Ambtenaren: zwaar weer op komst?

Hoewel mensen met een ambtenarenachtergrond het Hoofdlijnenakkoord in elkaar hebben gezet en een topambtenaar zelfs met de leiding van het nieuwe kabinet is belast, ziet het Hoofdlijnenakkoord er voor de ambtenaren niet erg positief uit. Er wordt voor de dekking van het Hoofdlijnenakkoord een forse bezuiniging op de ambtelijke dienst aangekondigd alsmede -voor 2026- een bevriezing van de ambtenarensalarissen. Een kritische beschouwing van voormalig topambtenaar Roel Bekker. Is er slecht weer op komst voor de ambtelijke dienst? Of valt het wel mee en is er ruimte voor een goede aanpak? Allereerst: de afslanking. Op zichzelf is die begrijpelijk. De overheid is sinds 2018 geëxplodeerd, van 113.500 ambtenaren (fte’s) naar een kleine 148.000, dus met 30% ! Het Hoofdlijnenakkoord heeft het over 22% groei, maar dat is exclusief 2023 toen er nog eens bijna 10.000 ambtenaren bij kwamen. En dat in een krappe arbeidsmarkt. Het is niet helemaal duidelijk waardoor deze enorme groei is veroorzaakt. Gewezen wordt op corona, maar die is voorbij. Of op de noodzaak van maatwerk. Maar die zit vooral in de uitvoering, terwijl relatief de sterkste groei heeft plaatsgevonden bij het beleid. Opvallend is dat de groei bij alle departementen voorkomt. Dus het zijn niet toevallige beleidsopgaven als stikstof die ineens voor meer werk zorgen. Is het de ondersteuning, de overhead? Dat ook niet, want die is al jarenlang onrustbarend hoog, meer dan 50%! Het zou de moeite waard zijn te onderzoeken waardoor die groei is veroorzaakt. Maar dat er afgeslankt kan en moet worden, is evident. Het Hoofdlijnenakkoord suggereert dat het gaat om een afslanking met de al genoemde 22%, zijnde de groei over de jaren 2018-2022. Die wordt teruggedraaid, zo staat er. Maar dat is onzin, want de uitvoering -verreweg het grootste deel van de overheid- wordt uitgezonderd, terwijl daar in absolute aantallen de grootste groei heeft plaatsgevonden. Duidelijker is de financiële bijlage, waarin staat dat de totale kosten van het ambtelijk apparaat vanaf 2028 structureel € 1 mld. lager moeten zijn. Die totale kosten omvatten meer dan alleen de loonsom van ambtenaren. Daar zitten ook in: huisvesting, facilitaire diensten, ICT en externe inhuur. Vooral die laatste categorie is enorm gegroeid, van € 1,4 mld. in 2018 naar € 3,3 mld. in 2023. Totaal kost de ambtelijke dienst jaarlijks € 21 mld. Daar moet dus € 1 miljard op bezuinigd worden. Dat is minder dan 5%, een heel ander verhaal dan de heroïsch gepresenteerde, op anti-ambtenarensentimenten inspelende 22%. Arbeidsvoorwaarden Een ander punt is de aangekondigde nullijn in 2026 voor de ambtenarensalarissen. Het lijkt ingegeven door de uit het Hoofdlijnenakkoord voortkomende budgettaire problemen. De geraamde opbrengst is € 600 mln. Het is een maatregel die doet denken aan het eerste kabinet-Lubbers dat (naast een forse afslanking) eveneens om budgettaire redenen inzette op zelfs een verlaging van de ambtenarensalarissen. Dat gaf toen een hoop gedoe, en veel van de geraamde opbrengsten lekten weg naar incidentele loonsverhogingen of werden later weer gecompenseerd. Verschil tussen toen en nu is echter dat toen de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren eenzijdig werden