Linksaf bij de Chinees in Grevenbicht

Het was nacht en mijn vader stuurde de auto linksaf bij de Chinees in Grevenbicht, een smal straatje in dat na drie lantaarnpalen aan zijn lot wordt overgelaten. Het licht van de laatste huizen ijlde nog even na in de spiegels van de auto en toen waren we alleen, tussen donkere weilanden en deinende maisvelden.                In de verte moest ons eigen dorp liggen, maar het was totaal verduisterd, alsof men geen nachtelijke reizigers wenste te attenderen op haar bestaan. Dat kost weinig moeite. Aan deze kant van het dorp liggen de huizen met hun rug naar het donker. Ineens kwamen er koplampen op ons af. Mijn vader remde en stuurde de rechterwielen de berm in. De koplampen remden niet en reden langs ons of we er niet waren.                   Een klap.

Door: Foto: Maritha (cc)
Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Verslaving

COLUMN - Waarin de auteur op een bedrijfsuitje leert hoe de mensheid in twee groepen te verdelen is.

Het bedrijfsuitje moest anders, dit jaar. Geen speurtocht of hindernisbaan, maar werken voor een goed doel. Dat idee kon op brede instemming rekenen.
    Het ging niet om het geld, maar toch werd het enthousiasme enigszins gedempt toen bleek dat goede doelen even duur waren als reguliere bedrijfsuitjes. De aanbieders van speurtochten en hindernisbanen hadden onze wensen allang voorzien en alvast de charitatieve markt overgenomen.
     Na enig speurwerk kwam onze leidinggevende bij de gemeente terecht. De plantsoenendienst had nogal geleden onder de bezuinigingen, met allerlei achterstallig onderhoud tot gevolg. Dat mochten we gratis komen doen en we kregen ook nog koffie toe. Oploskoffie, om precies te zijn.
    Ik zat in het groepje dat bruggen ging poetsen in de Delftse hout. Met schuursponsjes en emmers slootwater gingen we de bruggen te lijf.
    Na twee uur zwoegen, hadden we vier bruggen schoongemaakt. Twee waren enigszins schoon, bij de andere hadden we vooral de graffiti opgepoetst en van algen ontdaan.

Na de lunch hervatten we onze taak. Een tijdje poetsten we zwijgend. Toen keek een collega op haar horloge. Het was half twee. Volgens het programma resteerde er nog een half uur van het goede doel.
    ‘Misschien kunnen we nog net twee bruggen doen,’ zei de collega. Ze zei op een toon die beter paste bij de zin: misschien krijgen we wel champagne zo meteen.
    ‘Dat zou mooi zijn,’ zei iemand anders.
    ‘Anders gaan we gewoon wat langer door,’ zei een derde.
    Er ging iets van opwinding, van begeerte door de groep. Iedereen begon sneller te schrobben met de sponsjes. Als we doorwerkten, konden we misschien nog een brug doen.
    Je hoort mensen wel eens zeggen dat ze passie in hun werk zoeken. Meestal betekent het dat ze fantaseren over ander werk. Als je ons zag schrobben, moest je constateren: het gaat niet om het werk zelf. Je hebt mensen met een verslaving aan het nuttig zijn en mensen zonder die verslaving.

Doneer!

Sargasso is een laagdrempelig platform waarop mensen kunnen publiceren, reageren en discussiëren, vanuit de overtuiging dat bloggers en lezers elkaar aanvullen en versterken. Sargasso heeft een progressieve signatuur, maar is niet dogmatisch. We zijn onbeschaamd intellectueel en kosmopolitisch, maar tegelijkertijd hopeloos genuanceerd. Dat betekent dat we de wereld vanuit een bepaald perspectief bezien, maar openstaan voor andere zienswijzen.

In de rijke historie van Sargasso – een van de oudste blogs van Nederland – vind je onder meer de introductie van het liveblog in Nederland, het munten van de term reaguurder, het op de kaart zetten van datajournalistiek, de strijd voor meer transparantie in het openbaar bestuur (getuige de vele Wob-procedures die Sargasso gevoerd heeft) en de jaarlijkse uitreiking van de Gouden Hockeystick voor de klimaatontkenner van het jaar.

