serie

Post-Atheïst

Foto: daisy.images (cc)

Post-Atheïst | Borreltafelfeitjes

COLUMN - De meeste mensen die in de woestijn omkomen, sterven de verdrinkingsdood. Wie in, of in de buurt van een woestijn woont, weet dat, maar voor de gemiddelde westerse toerist is het een opmerkelijk borreltafelfeitje. Dat borreltafelfeitje speelt een rol in de correcte vertaling van het vierde vers van Psalm 124: was de HEER niet voor ons geweest, toen de mensen zich tegen ons keerden, zo heet het in vers 2 volgens de Nieuwe Bijbelvertaling,

Dan had het water ons meegesleurd,
de stroom ons overspoeld.

Die stroom wordt nogal divers vertaald: een stroom (Staten), een stroom dien niemand tegenhield (psalmberijming 1773), een vloed (Leidse), een stortvloed (Canisius), een wilde beek (NBG ’51), de baaierd (psalmberijming 1967), de kolkende stroom (Ida Gerhardt), de bergstroom (Willibrord), de golven (Groot Nieuws), die vloed (Nuwe Vertaling) in floed (Nije Fryske), de stroom (NBV), een bergbeek (Naardense), een woeste stroom (Herziene Staten).

Het Nederlands heeft voor het woord dat hier in het Hebreeuws staat, geen begrip beschikbaar. Er staat נַחַ&#1500, nachal, en dat woord duidt een zogenaamde wadi aan, een droog dal in een aride landschap dat zich uitsluitend met water vult wanneer dat beschikbaar is, dan wel de waterstroom die de wadi plotsklaps kan vullen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Esthetiek

COLUMN - Zondag herdacht de katholieke kerk Petrus en Paulus, de twee apostelen die het christendom naar Rome brachten en daar om het leven kwamen toen keizer Nero de christenen liet executeren. De intree in de hemel is voor christenen iets feestelijks en lange tijd zette het Vaticaan de feestelijkheden op 29 juni extra luister bij door duizenden en duizenden lantaarns op de koepel van de Sint-Pieter te plaatsen. De foto, die de Vlaamse classicus Patrick Lateur zondag op zijn Facebookpagina deelde, toont de laatste keer dat dit gebeurde, in 1937.

koepel

Voor een moment heb ik overwogen op Lateurs Facebookpagina te schrijven dat het Vaticaan de traditie moest herstellen. Het heeft iets feeërieks. Ik zou ook de paus wel eens met een tiara hebben willen zien, rondgedragen in zijn draagstoel, en ik zou ook eens een Vaticaanse hoogmis hebben willen bijwonen, zoals die moet zijn geweest voor het Tweede Vaticaanse Concilie. Puur vanuit historische en esthetische motieven, zoals ik ook zou willen rondneuzen in Versailles, een Kruisvaarderskasteel of de bibliotheek van Alexandrië.

Maar nee, het Vaticaan kan de koepel van de Sint-Pieter beter ongeïllumineerd laten. Als ik voor de katholieke kerk een balans van goede en minder goede dingen zou moeten opmaken, dan staan de pracht en praal vrij hoog in het lijstje van mindere zaken. Voor het goede begrip haast ik me te zeggen dat er ook een lange lijst van goede dingen bestaat, waarbij ik meteen denk aan de wijze waarop de parochie in mijn stadswijk zorgt voor vereenzaamde ouderen, aan de hulp die de zusters augustinessen boden aan een gedwongen prostituee en een vluchtelinge, of aan recente pauselijke uitspraken over de georganiseerde misdaad.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Boekenjood

COLUMN - Elke maandag verzorgt Ewoud Sanders – full disclosure: ik ken hem persoonlijk – op de achterpagina van het NRC Handelsblad de ‘woordhoek’, waarin hij vertelt over de geschiedenis van Nederlandse woorden en uitdrukkingen. Hij kan die geschiedenis reconstrueren dankzij een digitale databank waarin tienduizenden boeken zijn opgenomen. Als Sanders dus zegt dat het woord ‘speleoloog’ voor het eerst in gedrukte vorm verscheen in de Opregte Haarlemsche Courant van 16 juni 1896, dan is dat een snoeihard feit.

Vorige maand publiceerde Sanders een leuk boek over één enkel woord: ‘boekenjood’. Achter dit vergeten begrip gaan negentiende-eeuwse handelaren in tweedehandsboeken schuil, en achter hen schuilt een wereld die voor mij volkomen nieuw was.

Het boek begint met een anekdote over Vincent van Gogh, die geïllustreerde tijdschriften koopt bij een boekenjood in Den Haag. Dan volgen Sanders’ verrukkelijke, onweerlegbare statistieken: tussen 1877 en 1882 had Van Gogh het in zijn brieven zevenmaal over boekenjoden.

Het was niet de minste boekenjood bij wie Van Gogh zijn tijdschriften kocht: de familie Blok bood haar waren aan op het Binnenhof en mocht ministers, premiers en andere politici rekenen tot haar vaste klanten. Het riep bij mij het beeld op van een jonge schilder die stond naast de toenmalige minister president, Theo van Lynden van Sandenburg: de toen onbekende kunstenaar is nu wereldberoemd, de toen beroemde politicus is nu zo vergeten dat in maar twee van de talloze staatsliedenbuurten straten naar hem zijn vernoemd.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Orthodoxie

COLUMN - We hadden gisteren vrij, de zon scheen en we zaten op een terrasje. Een van de aanwezigen was een uit Irak afkomstige studente die als vrijwilligster een huiswerkklasje begeleidt. Het verhaal van de kinderen daar is deprimerend vertrouwd: afkomstig uit Marokko en met een taalachterstand, waardoor er problemen zijn in het basisonderwijs.

