuur, maar dan wel weer de rollator uit het pakket, enzovoorts. Dat zal allemaal heel noodzakelijk zijn, maar het maakt het verdedigen van culturele ruimtes en praktijken er niet simpeler op.  Simpel weg “nee” of “boe!” zeggen tegen bezuinigingen op cultuur verschuift het probleem alleen maar. De verdediging van een specifiek cultureel project komt neer op het moeten bezuinigen op het ander.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.