Lezen: Venus in het gras, door Christian Jongeneel

Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.

Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.

Foto: copyright ok. Gecheckt 21-02-2022

Niet dezelfde plek (slot)

Waarin de auteur ons tussen al het verkiezingsgeweld door vertelt hoe zijn vakantie op dezelfde camping (maar niet dezelfde plek) als vorig jaar afliep.

Wat er voorafging: deel 1, deel 2.

Na de man met de OV-fiets, arriveerde een man in een donkere auto. Het voertuig was her en der met stukjes duct-tape beplakt, zoals je de wondjes verzorgt van een scheerbeurt met een te bot mes. Zijn zoontje ging met een stripboek op een klapstoel zitten. Ondertussen zette de man met een geconcentreerde blik een grote De Waard-tent op – het type bezit dat bij een boedelscheiding wordt ingedeeld bij de kapitaalgoederen.
    Het zoontje deed eindeloos met het stripboek. Misschien kon hij niet zo goed lezen of wilde hij het contact met zijn leeftijdsgenoten nog even uitstellen.
    De gescheiden vriendinnen van mijn vrouw sloegen de man belangstellend gade. Hij had kort haar, een juristenbrilletje en een vriendelijke gezichtsuitdrukking.
    Ik vroeg hen hoe ze zijn sociaaleconomische status inschatten. Het leek me dat de dames niet op zoek waren naar een kostganger.
    Van de status kon je niets van zeggen, vond een van hen, een psychotherapeute. Ze was getrouwd geweest met een man die zichzelf had heruitgevonden als kunstenaar, dus ze leek me geschoold in het detecteren van uitvreters.
    Toen de tent overeind stond en de auto was weggebracht, zette de man een kopje kruidenthee voor zichzelf en het zoontje. Dat dronken ze op terwijl ze zwijgend naast elkaar zaten voor de tent.
    Mijn vrouw en haar vriendinnen dronken ook kruidenthee.
    Ik probeerde de interesse van de dames aan te wakkeren. Maar het wilde niet vlotten met de begeerte.
    Na de man met de OV-fiets en de man met de kruidenthee, trok mijn vrouw de heldere conclusie dat we ons soort mensen, onszelf dus eigenlijk, niet begeerlijk vonden.
    Die observatie sprak me aan. Waarheid is mooi, maar waarheid met beetje zelfkastijding is beter. De heroïek van de kleinburger ligt in het masochisme, het vermogen om genot te destilleren uit vernedering.
    Ik drink weliswaar geen kruidenthee, of welke thee dan ook, maar toch observeerde ik de man in het besef mezelf te observeren.
    Je hoort mensen wel eens zeggen dat ze op vakantie zo fijn tot jezelf kunnen komen. Alsof dat moeilijk is. Je hoeft alleen maar om je heen te kijken, dan weet je precies wat voor vlees je in de eigen kuip hebt.
    Anderen zien dat ook. Een paar dagen eerder had de eigenaar van een kanoverhuurbedrijf meteen geraden op welke camping we stonden. Tussen zijn bedrijf en onze camping zaten zeker tien andere campings. Maar hij had geen moment geaarzeld.
    Wie moeite heeft tot zichzelf te komen, kan zich wenden tot kanoverhuur Nieuwe Brug.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Maand tweeënzeventig

Bijzinnen schrijft brieven aan zijn kinderen. Vandaag een brief aan Vera.

