Wat Amerika van Wagner kan leren
Op de top 20 van meest gespeelde opera’s in de Verenigde Staten prijken vier opera’s van Mozart, een niemendalletje van Johan Strauss, een paar Franse opera’s waaronder Carmen, en verder voornamelijk Italiaanse opera’s. De naam Richard Wagner is opvallend afwezig. Het werk van de man geldt klaarblijkelijk nog altijd als besmet. Dit is merkwaardig. Goed, Wagner was anti-semiet, maar dit komt nergens expliciet in zijn opera’s naar voren. Andere culturele figuren wier werk expliciet anti-semitische uitspraken bevat, zoals Shakespeare, Voltaire, en Dostojevski, worden hier nooit op aangesproken. Mozarts Die Zauberflöte haalt de tiende plek op de lijst, hoewel deze opera openlijk racistische elementen bevat. Wagners misdaad kan als ‘being anti-semitic while German’ omschreven worden.
Maar is het erg dat Amerikanen niet van Wagner houden? Het antwoord hierop is ondubbelzinnig ‘ja’. Natuurlijk, Wagner zelf was een onaangename man, en zijn opera’s neigen ertoe bombastisch te zijn, en ook (mag het gezegd worden) wat aan de lange kant. Maar hij brengt een boodschap die met name voor de Verenigde Staten van het hoogste belang zijn.
Het gaat hier om de vierdelige Der Ring des Nibelungen. We leven in een fantasy-achtig universum, waarin er drie grote machten zijn: de dwergen, ook wel de Nibelungen genoemd, die gedreven worden door rancune; de stompzinnige, hersenloos gewelddadige reuzen; en de machtigsten van allen, de goden. Der Ring des Nibelungen is uiteindelijk het verhaal van de val van de goden. Hoe gebeurt dit? De goden hebben de macht, niet omdat ze sterker zijn dan hun concurrenten, maar omdat ze hun macht stoelen op rechtvaardigheid, en ook de belangen van degenen zonder macht proberen te dienen. Maar de goden laten zich meeslepen in de lage machtsspelletjes van hun concurrenten (in het bijzonder, de strijd om de ring), en verliezen hun morele gezag, en daardoor, uiteindelijk, alles. En met hun val gaat de wereld ten onder.