Het nieuws van woensdag werd beheerst door het rapport van de commissie Veerman. Die neemt het risico van een mogelijke zeespiegelstijging kennelijk wel serieus en beveelt een tweede Deltaplan aan. Belangrijkste doelstellingen van dat plan zouden moeten zijn: het verhogen van de dijken, speciaal de zeedijken, het verbreden van de kuststrook en het verhogen van de waterstand in het IJsselmeer met zo’n anderhalve meter.
Dat laatste klinkt op het eerste gezicht een beetje tegenstrijdig, maar de toelichting verduidelijkt veel. Veerman c.s. verwachten namelijk naast veel water ook veel droogte, en dat dan afwisselend natuurlijk. Tijdens een lange droge periode dreigt verzilting van de landbouwgronden en de waterreservoirs langs de kust. Landinwaarts hebben we dus een groot spaarbekken nodig om Nederland in perioden van langdurige droogte van voldoende zoet water te kunnen voorzien.
Bravo, wat een gedurfd plan. En wat fijn dat men de gevaren nu eindelijk serieus begint te nemen. Zelf roep ik al een tijdje in de woestijn dat het best wel net zo erg zou kunnen worden met de zeespiegelstijging als Al Gore in zijn film laat zien. In de weekendbedenking van a.s. vrijdag, die ik al voor het rapport geschreven had, noem ik wat dat betreft een paar spannende cijfers. Gezien de reactie van J.P. lijkt de regering ook eindelijk doordrongen van het gevaar. Als een rechtgesnaard boekhouder bedacht hij meteen dat er een Deltawet moest komen om de financiering te regelen (wat de doelstelling van die wet ook verder wezen moge).