vastgesteld. Ambtenaren hadden een eigen juridische status, ze werkten niet op basis van een arbeidsovereenkomst maar op basis van een aanstelling. Dat is een aantal jaren geleden ten principale gewijzigd. Ambtenaren zijn nu ‘gewone’ werknemers (althans juridisch gezien), ze hebben een arbeidsovereenkomst en de arbeidsvoorwaarden liggen vast in een collectieve arbeidsovereenkomst (cao). De huidige cao loopt eind 2025 af. Het Hoofdlijnenakkoord stelt dat de nieuwe cao moet inhouden: een bevriezing van de lonen. Niks overleg, zoals hoort bij cao’s, maar een ouderwets dictaat. De kans dat daar overeenstemming over wordt bereikt, is nihil. Strikt genomen blijft dan de oude cao van kracht, maar dat dat zonder slag of stoot zal gaan, lijkt mij een illusie. Opvallend is wel dat de ambtenarenvakbonden tot nu toe tamelijk stil zijn over de gevolgen van het Hoofdlijnenakkoord. Maar dat wijst er niet op dat ze het wel mooi vinden wat is aangekondigd. Reductie overhead Zowel de afslanking als de nullijn zijn in mijn ogen in de aangekondigde vorm nogal ondoordacht en onverstandig. Een veel betere aanpak is dat het kabinet met de ambtelijke top om tafel gaat zitten en uiteenzet dat men een budgettair probleem heeft. Voor de oplossing daarvan moet ook gekeken worden naar de kosten van de ambtelijke dienst. Men zou een aantal uitgangspunten en randvoorwaarden kunnen formuleren, met elementen als: minder afslanken van de uitvoering (met aanduiding van een aantal hoofdcategorieën, niet alle uitvoering hoeft gespaard te worden), forse reductie van de overhead (ambtenaren moeten niet voor elkaar werken maar voor de samenleving), een relatief grote bezuiniging op de beleidskernen. Vervolgens zou aan de SG’s gevraagd kunnen worden hiervoor binnen een maand of drie een plan te maken waarbij ook gekeken kan worden naar de arbeidsvoorwaarden. In totaal zou dit dan ongeveer het geraamde bedrag moeten opbrengen. Dat lijkt me niet onmogelijk. Belangrijk daarbij is voorts de bereidheid om beleidsmaatregelen te nemen die leiden tot minder beslag op ambtenaren en af te zien van beleidsmaatregelen waarbij dat beslag sterk groeit. Voor politieke, veel extra ambtenaren kostende wensen zou eerst goed onderzoek naar nut, noodzaak, kosten en baten moeten plaatsvinden, alvorens daaraan te beginnen. Onderdeel van het plan zou voorts kunnen zijn: een reorganisatie van de ambtelijke top, met een veel kleinere hoogste categorie ambtenaren en een veel grotere differentiatie. De kwaliteit van de ambtelijke dienst zou daarbij expliciet aandacht moeten hebben, waarbij recht wordt gedaan aan specifieke eisen op gebied van zowel kennis als management. Daardoor zou een eind komen aan het steeds verder groeien van de zogenaamde Top Management Groep, en ook duidelijk worden onderstreept dat er maar circa 25 echte topambtenaren zijn, en niet de circa 100 van nu die allen in schaal 19 zitten. Meer inhoud en de blik naar buiten, minder processen en de blik naar binnen. Het maken en uitvoeren van zo’n plan lijkt mij een vruchtbare aanpak die bovendien aanzienlijk positiever op de politiek-ambtelijke verhoudingen zal uitwerken dan de martiale taal in het Hoofdlijnenakkoord. Roel Bekker is voormalig secretaris-generaal Deze bijdrage stond in De Hofvijver van 26 augustus 2024

