serie

Vaste Gasten

Net als je even inkakt, prikken onze Vaste Gasten je weer wakker met hun scherpe pen.


Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Iedereen is ‘sociaal’

COLUMN - Sinds de opkomst van de zogenaamde social media, ben ik het vertrouwen in de mensheid kwijt geraakt. Dat het ooit zover zou komen, had ik nooit kunnen vermoeden, toen ik mijn eerste voetsporen op het wereldwijde web achterliet. Ik zat destijds in de laatste jaren van de docentenopleiding. Er was in het schoolgebouw een enorme mediatheek aanwezig, inclusief een x-aantal computerbakbeesten.

Internet was een compleet nieuwe en andere wereld, die mijn studiegenoten en ik langzaam gingen verkennen. Die ontdekkingstocht had echter ook zijn keerzijde. Mijn enige tentamen dat ik in vier jaar tijd afsloot met een vijf, en dus een herkansing, was voor het vak informatica. Voornamelijk omdat de verleidingen van het nieuwe communiceren, tijdens de lessen in het informaticalokaal, domweg te groot waren.

Op dat moment, nu zo’n zestien jaar geleden, vertrouwde ik nog mensen. Noem het naïef, maar ik bedoel, waar blijf je tegenwoordig als je niemand meer kunt vertrouwen? Juist ja, op de social media! Social media bestond in die periode nog niet officieel in de vorm van Feesboekjes, Hyveshypes, Twittergekwetter en Instagrammetjes. Het sociale aan mijn vroegste webperiode was toch wel het chatten. En dan heb ik het over de premature chatboxen, nog van voor de tijd van het inmiddels al aan zijn eigen roem ten onder gegane MSN en alle klonen die later volgden. Het was allemaal nieuw en onschuldig. Toen nog wel.

Maar het duurde niet lang voordat de échte social media kwamen opzetten en de basis van ons leven ging vormen. Inmiddels zijn we met z’n allen vrijwillig en onvrijwillig ‘ont-Hyved.’ Twitter en Facebook zijn er als grootmachten overheen gekomen en verplichten je bijna, om maar niets te missen van de virtuele/echte sociale wereld.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Een agenda richting basisinkomen

COLUMN - Met een aantal aanpassingen van ons huidige sociale stelsel zijn al een hoop voordelen van een basisinkomen snel te behalen. 

Het basisinkomen: Rutte ziet er niets in, en het kader van de SP is hard bezig zijn achterban te ontmoedigen.

Toch is het denken hierover momenteel sterk in opkomst. Binnen GroenLinks rommelde het al langer in die richting. En deze week nam D66 op haar congres een motie aan voor nieuw onderzoek naar een basisinkomen. Drie kwart van de Volkskrantlezers geeft daarop aan wel wat in dit idee te zien.

Het basisinkomen is hot. Maar het is geen toverwoord waarmee alles gezegd is. Over hoe een sociaal stelsel met een basisinkomen eruit zou kunnen zien zijn namelijk nogal wat verschillende meningen in omloop.

Om te beginnen is er de ultrarechtse variant: schaf alles af en geef in plaats daarvan iedereen een basisinkomen, daarnaast de pure vrije markt. Dit beeld geeft sommige linkse denkers zulke nachtmerries dat ze over mogelijke andere scenario’s al niet eens meer na willen denken.

Maar natuurlijk zijn er ook andere varianten. Veel mensen erkennen dat het basisinkomen niet vervangend kan zijn voor alle regelingen in de sociale zekerheid. Dat bovenop het basisinkomen bijvoorbeeld een inkomensverzekering moet blijven bestaan die loondoorbetaling regelt, zoals nu in het huidige stelsel is geregeld met de WW, het aanvullend pensioen en regelingen voor loondoorbetaling bij ziekte. Een ander voorbeeld: in Nederland valt zolang de woonkosten bij gelijke woningen zo uiteen lopen niet te ontkomen aan het in stand houden van speciale regelingen daarvoor.