Lieve Vera,

Je moeder stelde voor om naar het strand te gaan. Zoiets zal ik zelden voorstellen. Het gezinsuitje is het antwoord op een vraag die zich blijkbaar niet aan me opdringt. Gelukkig wordt je moeder wel geplaagd door die vraag. Ik heb me toegelegd op het instemmen. Dat is ook een noodzakelijke vaardigheid.
‘Het is de laatste mooie dag van de zomer,’ zei ze. Ik kreeg de indruk dat het ook de laatste dag was van iets anders – een kans die buiten bereik raakte, een hoop die ze moest loslaten.
‘Nu is het allemaal weer begonnen,’ had ze eerder opgemerkt. School, werk, maar meer nog de dagen die aaneenplakken, de kortademigheid. Vermoed ik. Ik merk het verschil niet zo. Mijn ademhaling vindt weinig houvast in vakantieroosters of seizoenswisselingen.
   Met jou had ze geprobeerd te praten over je nieuwe klas. Je bent net zes geworden en gaat nu naar groep 3, wat vroeger de basisschool heette. Een grote stap. Maar haar vragen liepen stuk op jouw weigering om groep 3 als iets bijzonders te zien. ‘Ik ben toch al een dag gaan wennen, voor de vakantie?’ zei je. En daarmee was de kous af.
De laatste mooie dag van de zomer was bewolkt en fris. Jij en je zus speelden in de poelen op het strand. Het kippenvel bedekte je armen en benen. We voetbalden. En ik begroef jullie voeten een paar keer.
We zaten op het zand en je moeder zei: ‘Ik heb het koud.’
Ik sloeg mijn arm om haar heen. Tenminste, ik hoop dat ik dat deed. Helemaal zeker weet ik het niet meer.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Wijn en Coke

Het was half vier ’s nachts. Een meute mensen bewoog net genoeg heen en weer om hun aanwezigheid op de dansvloer te rechtvaardigen. De muziek was zestig jaar oud en nagenoeg ondansbaar, maar men weigerde de dansvloer te verlaten.

Die middag had ik gezegd: we gaan dansen. Het was het soort overmoed dat allang niet meer jeugdig is. Rondom overmoed bestaat een soort leeftijdsdiscriminatie. Boven de veertig heet het ineens: wanhoop.
Wijn en Daan hadden verdacht enthousiast gereageerd op de term ‘dansen’. Ook zij zijn de veertig gepasseerd.

Wijn danst precies zoals hij twintig jaar geleden danste. Ook toen was het niet al te best. Hij moest het vooral van enthousiasme hebben. Je goot er een paar chocomel in en hij danste langer dan het Duracell-konijn kon trommelen.
De chocomel is een jaar of tien geleden afgedankt. Tegenwoordig drinkt hij de hele avond ginger ale. Je kunt dat lood om oud ijzer noemen, maar ik vind het troostrijk. Zolang je de moeite neemt om je voorkeuren in suikerhoudende drankjes bij tijd en wijle te herzien, heb je de toekomst nog niet afgeschreven.
Daan stond op de dansvloer met iemand te praten. Als Daan de dansvloer ziet, dan ziet hij mensen die om een goed gesprek verlegen zitten.
Dus ik keek naar Wijn.
Ik was niet de enige. Voor me stonden een meisje en jongen te kijken. Ze waren in overleg.
‘Hij is helemaal out!’ riep het meisje. Met haar wijsvinger tekende ze een kurketrekker op haar voorhoofd.
‘Ex!’ riep de jongen.
Ze observeerden hem een moment nauwkeurig.
Toen zei het meisje: ‘Nee coke, denk ik.’
Ze keken weer naar de man die het dansen van elke esthetische pretentie had ontdaan, in ruil voor de bewondering van alle toeschouwers die wel eens beelden van de kolibrie hadden gezien en nu ineens beseften ten onrechte te hebben geconcludeerd dat de mens niet was toegerust voor een dergelijke slagfrequentie.
‘Je hebt gelijk, het is coke,’ riep de jongen.
Op dat moment was Wijn zonder twijfel de nuchterste bezoeker van het Amsterdamse nachtleven.

Tijdens het fietsen naar onze slaapplek, vertelde ik hem dat toeschouwers na rijp overleg hadden besloten dat hij coke had gebruikt.
‘Echt?’ vroeg hij. ‘Dachten ze dat echt?’
Het was donker, maar het viel duidelijk te zien: hij glom.