Foto: Rob Oo (cc)

Ambtenaren en het vrije woord

COLUMN - De vrijheid van ambtenaren om zich in het publieke debat te laten horen staat opnieuw ter discussie. Een aantal Amsterdamse ambtenaren reageerde eind november op de verkiezingsoverwinning van de PVV met een korte demonstratie bij de Dokwerker.  Ze wilden het signaal afgeven dat ambtenaren pal staan voor de rechtsstaat en de Grondwet. Op 21 december verzamelden zich honderdvijftig rijksambtenaren bij het ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag om te demonstreren tegen de Nederlandse weigering om in te stemmen met VN-resoluties die oproepen tot een permanent staakt-het-vuren in Gaza. In Friesland is ophef ontstaan omdat enkele provinciale ambtenaren een brandbrief aan de Tweede Kamer en het kabinet ondertekenden waarin zij hun zorgen uitten ‘over de in hun ogen te trage aanpak van de klimaat- en ecologische crisis’. De BBB die daar in het College van Gedeputeerde Staten zit maakte er een punt van en het College heeft de actie van de ambtenaren nu veroordeeld.

De vrijheid van meningsuiting van ambtenaren is sinds de grondwetswijziging van 1983 in principe gegarandeerd, maar wordt beperkt door artikel 10 van de Ambtenarenwet (laatste versie van 2017). Dat artikel luidt:

Artikel 10

1. De ambtenaar onthoudt zich van het openbaren van gedachten of gevoelens of van de uitoefening van het recht tot vereniging, tot vergadering en tot betoging, indien door de uitoefening van deze rechten de goede vervulling van zijn functie of de goede functionering van de openbare dienst, voor zover deze in verband staat met zijn functievervulling, niet in redelijkheid zou zijn verzekerd.
2. Het eerste lid is, voor wat betreft het recht van vereniging, niet van toepassing op het lidmaatschap van:
a. een politieke groepering waarvan de aanduiding is ingeschreven overeenkomstig de Kieswet;
b. een vakvereniging.

Lezen: De BVD in de politiek, door Jos van Dijk

Tot het eind van de Koude Oorlog heeft de BVD de CPN in de gaten gehouden. Maar de dienst deed veel meer dan spioneren. Op basis van nieuw archiefmateriaal van de AIVD laat dit boek zien hoe de geheime dienst in de jaren vijftig en zestig het communisme in Nederland probeerde te ondermijnen. De BVD zette tot tweemaal toe personeel en financiële middelen in voor een concurrerende communistische partij. BVD-agenten hielpen actief mee met geld inzamelen voor de verkiezingscampagne. De regering liet deze operaties oogluikend toe. Het parlement wist van niets.

Quote du Jour | De macht van ambtenaren

Nu de politici aan de beurt zijn om zich te verantwoorden over de toeslagenaffaire moeten we misschien ook eens kijken naar de verhouding tussen politiek en ambtenarij. In de NRC schreef Tom-Jan Meeus afgelopen zaterdag over een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau dat de mislukking van de Participatiewet onder de aandacht brengt.

‘Ambtenaren zijn de invloedrijkste denktank van Den Haag’, schreef Meeus.

De ‘brede heroverwegingen’ van 2010 bevatten op drie terreinen ideeën om ‘de participatie’ op de arbeidsmarkt van mensen met een uitkering te verbeteren (en gelijktijdig te bezuinigen). Zo opperden topambtenaren dat drie wetten – voor de bijstand (WBB), de sociale werkplaatsen (Wsw) en de jonggehandicapten (Wajong) – konden worden samengevoegd „in één regeling op sociaal minimumniveau” en dat „de gemeenten verantwoordelijk [worden] voor deze regeling”. De premisse: spreek mensen dichtbij huis aan op wat ze kunnen, en niet op wat hen mankeert – dan bespaar je op uitkeringen. Zelfredzaamheid als basis voor kortingen.

Foto: Christina Xu (cc)

Modernisering van de ambtseed voor ambtenaren?

COLUMN - van mr. Huub Linthorst

Hoe moderniseer je in bestuurlijk Nederland iets, als je zelf eigenlijk niet zo van veranderingen houdt? Door alleen de vorm te veranderen en niet de inhoud. Dat was het leidend beginsel bij
de grondwetsherziening van 1983; en dat is het nu weer bij de beoogde herziening van de ambtseed voor rijks­ambtenaren.[1] Desondanks bleken er, zowel destijds bij de grondwetsherziening als nu bij de nieuwe ambtseed, toch ook nog wel wat inhoudelijke verbeteringen mogelijk te zijn. Maar het grote struikelblok is altijd weer de positie van de Koning.

Bij de grondwetsherziening van 1983 leidde dat tot een compromis. Dat hield ruwweg in dat als het ging om bepalingen waarin een bestuurlijke taak of positie in het algemeen werd beschreven, gesproken werd over de regering. Maar als het ging om specifieke regeringshandelingen, werd gesproken over handelen door de Koning of namens hem; en als dat een besluit was, werd dat een koninklijk besluit. Ruwweg, want erg consequent was het allemaal niet.

Over de ambtseed van ministers en staatssecretarissen werd in artikel 49 bepaald dat die door hen wordt afgelegd ten overstaan van de Koning en dat zij daarbij trouw beloven aan de Grondwet. Trouw aan de Koning werd niet nodig geacht. Trouw aan de persoon van de Koning was uit de tijd en trouw aan het instituut van het koningschap lag al besloten in trouw aan de Grondwet, want daarin is dat instituut al stevig verankerd en in detail geregeld.