Foto: daisy.images (cc)

Sint Maarten

COLUMN - Kinderen houden het simpel. Ze vragen als ze iets niet snappen, ze kennen weinig gene en zeggen wat ze willen. Volgende week is het Sint Maarten. Dan gaan we hier de wijk in met een hele zwik kinderen en zingen ze de longen uit hun lijf om zo veel mogelijk snoep te scoren. Dit doen we al jaren. Eerder belden we aan bij een mevrouw dat verliep zo:

De deur ging open en daar zat ze, een mevrouw in een rolstoel. Mijn jongste deed een stapje terug. Dat moest hij even goed bekijken. De jongens zongen uit volle borst Sint Maarten, de koeien hebben staarten, maar ik zag hem loeren. Hij vond die rolstoel heel interessant. De vrouw die erin zat nog meer. Hij bekeek haar tijdens het zingen van top tot teen. Nadat hij zijn snoepje had uitgekozen liep hij op haar af, wees naar haar benen en vroeg: ‘Kun jij soms niet meer lopen, dat je in die stoel zit, eigenlijk?’

‘Nee’, antwoordde de dame, ‘ik kan niet meer goed lopen.’

‘Zijn allebei je benen stuk dan?’ vroeg hij, terwijl hij zachtjes over haar benen wreef. Hij wilde dat wel eens goed bekijken, benen die het niet meer doen. Hij kneep even zacht in haar linkerbeen. 

Foto: daisy.images (cc)

Kiezen en Delen | Eenpersoons fooi

COLUMN - In de serie Kiezen en Delen kijken Joël en Eva elke woensdag met gedragseconomische blik naar alledaagse beslissingen. Deze column verschijnt ook op Sciencepalooza.

Geld weggeven, aan een goed doel of als fooi voor goede service, kan heel bevredigend zijn. Maar je kunt je ook gedwongen voelen. In een pizzeria in New York gaf ik ooit veertig procent fooi – per ongeluk, want ik wist best dat twintig procent daar de norm was. Ik wist alleen niet dat pizzeria’s de norm vaak al bij de rekening optellen.

De hoogte van een fooi wordt grotendeels bepaald door wat iemand denkt dat normaal is. Daarom ziet de bediening van restaurants graag ‘tweetjes’ als gasten. De betalende partij wil geen kleinzielige indruk maken op de ander, wat het personeel ten goede komt.

Bij grotere groepen zien nog meer mensen wat jij bijlegt. Je zou verwachten dat daardoor iedereen meer fooi geeft, maar het tegenovergestelde is waar. Hoe groter de groep, des te minder fooi komt er per persoon op tafel – iedereen verwacht dat de ander zijn verantwoordelijkheid neemt.

Die onlogische neiging om ons te verstoppen achter andermans rug treedt ook op in levensbedreigende situaties. Als er meer toeschouwers zijn, is de kans kleiner dat één van hen een kind uit het water redt: het zogenaamde bystander effect (de kans op hulp is omgekeerd evenredig aan de hoeveelheid potentiële redders) zorgt voor lamlendigheid. Als het echt nodig was, zou iemand anders toch wel iets doen?

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Sem

COLUMN - ‘Pfff, moet ik weer langs de kant van het voetbalveld staan,’ dacht ik steevast als ik op zaterdagochtend moest werken.

Het was duidelijk niet een van mijn favoriete bezigheden. Ik vond het koud, kreeg zere benen, een zere rug en tot overmaat van ramp leek het iedere keer als ík op zaterdagochtend werkte te regenen.

De elfjarige Sem was geen talent, dat wist hij zelf ook. Na tien minuten kijken en een praatje met andere ouders had ik het meestal wel gezien. Sem zelf eigenlijk ook. Dat zei hij regelmatig, zeker als ze weer eens verloren hadden.

Tegen het eind van het seizoen bespraken we tijdens het teamoverleg de wensen van de kinderen met betrekking tot hun sport- en hobbyclubs. We maakten een financieel overzicht. De voetbalclub van Sem kostte niet zoveel, maar de bijbehorende uitjes wel. De ene keer houden ze een barbecue, de andere keer gaan ze naar een profclub om een wedstrijd te bekijken, enzovoort, enzovoort. Dat loopt aardig op.

‘Ik vind het echt zonde van het geld. En van alle tijd en energie die wíj erin steken. En zelf vindt hij het ook niet geweldig, laat hem toch van voetbal afgaan,’ zei de één.

Foto: daisy.images (cc)

Geen bal op tv | Lieuwe van Gogh en het spel van de wolf

COLUMN - Voordat de zoon van Theo van Gogh op RTL4 te zien was, keek ik eerst naar 2/11 Het spel van de wolf, de film van Theodor Holman en Gijs van de Westelaken over de rol van de AIVD bij de moord op hun vriend. Ik hield mijn hart vast toen het begon, vreesde een (com)plot die gierend uit de bocht zou vliegen. Maar het viel reuze mee.