Lees meer bij Bijzinnen.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Maand zesenzestig

Lieve Vera,

Sinds kort draag je een roze bril. ’s Ochtends is ook nog je linkeroog afgeplakt. Dan zie je er uit als een onvoltooid robotje uit een oude sciencefictionserie. Ik weet niet waar liefde eindigt en medelijden begint, maar ik kan niet ontkennen dat het me aantrekt. Nietzsche heeft ooit het medelijden doorgrond als een vorm van begeerte.
Ondertussen draag jij je oogparafernalia met trots. Dat je trots het gevolg is van zorgvuldig gechoreografeerde oplichting door de volwassenen om je heen, versterkt mijn begeerte alleen maar.
Vorige week sneuvelde je bril op het schoolplein. Hij is nog niet gemaakt. Daardoor is je schoonheid tijdelijk hersteld. Je schoonheid schept afstand, ik kan er niets anders van maken. Het doet me haast verlangen naar meer gebreken in je leven.

Verder hebben we het beschavingsproject onverdund voortgezet. We corrigeren jou en je zus dat het een aard heeft. Ik mag er in ironische termen over spreken, de praktijk is ondubbelzinnig. Dat heeft weinig met opvoedkundige doelen te maken en alles met eigenbelang. Jouw beschaving is de uitbesteding van mijn ouderschap. Hoe beschaafder je bent, hoe minder ik ouder hoef te zijn. Zoals bekend levert uitbesteding, mits correct uitgevoerd, efficiëntiewinsten op. Die winsten komen ten goede van mijn eigen activiteiten.
Laatst waren in iets dat een indoor speelparadijs heet. Dat is een bedrijfsmatige oplossing om opvoeding uit te besteden. In het indoor speelparadijs is alles verpakt in schuim. Men zou het kunnen verhuren aan psychiatrische patiënten met een voorliefde voor zelfdestructie, maar kinderen zijn waarschijnlijk een rendabelere markt. Ik had ook de buurmeisjes meegenomen. Dat was gezellig. Door hun aanwezigheid was niet langer noodzakelijk als bron van amusement.
Er waren meer ouders die even niet amusant wilden zijn. Naast me zat een man met een laptop zijn boekhouding bij te werken. Hij bekeek spreadsheets. Af en toe krabbelde hij iets op een papiertje. Hij zag er gelukkig uit. Werk in uren dat je geacht wordt van je kinderen te houden, dat is het mooiste werk.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Doe het veilig met NordVPN

Sargasso heeft privacy hoog in het vaandel staan. Nu we allemaal meer dingen online doen is een goede VPN-service belangrijk om je privacy te beschermen. Volgens techsite CNET is NordVPN de meest betrouwbare en veilige VPN-service. De app is makkelijk in gebruik en je kunt tot zes verbindingen tegelijk tot stand brengen. NordVPN kwam bij een speedtest als pijlsnel uit de bus en is dus ook geschikt als je wil gamen, Netflixen of downloaden.

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

De seniorenprins en -prinses (1)

Een paar dagen nadat mijn moeder was uitgegleden en haar enkel had gebroken, werd ze uitgeroepen tot Prinses Tiny I, seniorenprinses carnaval van het dorp.
Per post ontvingen we het statieportret, dat van alle prinsenparen wordt gemaakt. Ze kijkt uitzonderlijk vrolijk op de foto. Haar rolstoel is even verruild voor een soort schavot dat bekleed is met zwart fluweel. Mijn vader, Prins Herman II, staat naast haar. In zijn gezicht is zoveel geluk samengebald, dat ik vermoed dat overal ter wereld plotselinge tekorten optraden en mensen overvallen werden door onbegrepen gevoelens van somberheid. Iedereen die de foto ziet, weet vanaf dat moment: het geluk draagt een steek. Dat is de naam van het hoofddeksel dat gereserveerd is voor de carnavaleske aristocratie.

Ik belde mijn moeder en vroeg of het wel ging, carnaval vieren in een rolstoel. Dat ging heel goed, bleek. Ze werd uitstekend verzorgd, zei ze. Ze klonkt zo tevreden dat ik de indruk kreeg dat de rolstoel een positieve bijdrage leverde aan haar nieuwe status. Daar zat een zekere logica in. Aristocratie is een vorm van invaliditeit, van gedwongen verzorging. Of het wordt opgelegd door een enkelbreuk of een familielijn, is een subtiel verschil.

