Post-Atheïst | Borreltafelfeitjes
COLUMN - De meeste mensen die in de woestijn omkomen, sterven de verdrinkingsdood. Wie in, of in de buurt van een woestijn woont, weet dat, maar voor de gemiddelde westerse toerist is het een opmerkelijk borreltafelfeitje. Dat borreltafelfeitje speelt een rol in de correcte vertaling van het vierde vers van Psalm 124: was de HEER niet voor ons geweest, toen de mensen zich tegen ons keerden, zo heet het in vers 2 volgens de Nieuwe Bijbelvertaling,
Dan had het water ons meegesleurd,
de stroom ons overspoeld.
Die stroom wordt nogal divers vertaald: een stroom (Staten), een stroom dien niemand tegenhield (psalmberijming 1773), een vloed (Leidse), een stortvloed (Canisius), een wilde beek (NBG ’51), de baaierd (psalmberijming 1967), de kolkende stroom (Ida Gerhardt), de bergstroom (Willibrord), de golven (Groot Nieuws), die vloed (Nuwe Vertaling) in floed (Nije Fryske), de stroom (NBV), een bergbeek (Naardense), een woeste stroom (Herziene Staten).
Het Nederlands heeft voor het woord dat hier in het Hebreeuws staat, geen begrip beschikbaar. Er staat נַחַל, nachal, en dat woord duidt een zogenaamde wadi aan, een droog dal in een aride landschap dat zich uitsluitend met water vult wanneer dat beschikbaar is, dan wel de waterstroom die de wadi plotsklaps kan vullen.