Karst, de alwetende eenling
‘Familie en vrienden typeren Tates als antiburgerlijk en anti-alles. Documenten, boeken, aantekeningen en tatoeages suggereren wel dat hij affiniteit had met rechts-radicale ideeën. Zo verdiepte Tates zich in de oude Noordse volkeren en in het runenschrift. Ook las hij werken van Nietzsche en Celine, maar ook heel andere dingen, aldus het rapport.’ (Bron: NOS)
Heel andere dingen. De Veronicagids? GeenStijl? Schold hij soms hele commentboxen vol? Nee. Karst had geen internet. Ik zie Karst weer zitten, net zoals ik hem kort na de aanslag zag. Voor zich uit starend. Leeg. Emotieloos.
Louis-Ferdinand Céline. In twaalf jaar geen boek meer van ingezien. Reis naar het Einde van de Nacht, Dood op Krediet: alsof de pagina’s besmeurd zijn met zure regen en zwarte modder. Zullen boekhandels vandaag bezoek kunnen verwachten van hen, de Karsten, telgen uit de marge? De Karsten die we niet kennen. Beleefd schrapen ze hun keel en vragen de boekhandelaar: ‘Hebt u misschien iets van Céline?’
Karst is niet de gedroomde moordenaar. Geen moslim. Geen jonge gamer. Geen activist. Geen perverseling die al jaren stiekem de lijken in zijn tuin verborg. Alle ingrediënten voor een zachtmoedige loner. Een Suzuki Swift, een baantje als vorkheftruckchauffeur, een nieuwbouwwoning in een dorp: niet bepaald de ingrediënten van een slasher. En dan is hij ook nog eens dood. Geen lynchpartij meer denkbaar, geen politieke partij die zijn bloed wil zien. Want we hebben het bloed al gezien.