De intrige bleef wat vaag (en ik dommelde zo nu en dan weg, wat vooral aan mijn slaaptekort was te wijten), maar als ik het goed begreep suggereerde de film dat de AIVD wel degelijk op de hoogte was van de plannen van Mohammed B., maar dat de moord niet werd voorkomen om een Syrische infiltrant te beschermen die tot Osama bin Laden himself zou moeten doordringen. Als je het zo leest, lijkt het alsof de plot wel degelijk gierend uit de bocht vloog. Het mag dus een prestatie heten dat ik dat gevoel niet had tijdens het kijken. 

Het aardigste van Het spel van de wolf was dat ze mijn beeld van de AIVD wat wisten te kantelen. Toen ik destijds hoorde dat Mohammed B. deel uit maakte van een groep die in de gaten werd gehouden, maar dat nou net hij aan de aandacht was ontsnapt omdat ie niet genoeg voorstelde, dacht ik, zoals waarschijnlijk iedereen: typische knulligheid van Hollandse spionnetjes die nog met één been in het Swiebertje-tijdperk staan. Maar nu begrijp wij gespind zijn. De AIVD wil dat wij denken dat de AIVD een wat kneuterige dienst is die USB-stickies op achterbanken laat liggen, per ongeluk informanten aan de pers lekt en een rekje beige regenjassen heeft hangen voor als er geschaduwd moet worden. Zolang wij de AIVD niet serieus nemen, komen ze overal mee weg.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Ashura

COLUMN - In Libanon wordt de politiek gedomineerd door enkele rijke families, die zich profileren als leiders van religieuze groepen. Dat laatste is noodzakelijk omdat de kiesdistricten zijn toegewezen aan bepaalde confessies. Het gevolg is dat religieuze symbolen meer dan in Nederland prominent in de openbare ruimte aanwezig zijn.

Dezer dagen herdenken de sjiitische moslims dat in 680 n.Chr. een kleinzoon van de profeet Mohammed, Huseyn, om het leven kwam in de Slag bij Kerbala. De betekenis van deze veldslag is dat de macht in de islamitische wereld kwam te liggen bij kaliefen uit de familie der Umayyaden. Hieruit ontstond de soennitische islam. Het lastig toegankelijke Libanongebergte, dat al eeuwenlang een toevluchtsoord vormt voor vrijwel elke religieuze minderheid in het Midden-Oosten, was een van de gebieden waar de afstammelingen van Huseyn, de sjiieten, op steun konden blijven rekenen.

Als je nu in een sjiitische stad, dorp of stadswijk komt, kun je je niet aan Ashura onttrekken. In het restaurant in Baalbek serveerde de in het zwart geklede uitbater ons, hoewel we voor limonade waren binnenkomen, ook wat eten. In Tyrus hoorden we hoe de rouwklachten vanuit drie minaretten tegelijk werden gereciteerd.

Overal hangen zwarte vlaggen en posters, waarop de sjiitische politici, bijvoorbeeld Nabih Berri van de Amal-beweging of Hassan Nasrallah van de Hezbollah, zijn te zien met afbeeldingen van de gebeurtenissen in Kerbala. Omdat de toeristen dit jaar wegblijven, zijn de opschriften momenteel vooral in het Arabisch, maar twee jaar geleden, kort voordat de Liberale Internationale vergaderde in Beiroet, werd de boodschap ook uitgelegd in het Engels.

Foto: daisy.images (cc)

Anders nog iets? | Gepersonaliseerd leren heeft de toekomst

COLUMN - In onze tegenwoordige maatschappij is men steeds meer getuige van innovaties op het gebied van ‘gepersonaliseerd’ leven. Deze snelheid van werken, leven en ontwikkelen is onomkeerbaar. Ook het onderwijs is hieraan onderhevig. Met name sinds de opkomst van de nieuwe digitale tijd, zijn scholen steeds meer op zoek naar een identiteit die voor hen het meest geschikt is. Echter, het traditionele onderwijssysteem, zoals dat doorgaans nog op verreweg de meeste scholen gehanteerd wordt, lijkt inmiddels achterhaald te zijn geworden.