Foto: Jordy Kronenburg (cc)

Regering vertraagt bescherming klokkenluiders

COLUMN - NS wil klokkenluider Luc de Rond ontslaan, berichtte de NRC in oktober. Hij maakte vijf jaar geleden melding van problemen op de onderhoudsafdeling van het spoorbedrijf, waarna de inspectie een kritisch rapport opstelde over de vervoerder. Volgens De Rond hebben veel recente storingen in het treinverkeaer te maken met slecht onderhoud. De reactie van de NS was: ontslag van de melder. Oud-inspecteur Wim Beukenkamp die de klachten van De Rond heeft onderzocht bevestigde afgelopen week zijn verhaal. Volgens hem is het toezicht de afgelopen jaren uitgekleed en faalt het management.  ‘De problemen op het spoor gaan maar ten dele over techniek of veiligheid en vooral over het management van NS en deels ook ProRail, de beheerder van het spoorwegnet’, zegt hij.

Dat er structurele problemen zijn met treinmateriaal is al verontrustend genoeg. Maar nog verontrustender vind ik dat het management het niet wil horen en vervolgens een ontslagprocedure in werking zet voor degene die de fouten heeft ontdekt. Het is het zoveelste voorbeeld van een bedrijf dat gevoelige informatie van binnenuit niet op waarde weet te schatten. We willen naar buiten toe geen risico lopen op schade aan onze reputatie en daarom ontslaan we de boodschapper maar. Dan zijn we er voorlopig van af. Niet dus.

Lezen: Het wereldrijk van het Tweestromenland, door Daan Nijssen

In Het wereldrijk van het Tweestromenland beschrijft Daan Nijssen, die op Sargasso de reeks ‘Verloren Oudheid‘ verzorgde, de geschiedenis van Mesopotamië. Rond 670 v.Chr. hadden de Assyriërs een groot deel van wat we nu het Midden-Oosten noemen verenigd in een wereldrijk, met Mesopotamië als kernland. In 612 v.Chr. brachten de Babyloniërs en de Meden deze grootmacht ten val en kwam onder illustere koningen als Nebukadnessar en Nabonidus het Babylonische Rijk tot bloei.

Foto: Daniel Antunes (cc)

De matties van de ministers

COLUMN - Al langer piekerde ik hoe het kabinet er nu een noodwet over de avondklok doorheen kon jagen die de juiste grondslag miste. Dat de Kamer het niet doorhad, kan ik me voorstellen: die beschikt niet over een gespecialiseerd leger ambtenaren. Maar Justitie en Binnenlandse Zaken wel. Had er niemand met kennis van grondrechten bij een topambtenaar aan de bel getrokken? Had geen enkele stafchef zijn of haar minister gewaarschuwd dat die op het punt stond te blunderen? Ik kon het me slecht voorstellen.

Tot ik een interview met Onno Ruding hoorde, oud-minister van Financiën onder Lubbers, in de jaren ’80. Ruding haalde daarin uit naar de Algemene Bestuurdienst; de pool van hoge ambtenaren, die geregeld van directoraat – en soms ook van ministerie – moeten wisselen, als waren ze deelnemer aan een stoelendans zonder nieten. Dat kwam neer op systematisch afbreuk doen aan het belang van vakkennis, vond Ruding: zo schiep je een generatie van generalisten, die eerder manager waren dan specialisten. Er zouden veel meer vakinhoudelijke eisen aan hun benoeming moeten worden gesteld.

Ruding liet de term ‘bontkraag’ vallen: topambtenaren die als een beschermlaagje om de nek van hun minister klitten. Hoogleraar Roel Nieuwenkamp schreef in 2014 een boek over deze ‘functioneel-gepolitiseerde’ topambtenaren: Schaduwpolitici, bontkragen en blokkendozen. Ze fungeren eerder als ministeriële entourage of hofhouding dan als kritische deskundigen; ze zijn er meer om hun minister te stutten en steunen dan om solide beleid te bepleiten en als advocaat van de burgers treden ze zelden op, omdat zulks hun minister niet behaagt.

Foto: Laura Taylor (cc)

De lege plek van topbestuurders

ANALYSE - De verhoren van de commissie kinderopvangtoeslagen toonden leegte aan de top. Het rapport moest bij de feiten blijven, maar dat lukt “Ongekend Onrecht” zeer wel. Het rapport was een politieke aardbeving, maar Groningers weten dat zoiets niet meteen tot actie leidt. Maar zij hebben nog een ruïne die min of meer bewoonbaar is, de ouders die fraudeur genoemd werden zagen hun gehele bestaan in een puinhoop veranderen.

