CNV voorzitter René Paas zegt morgen in een interview dat, wat het CNV betreft, de AOW leeftijd naar 67 jaar kan. Waar de collega;s van de FNV nog mordicus tegen zijn, maakt Paas de ruimte om te verkennen wat er zoal mogelijk is qua hervorming van het arbeidsstelsel. En dat is belangrijk, want er zijn prangende zaken die al te lang zijn blijven liggen, zoals de kosten van de vergrijzing die moeten worden opgevangen. En bij voorkeur niet alleen door de jongere generaties.
In de reacties bij het nieuwsbericht met de uitspraak van Paas -even tussen de typische Telegraaf reacties doorlezen- vind je regelmatig een aantal standaard vakbondsreflexen terug: “Ammennooitniet”. “Ik heb er xx jaar voor gewerkt, mag ik niet van een oude dag genieten”. “Wij hebben dit land opgebouwd na de oorlog”. etc etc.
Een van de primaire bestaansredenen van vakbonden is echter solidariteit. Tussen werkenden en niet werkenden, tussen hoog- en laagopgeleiden, maar ook tussen jong en oud. De vraag is alleen of de vakbonden in staat zijn om beide te vertegenwoordigen.
Jong en oud hebben andere belangen, de wereld van de werkende ‘jongere’ is radicaal anders dan die van de bijna gepensioneerde babyboomer: Werkenden brengen de AOW op, maar de hoeveelheid werkenden neemt af en de hoeveelheid gepensioneerden neemt explosief toe. Het aantal banen voor het pensioen verschilt enorm, evenals de loyaliteit aan een werkgever. Jonge werknemers zijn bijvoorbeeld vaak niet meer gebonden aan een bepaalde sector en worden gedwongen hun pensioen mee te nemen naar het volgende sector pensioenfonds. Keer op keer op keer, met alle nadelige gevolgen. Kennelijk geldt de keuzevrijheid die we als consument zo nodig hebben, niet voor financiële producten. De vakbonden zijn zich overigens wel bewust van deze, en andere, problemen en zien ook wel dat er veranderd zal moeten worden om de arbeidsmarkt draaiende te houden.