Wanneer ik het heb over de ‘tegenwoordige maatschappij’, denk ik hierbij verder dan enkel het onderwijs. Leven, leren en werken zijn vandaag de dag onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hierin krijgt men steeds meer mogelijkheden tot persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling. Tegenwoordig is het immers mogelijk om alles op maat te (laten) maken en naar persoonlijke smaak in te richten. Van één soort koffie is bijvoorbeeld geen sprake meer. Het is een keuze-walhalla geworden, waarbij er gegarandeerd voor elke koffiedrinker een smaak van zijn of haar persoonlijke wens beschikbaar is. En van die antracietgrijze designer hoekbank met kersenhouten pootjes, is er vast ook eentje beschikbaar in kanariegeel voorzien van RVS-pootjes. Wanneer we deze metaforen gebruiken voor het onderwijs, zien we dat er nog een lange weg te gaan is.

Onlangs zag ik een presentatie van Jef Staes. Hij is spreker, auteur en een autoriteit op het gebied van het aanreiken van creatieve visies en innovaties binnen bepaalde organisaties. In zijn pleidooi heeft hij het over het feit dat tegenwoordig, door de digitale wereld waarin we leven, alles te leren en te vinden is. Dat is in de hele geschiedenis tot nu toe nog nooit voorgekomen. ‘Het verkrijgen van een diploma is enkel een bewijs van uitvoeren en reproduceren,’ zegt Staes. Door enkel te laten reproduceren, in een grotendeels vastliggende en extrinsieke omgeving, komen de aanwezige íntrinsiek gemotiveerde talenten van een leerling niet of nauwelijks bovendrijven. Dat is een gemiste kans. Naar zijn idee is dit een achterhaald gegeven en vraagt de toekomstige maatschappij juist om studenten en werknemers met een eigen visie, passie en talent. Diploma’s zijn hierbij niet meer doorslaggevend. Personalisering op onderwijskundig gebied zou een leerling goed doen en wellicht meer motiveren.

Foto: daisy.images (cc)

Politiek Kwartier | Oorlog tegen zzp’ers

COLUMN - Het kabinet begint een oorlog tegen zzp’ers, omdat zij de sociale zekerheid zouden ondermijnen. Maar deze ondermijning van de sociale zekerheid komt van de politiek zelf. En deze oorlogsverklaring maakt het alleen maar erger.

De Speld presenteerde het een paar maanden geleden nog als grap, maar de werkelijkheid achterhaalt ook hier de satire: deze week werd duidelijk dat het kabinet de oorlog verklaart aan zzp’ers.

Waarom? Zelfstandigen betalen minder belasting dan werknemers, maar doen wel een beroep op een deel van de sociale zekerheid. Zo zouden zij het sociale stelsel steeds meer ‘uithollen’.

Dit is echt de omgekeerde wereld. Alsof zzp’ers voor een dubbeltje op de eerste rang zouden zitten! Integendeel: zekerheden zoals werkgarantie (ontslagbescherming), loondoorbetaling (WW), arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WIA) en pensioenopbouw zijn voor zzp’ers veel kostbaarder dan die paar duizend euro fiscaal voordeel per jaar. Zzp’ers kunnen goedkoper zijn voor werkgevers omdat zij zelf een groot risico te lopen, een risico dat te duur is om af te kopen omdat er voor hen geen collectieve regelingen zijn.

Daarom is het ook uitermate beledigend nu van het kabinet te moeten horen dat zzp’ers de sociale zekerheid zouden uithollen: het is juist de politiek die dit laat gebeuren, doordat zij al jaren te belazerd is om voor deze groep mensen betere voorzieningen te regelen. Ik zou zeggen: begin daar eens mee.

Foto: daisy.images (cc)

Stille tocht

COLUMN - Ik heb niets met stille tochten. Een keer heb ik meegelopen. Dat was volgens mij de eerste stille tocht die er werd georganiseerd in Nederland op zo’n grote schaal. Pim Fortuyn was net doodgeschoten en daar was ik behoorlijk van ondersteboven. Je schiet hier geen mensen neer als je het niet met ze eens bent, dan ga je praten. Of je besluit het oneens te zijn, je besluit dat een verschil van mening ook goed is. Maar iemand zomaar neerschieten, kom op zeg.

Dat meelopen in die tocht, daar had ik al heel snel spijt van. De sfeer was best agressief, de mensen waren boos, het voelde voor mij heel erg ongemakkelijk om er tussen te lopen. Eerlijk gezegd merkte ik dat ik daar niets te zoeken had. Ik was ondersteboven van het schietincident, maar ik had geen band met Fortuyn, kende de man niet persoonlijk en had niets met zijn ideeën en waar ik dacht in een stil protest tegen het lukraak omver knallen van mensen te lopen, liep ik tussen woedende Fortuyn-fans. De stille tocht blijkt niet mijn ding.