Het Parlement snapte dat er wat moest gebeuren dat verder ging dan 500 euro. Dus kwam ineens een compensatie van 30.000 per ouder(paar) als voorlopige genoegdoening. Het is het politieke syllogisme:

  • We moeten iets doen;
  • Dit is iets;
  • Dit moeten we dus doen.

Ik probeer niet de compensatie belachelijk te maken, want het is basaal fatsoen. Maar zijn we er dan? Of zijn we er als we nog wat politieke koppen laten rollen? Het lijkt mij niet.

De Minister President

Mark Rutte runt zijn regeringen als ondernemer, niet te politiek, want daar krijg je narigheid van. In zijn coronabeleid zie je de depolitiserende duik achter het RIVM, die geleidelijk lastiger valt vol te houden. Helaas, een ondernemer lost geen politieke problemen op.

In zijn verhoor vielen mij twee dingen op: eerst de boodschap over de Rutte doctrine, vervolgens het ontbreken van een ‘papertrail’ ten aanzien van zijn eigen handelen en coördinerende werk van AZ.

Lezen: De wereld vóór God, door Kees Alders

De wereld vóór God – Filosofie van de oudheid, geschreven door Kees Alders, op Sargasso beter bekend als Klokwerk, biedt een levendig en compleet overzicht van de filosofie van de oudheid, de filosofen van vóór het christendom. Geschikt voor de reeds gevorderde filosoof, maar ook zeker voor de ‘absolute beginner’.

In deze levendige en buitengewoon toegankelijke introductie in de filosofie ligt de nadruk op Griekse en Romeinse denkers. Bekende filosofen als Plato en Cicero passeren de revue, maar ook meer onbekende namen als Aristippos en Carneades komen uitgebreid aan bod.

Lezen: Bedrieglijk echt, door Jona Lendering

Bedrieglijk echt gaat over papyrologie en dan vooral over de wedloop tussen wetenschappers en vervalsers. De aanleiding tot het schrijven van het boekje is het Evangelie van de Vrouw van Jezus, dat opdook in het najaar van 2012 en waarvan al na drie weken vaststond dat het een vervalsing was. Ik heb toen aangegeven dat het vreemd was dat de onderzoekster, toen eenmaal duidelijk was dat deze tekst met geen mogelijkheid antiek kon zijn, beweerde dat het lab uitsluitsel kon geven.

Foto: mystic_mabel (cc)

Waarom kon de kinderopvangtoeslag tot een ramp uitgroeien?

OPINIE - Over de dynamiek tussen politiek bestuur en ambtelijke top.

De verhoren over de kinderopvangtoeslagen waren spannende kost. Niet voor iedereen, vermoed ik. Maar ik heb als ambtenaar van een departement ervaring opgedaan met de dynamiek tussen politiek bestuur en ambtelijke top, dus ik heb geboeid zitten kijken.

Deze week brengt de parlementaire verhoorcommissie verslag uit aan de Tweede Kamer. Kernpunt: levert de overheid wat de burger mag verwachten? In zijn DenUyl-lezing schetst Asscher monter hoe veel heil hij van overheidshandelen verwacht, maar de koppeling naar de toeslagen maakt hij niet. Waarom kon de kinderopvangtoeslag tot een ramp uitgroeien?  Die vraag raakt de politiek en de bureaucratie in gelijke mate. Zou het parlement zichzelf kunnen evalueren? Maar de bureaucratie is net zo goed aan de beurt.

Wat is er mis?

Roel Bekker spreekt in de NRC van een “disconnect” tussen twee werelden, die elkaar zouden moeten vinden, alleen de verhoorweken van ambtenaren en de politici verschilden nogal:

“Maar hier leek sprake van verschillende werelden, met een ander type mensen, andere taal en andere emoties. Andere waarden ook. Verkokerde werelden die allerminst uitstraalden waardering voor elkaar te hebben en gezamenlijk op te trekken. De toonzetting van de verhoren in de week van de ambtenaren was ook een andere dan in de week van de politiek, bitser en met minder begrip”.

Foto: Ritzo ten Cate (cc)

Zweepslag die niet meer raakt

COLUMN - Zo’n kleine 35 jaar geleden sprak prof. André Donner over de ministeriële verantwoordelijkheid als over ‘een zweepslag voor de ambtelijke dienst’ 1). Het gebruik daarvan door de Tweede Kamer kon een minister helpen in zijn ministerie orde te houden. Al was het maar, omdat ambtenaren hun minister niet graag voor gek zien staan. Verlies van vertrouwen in de minister komt pijnlijk als een zweepslag aan bij de ambtelijke ondersteuners, alsof zij delen in dit verlies aan vertrouwen.

