De bijbel is nog tamelijk optimistisch
De bijbel is nog tamelijk optimistisch (visualisatie)
In Rekenkunst uit het Jaar Nul ging ik eerder in op het fenomeen dat elke gebeurtenis nog steeds wordt gedateerd in verstreken jaren sinds het geboortejaar van Jezus van Nazareth. Dit ondanks de concurrentie van allerlei andere vormen van tijdrekening. De boude christelijke claims terzijde schuivend dat deze Jezus de zoon van God was, zijn historici het er inmiddels wel over eens dat Jezus daadwerkelijk heeft bestaan. Door diepgravend historisch en filologisch onderzoek wijkt de contemporaine kijk op Jezus echter behoorlijk af van het beeld dat zo bekend is uit het Nieuwe Testament. Aangezien met kerst wordt gevierd dat Jezus werd geboren (in het jaar 1 AD), zou je kunnen denken dat zijn geboorte op de kop af 2009 jaar geleden heeft plaatsgevonden. Niet dus.
De bijbel is nog tamelijk optimistisch (visualisatie)
In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.
De SGP reageert geschokt op het door de Hoge Raad bekrachtigde verbod op discriminatie van SGP-vrouwen. De partijvoorzitter Kolijn: “Ons wordt de mogelijkheid onthouden om een eigen vereniging in te richten zoals leden dat op grond van onze lezing van de bijbel willen. Dat is een inperking van de eigen vrijheid.”
Kolijn neemt daarbij het woord ‘vrijheid’ in de mond. Een woord dat door SGP-ers gewoonlijk alleen gebezigd wordt in samenstelling met het woord ‘godsdienst’. En aangezien SGP-ers zelden te betrappen zijn op gemakzuchtig of slordig taalgebruik, mogen we aannemen dat het begrip ‘eigen vrijheid’ bewust gekozen is en dat niet ‘godsdienstvrijheid’ bedoeld wordt. Het begrip ‘eigen vrijheid’ is geen gevleugelde term met algemeen bekende betekenis zoals de vrijheid van meningsuiting, maar we kunnen ons er iets bij voorstellen. De meest voor de hand liggende betekenis is die van de vrijheid om onderling te doen wat je wilt, zonder dat een derde daar last van heeft. Ook uit aansluitende citaten uit het NRC-artikel blijkt dat eigen vrijheid gaat over het recht om binnen eigen kring te discrimineren en gediscrimineerd te worden, zolang derden daar maar geen last van hebben. Het is het ‘consenting adults’ argument dat Amerikanen (voornamelijk in een seksuele context) terecht gebruiken om te betogen dat volwassen mensen vrij moeten zijn om samen te doen waar ze zin in hebben zolang het anderen niet schaadt. Dat argument lijkt hier ook op te gaan: we leven in een vrij land, en als SGP-vrouwen er voor kiezen zich te laten discrimineren, dan moeten ze dat zelf weten. SGP-mannen en vrouwen zijn in die zin vergelijkbaar met in leer en rubber gehulde volwassenen die elkaar vrijwillig met zweepjes bewerken in groezelige SM-kelders.
Toch denk ik dat er een zeer cruciaal verschil is en dat het terecht is dat het masochisme van de SGP-vrouwen wordt verboden. SGP-vrouwen zijn namelijk geen ‘consenting adults’, maar vrouwen die vanaf hun jongste jaren stelselmatig zijn geïndoctrineerd met de opvatting dat ze ondergeschikt en dienstbaar aan mannen horen te zijn. De keuze van SGP-vrouwen om gediscrimineerd te worden is geen vrije keuze, maar het resultaat van een uitgekookt en verstikkend systeem van hersenspoeling vanuit een achterlijk en fundamentalistisch geloof. Deze vrouwen zijn daarmee slachtoffers van kindermishandeling, zoals de filosoof Floris van den Berg terecht betoogt in zijn boek ‘Hoe komen we van religie af?‘.
Dat was me wat toen Trouw deze week op de voorpagina aankondigde dat God de wereld niet geschapen had maar gescheiden. Vertaalfout volgens de Nijmeegse hoogleraar Ellen van Wolde. Ouwe koek, meende het theologische establishment, en al lang geleden verworpen dan wel aanvaard, afhankelijk van de religieuze overtuiging.
De achterliggende discussie over de creatio ex nihilo is namelijk al heel oud: heeft God de materie geschapen of heeft God de wereld geschapen (of gescheiden) uit reeds bestaande materie? De een meent dat de oude bijbelschrijvers te simpel waren om een abstracte notie als schepping uit het niets te bedenken. Het zou een Griekse vondst zijn die later in het christelijke denken terecht kwam. Anderen menen dat deze abstractie wel degelijk op conto van de joden geschreven mag worden. Hoe de oorsprong ook ligt: het concept staat centraal in het christelijke denken over het begin van de wereld.
Dat Van Woldes stelling door de media golfde, zegt dus vooral iets over de pr-kracht van de hoogleraar en de vermoede nieuwsgierigheid van een groot deel van het publiek naar dit soort theologische kwesties. Allicht dat daar enig leedvermaak bij meespeelde dat christenen zich al die eeuwen op het verkeerde been hadden laten zetten. Want wie kan het nu werkelijk iets schelen hoe God de aarde precies schiep behalve een paar zeloten?
De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.
In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.
‘Also sprach Zarathustra‘ van Friedrich Nietzsche is een poging om tot een nieuwe moraal te komen. Nietzsche was een domineeszoon die genoeg had van het Christendom, en een nieuwe moraal wilde bedenken. Met dit doel schreef hij een nieuwe Bijbel, met een nieuwe Christus-figuur: Zarathoestra.
Het boek Also sprach Zarathustra is te vergelijken met de Bijbel, in die zin dat het een volslagen onsamenhangend boek is, met veel inspirerende citaten, die echter niet eenduidig geinterpreteerd kunnen worden. Voor beide boeken geldt dat niemand ze ooit begrepen heeft. Dit is niet, zoals met name Nietzsche gesteld heeft, omdat de mensheid te dom is om deze boeken te begrijpen. Het is eenvoudigweg onmogelijk ze te begrijpen.
Nu is het zo dat de Bijbel voor ons voorgekauwd is door eeuwen van interpretatie, waardoor de indruk is ontstaan dat er uit het boek een boodschap van vrede en liefde spreekt. De tekst ondersteunt dit niet. Tegenover citaten als ‘Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.’ (Marc. 12:31) staan uitspraken als ‘Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard’ (Matt. 10:34) en ‘Indien dan uw rechteroog u ergert, trekt het uit, en werpt het van u’ (Matt. 5:29) Christenen hebben er over het algemeen weinig moeite mee om zulke uitspraken te negeren.
Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.
Op een vroege zomerochtend loopt de negentienjarige Simone naakt weg van haar vaders boerderij. Ze overtuigt een passerende automobiliste ervan om haar mee te nemen naar een afgelegen vakantiehuis in het zuiden van Frankrijk. Daar ontwikkelt zich een fragiele verstandhouding tussen de twee vrouwen.
Wat een fijne roman is Venus in het gras! Nog nooit kon ik zoveel scènes tijdens het lezen bijna ruiken: de Franse tuin vol kruiden, de schapen in de stal, het versgemaaide gras. – Ionica Smeets, voorzitter Libris Literatuurprijs 2020.