Daarna ging het hard met het hele fenomeen. Ging er iemand op een vervelende manier dood dan werd er direct een stille tocht georganiseerd. Het was standaard aan het worden, een nieuw ritueel leek geboren. Het voelt voor mij een beetje alsof je naar de begrafenis van iemand had gewild, maar er niet voor was uitgenodigd.  Je kende het slachtoffer in kwestie en de nabestaanden helemaal niet, maar er moet toch duidelijk worden gemaakt dat het jou enorm raakt. Voor wie lopen mensen die tochten eigenlijk? Voor het slachtoffer, of voor zichzelf?

Foto: daisy.images (cc)

Kiezen en Delen | Pay what you want

COLUMN - Verschillende Nederlandse ondernemers experimenteren met pay-what-you-want betalingssystemen. Een sympathiek concept, maar loont het ook?

In Rotterdam opende deze zomer het Geefcafe haar deuren, een Pay-What-Yo-Want (PWYW) restaurant waar je zelf kiest hoeveel je betaalt voor je eten: 20 euro, 10 euro, of gewoon helemaal niets. PWYW is een idee dat langzaam aan populariteit wint, nadat Radiohead in 2007 haar album In Rainbows via PWYW aanbood op internet.

Amsterdam heeft al sinds vorig jaar een PWYW koffiehuis/lunchroom op de Albert Kuypstraat met de welluidende naam TRUST. Op haar website wordt het betaalconcept met grote welsprekendheid aangekondigd:

To give is to receive. Giving from your heart encourages you to listen to your inner voice and trust this guidance for decisions in every day living. We trust in what you freely give. Trust, give and share your heart.

Prachtige woorden, maar uit onderzoek blijkt dat de inner voice van PWYW klanten juist roet in het eten kan gooien. Gedragsonderzoeker Ayelet Gneezy deed met haar co-auteurs verschillende veldexperimenten naar PWYW.

In één van de experimenten varieerden de onderzoekers de prijzen en de mogelijkheid tot PWYW bij de verkoop van herinneringsfoto’s in een attractiepark. In een artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences laten ze zien dat veel mensen bereid zijn vrijwillig iets te betalen onder PWYW, maar ook dat de verkoop onder PWYW afneemt in vergelijking met een vaste, lage prijs.

Foto: daisy.images (cc)

Uit de jeugdzorg | Het Vergeten Kind

COLUMN - ‘32.000 kinderen wonen in sobere opvangcentra. 32.000 kinderen, in Néderland. Vergeten kinderen. Kinderen die mishandeld zijn, misbruikt zijn, verwaarloosd, verstoten, gevlucht zijn en dus niet gewoon kínd kunnen zijn. Wij geven deze kinderen een vriendelijke leefomgeving. Help mee, help hén, help óns.’ In beeld lopen kinderen te slenteren. Op de achtergrond klinkt een somber muziekje.

Het is een reclamespotje van Stichting Het Vergeten Kind. Een stichting die kéihard nodig is, ook voor mijn werkgever. Deze kinderen hebben het niet makkelijk gehad en moeten nu alle ruimte krijgen om zich alsnog goed te ontwikkelen en op te groeien in een fijne woonomgeving.

Een onbezorgd dagje uit of een mooi opgeknapte leefruimte vormen onvergetelijke lichtpuntjes in een soms donkere periode. Ik kan het weten. Twintig jaar werk ik als pedagogisch medewerkster op leefgroepen voor kinderen die om wat voor reden dan ook niet thuis wonen. Samen met mijn collega’s doe ik er alles aan om deze kinderen zo normaal mogelijk op te laten groeien.

Maar dan keer op keer die bezuinigingen. Dat kán niet! Je kán niet blijven bezuinigen op goede jeugdzorg. De jeugd heeft de toekomst, iedere cent die je erin stopt, verdient zich drie keer terug. Daarom ben ik ook zo blij met die indrukwekkende uitzending over Het Vergeten Kind afgelopen maandag op RTL4.

Maar de beeldvorming zoals in dat spotje, daar blijf ik moeite mee houden. Al snap ik het voor de volle 100%. Als je vrolijke kinderen opvoert, zal niemand doneren. Terwijl dat geld dus wel keihard nodig is. Dat laatste begrijpt Het Vergeten Kind blijkbaar dan weer beter dan de politiek. Maar het druist in tegen wat ik de kinderen uit mijn groep wil leren.

Vorige Volgende