Vorig weekeinde reisden we af om de officiële receptie mee te maken. Het fenomeen seniorenprins en –prinses bestond niet in het tijdperk dat ik nog deelnam aan carnaval. Er was een prins en een jeugdprins. De seniorenprins is een kwestie van voortschrijdende emancipatie.
Ik vroeg mijn vader wat er verder veranderd was aan carnaval. Er was geen kinderoptocht meer, geen oudwijvenbal en geen revue. De carnavalsvereniging had bijna zelf het loodje gelegd.
Ik vroeg hoe dat kwam.
‘De tweeverdieners.’ Hij roerde in zijn koffie. ‘Ik begrijp het wel. Ze hebben nergens tijd voor en als ze tijd hebben, willen ze zich nergens op vastleggen.’
Ik sprak recent een gebiedsmanager van een grote Vinexwijk. Ze gaf hetzelfde antwoord als mijn vader op de vraag waarom de wijk afgleed naar een probleemgebied. Het waren niet de buitenlanders, de losbandige jeugd of de hufters. Aan de bron van alle ellende stonden de tweeverdieners. Dat komt me voor als een buitengewoon sympathieke diagnose.
Maar het carnaval is een venijnige institutie. Er kwamen nieuwe feesten, die minder voorbereiding vergden. De tweeverdieners kwamen massaal. En men richtte zich op een nieuwe groep: de senioren. Dat was mij al die jaren ontgaan, totdat mijn moeder me belde om te vertellen dat ze op het punt stonden uitgeroepen te worden als Herman II en Tiny I.
De ernst van dat nieuws drong pas tot me door toen we – mijn vrouw, de kinderen en ik – afreisden naar het dorp en mijn ouderlijk huis zagen.

(Wordt vervolgd.)

Foto: Sargasso achtergrond wereldbol

Voortschrijdende indoctrinatie

Een kwartiertje voor de vergadering, mail ik mijn twee Iraanse medewerkers met het verzoek of ze zich stipt op tijd in mijn kantoor willen melden. Normaal gesproken komen ze vijf minuten te laat. Soms voeren we filosofische gesprekken over de vraag of vijf minuten te laat komen niet een contradictie is. Een van hen heeft ooit de stelling verdedigd dat vijf minuten te laat eigenlijk te vroeg is.

Deze keer zal een onderzoeker van Harvard per telefoon aan het gesprek deelnemen en ik wil hem niet laten wachten. In zijn tijdzone is het zeven uur in de ochtend.

Een minuut voor aanvang melden de twee medewerkers zich in mijn kamer.
‘Hoe gaat het?’ vraag ik.
‘Gaat wel,’ zegt een van hen bedeesd.

Vroeger dacht ik dat er iets mis was wanneer hij dit antwoord gaf. Inmiddels weet ik dat het Nederlandse standaardantwoord, ‘Goed’, hem onbegrijpelijk voorkomt. Hoe kun je ooit je leven samenvatten met het woord ‘goed’? Na enkele experimenten in de eerste maanden van zijn aanstelling, heeft hij geconcludeerd dat ‘gaat wel’ het meest handzame antwoord is.
Wanneer ze klaar zitten met hun laptop op schoot, grinnikt hij. Ik vraag wat er grappig is.
‘Ik zie net je mail,’ zegt hij.
‘En toch ben je voor het eerst op tijd,’ zeg ik. ‘Heel interessant.’ Onder het mom van ironie indoctrineer ik hen met onze lokale tradities als punctualiteit en het veinzen van belangstelling voor de medemens. Ik constateer dat de indoctrinatie zijn vruchten begint af te werpen.
‘Ik ben eerder vanwege onze gast. Het leek me onbeleefd om hem te laten wachten.’
‘Aha,’ zeg ik. ‘Dus als ik het goed begrijp is het onbeleefd om een gast te laten wachten, maar niet om je baas te laten wachten.’
Hij schiet in de lach. Een hoog, enigszins manisch geluid, met een zweem van paniek. Hij kijkt me taxerend aan.
Dan zegt hij: ‘Jij bent extended family. Bij familie kun je nooit te laat komen.’
‘Aha.’ Ik schik de vergaderstukken. ‘Vermoedelijk is dat een compliment,’ zeg ik tegen niemand in het bijzonder.
De indoctrinatie schrijdt voort, maar het is nog onduidelijk bij wie.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.