ZZZ | Een gezonde woningmarkt
Een gezonde woningmarkt is een ideaal waar wel wat verandering voor nodig is. Een progressief voorstel daarvoor zou vooral gericht moeten zijn op stagnatie. Stagnatie? Ja zeker: stagnatie van de huizenprijzen. Dat zou in één of twee decennia een gezondere woningmarkt opleveren en daarmee bijdragen aan de bestaanszekerheid – een begrip dat in het volgende regeerakkoord wel een hoofdrol moet spelen.
De afgelopen decennia zijn de huizenprijzen vooral gestegen. Afgezet tegen het modaal inkomen ziet dat er zo uit: De gemiddelde verkoopprijs van een woning in 1995 was 93.750,- euro. Een modaal inkomen was in dat jaar 22.235,- euro. Dat betekent dat 4,2 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. In 2022 was de gemiddelde verkoopprijs van een woning 428.591,- en was het modaal inkomen 38.500,-. Dat betekend dat 27 jaar later 11,1 modale jaarsalarissen gelijk stonden aan de waarde van een gemiddelde woning. Hoewel er meer factoren van invloed zijn op de betaalbaarheid van een woning, is dit een verontrustende trend.
Zelf heb ik nooit een politicus horen zeggen uit te zijn op stijgende woningprijzen. Maar het resultaat van allerlei wetgeving en beleid in de afgelopen decennia was het stijgen van de woningprijzen. En het is natuurlijk verre van toevallig dat het CDA en de VVD, die altijd opkomen voor de huizenbezittende middenklasse, een groot deel van hun electoraat getrakteerd ziet worden op grote overwaardes op hun woningen. Goed, je ondermijnt de bestaanszekerheid op lange termijn, maar als je het eigenbelang van specifieke groepen kiezers bedient, dan krijg je daar bij de volgende verkiezingen wel iets voor terug.