Er zijn momenten, constateert ook de Afdeling advisering van de Raad van State (verder: de Raad) in haar ‘Ongevraagd advies’ over de ministeriële verantwoordelijkheid, dat de zweepslag ofwel niet meer wordt gevoeld of niet echt meer helpt. Er zijn gevallen waarin de ene na de andere staatssecretaris moet aftreden omdat zijn winkel niet op orde is, maar dan blijkt de opvolger evenzeer te falen.

Al heel lang is de bewindspersoon die de leiding krijgt over de Belastingdienst een ambtsdrager die blij mag zijn als hij of zij het einde van de kabinetsperiode haalt. Gezellig is het nooit en dat is al jaren zo. Dat was al het geval voordat de ellende met de kinderopvangtoeslag was uitgebroken. Mannen als Jan-Kees de Jager en Eric Wiebes waren dolblij dat zij er het leven bij hadden gehouden; dat was Frans Weekers en Menno Snel niet gegund. Er blijken zo veel problemen met organisatie, ICT en al te ingewikkelde regelingen dat je met zweepslagen aan de gang kan blijven.

Lezen: Mohammed, door Marcel Hulspas

Wie was Mohammed? Wat dreef hem? In deze vlot geschreven biografie beschrijft Marcel Hulspas de carrière van de de Profeet Mohammed. Hoe hij uitgroeide van een eenvoudige lokale ‘waarschuwer’ die de Mekkanen opriep om terug te keren tot het ware geloof, tot een man die zichzelf beschouwde als de nieuwste door God gezonden profeet, vergelijkbaar met Mozes, Jesaja en Jezus.

Mohammed moest Mekka verlaten maar slaagde erin een machtige stammencoalitie bijeen te brengen die, geïnspireerd door het geloof in de ene God (en zijn Profeet) westelijk Arabië veroverde. En na zijn dood stroomden de Arabische legers oost- en noordwaarts, en schiepen een nieuw wereldrijk.

Steun ons!

De redactie van Sargasso bestaat uit een club vrijwilligers. Naast zelf artikelen schrijven struinen we het internet af om interessante artikelen en nieuwswaardige inhoud met lezers te delen. We onderhouden zelf de site en houden als moderator een oogje op de discussies. Je kunt op Sargasso terecht voor artikelen over privacy, klimaat, biodiversiteit, duurzaamheid, politiek, buitenland, religie, economie, wetenschap en het leven van alle dag.

Om Sargasso in stand te houden hebben we wel wat geld nodig. Zodat we de site in de lucht kunnen houden, we af en toe kunnen vergaderen (en borrelen) en om nieuwe dingen te kunnen proberen.

Foto: Roel Wijnants (cc)

Angstcultuur

OPINIE - Sommige besturen willen alles in de hand houden. Dat leidt tot nare gevolgen voor de werknemers.

De Groningse universitair docent Eelco Runia heeft zijn baan opgezegd vanwege het ‘marktdenken’ in zijn instituut, de bureaucratie en het gebrek aan eigen ruimte voor professionals. Een van de aanleidingen was dat hij als historicus voor een zaal met louter Nederlandse studenten in het Engels les moest geven. Zijn besluit om ontslag te nemen is ‘langzaam gegroeid’, schrijft het Dagblad van het Noorden. Op de letterenfaculteit spelen volgens hem allerlei zaken. Het ergst vindt hij de ‘chronische deprofessionalisering’. ‘Er is steeds minder ruimte voor specialisering. De onderwijslast is heel hoog. Doorlopend word je onderworpen aan toetsingsmechanismen. De angst voor de visitatiecommissie op de universiteit zit heel diep.’

Het is een door velen herkende en onderschreven kritiek op de actuele situatie in onderwijsinstellingen. De controle op het werk van professionals is volledig uit de hand gelopen. En dat geldt niet alleen voor het onderwijs. Ook in de gezondheidszorg zijn vergelijkbare klachten te horen van met name hoog opgeleide professionals die alle ruimte voor een eigen, kreatieve invulling van hun taken ontnomen wordt en voortdurend worden lastiggevallen door functionarissen uit het management die hen met gedetailleerde regelgeving het leven zuur maken.

Volgende