‘Ik geloof dat ik iets fout doe,’ vertelde de studente op een toon die ons deed opkijken van ons bier. ‘Een van de kinderen vroeg me wat van geloof ik had. Ik zei dat ik moslima was, maar hij zei dat ik een slechte moslima was omdat ik geen hoofddoek droeg. Hij maakte me zelfs uit voor satan.’

Het had haar duidelijk geraakt en dat verbaasde me. Ze is namelijk alleen moslima in de zin dat iedereen in haar vaderland islamitisch is, maar de vijf zuilen van het geloof zijn niet bepalend voor haar identiteit. Ze zal niet claimen dat Mohamad de enig juiste openbaring heeft ontvangen, ze bidt niet, ze doet niet aan de ramadan en droomt niet van een pelgrimage naar Mekka. Misschien is ze vrijwilligerswerk gaan doen bij wijze van aalmoes, maar volgens mij neemt ze gewoon haar verantwoordelijkheid voor de samenleving. Als zelfbewuste ietsist zou ze erboven moeten staan dat een kind haar voor satan uitmaakte.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Toni Braxton

COLUMN - Ik zou niet weten hoe ik religie moest definiëren maar denk dat ik de plank niet ver mis sla als ik stel dat althans de westerse religies niet zijn gebaseerd op logisch bewijs. Ze veronderstellen een openbaring, die je aanneemt of niet. Daarom zullen gelovigen en ongelovigen/andersgelovigen elkaar nooit begrijpen, zelfs niet begrijpen kúnnen. Er is sprake van incommensurabele denkwijzen.

Daaruit volgt dat ik als columnist in elk geval met respect moet schrijven over opvattingen die ik niet alleen niet snap, maar ook niet snappen kán. Als ik lees dat Toni Braxton in volle ernst geloofde dat God haar een autistische zoon gaf om haar te straffen voor een eerdere abortus, moet ik op mijn tong bijten om niet te zeggen dat ze kierewiet is.

De Amerikaanse zangeres laat ons, zo lees ik, in haar theologische inzichten delen in een pas verschenen autobiografie. Het is geen geheim dat Braxton een strenge, christelijke opvoeding heeft gehad, en het is ook geen geheim dat veel christenen abortus afwijzen, maar voor zover ik weet is het geen gebruikelijk christelijk standpunt dat een zoon moet boeten voor de zonden van zijn moeder. Er is weliswaar een beroemde passage in Deuteronomium dat God iemands afstammelingen straft tot in het derde of vierde geslacht, maar dat betreft afgoderij en heeft niets te maken met abortus.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Nehalennia

COLUMN - Het is Romeinenweek, dus ik dacht: laat ik er eens een Romeinse godheid tussendoor doen. En welk lid van de bonte club van antieke bovennatuurlijke wezens ligt dan meer voor de hand dan onze eigen Nehalennia?

Lange tijd was ze alleen bekend van enkele in 1647 ontdekte reliëfs uit Domburg, die allemaal bij een brand verloren zijn gegaan, op drie na. Twee daarvan zijn te zien in het Zeeuws Museum en de derde in de Brusselse Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis. Van de verloren reliëfs bestaan tekeningen. Daarnaast waren er ooit twee reliëfs in Keulen, maar die overleefden de oorlog niet. Steeds was een vrouw in een lange jurk afgebeeld, meestal gezeten op een troon, met een mand appels op schoot. Soms een hond erbij, vaak een scheepje. Dat was de godin Nehalennia dus. Meer wisten we niet.

En toen, in 1970, werden er ineens 122 bij ontdekt. Ik geloof dat het begon met een visser die bij Colijnsplaat een rare vondst deed, vervolgens kwamen de onderwaterarcheologen en later werd het materiaal uit de Oosterschelde overgebracht naar het Rijksmuseum van Oudheden. Foto’s vindt u in de digitale database.

Nehalennia (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Nehalennia (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Zwendel

COLUMN - Ik weet niet hoe het u vergaat, maar voor een goede zwendelaar voel ik sympathie. Voor Victor Lustig, die erin slaagde de Eiffeltoren aan een schroothandelaar te verkopen, koester ik niets dan de allergrootste bewondering, en dat geldt eveneens voor een Han van Meegeren, die de halve kunstwereld voor ’t lapje hield. Ik moest dan ook grinniken om de advertentie hieronder, die op de Italiaanse eBay heeft gestaan. Als mensen bereid zijn €675 neer te tellen om een sport te bemachtigen van de ladder die de aartsvader Jacob zou hebben gezien in een droom, dan verdienen ze het €675 te verliezen.

Te koop: een sport van de Jacobsladder.

Te koop: een sport van de Jacobsladder.

Dit was een extreem voorbeeld. Het lijkt me verder vrij menselijk dat je herinneringen tastbaar wil maken. Zelf bewaar ik een stukje van de Berlijnse Muur, een paar oude brieven, wat visitekaartjes en een handvol foto’s. Als gelovige mensen een relikwie willen vereren, lijkt mij dat alleen maar heel normaal. Het lijkt me ook heel normaal dat er altijd bedriegers zijn geweest die aan de vraag voldeden: elke middeleeuwse pelgrim keerde uit Rome terug met het gebeente van een heilige naar keuze – de catacomben lagen toch vol botten.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Licht in de duisternis

COLUMN - Het was nog lang onrustig in de Utrechtse binnenstad, op 8 december 1641. Een academisch debat over de leer van René Descartes, die destijds in De Republiek woonde, was totaal uit de hand gelopen, met scheld- en schreeuwpartijen en verhitte discussies na afloop. De introductie van de nieuwe filosofie, waarin een duidelijk onderscheid werd gemaakt tussen de materie en de geest, was niet onopgemerkt verlopen.

Descartes is bekend gebleven. Ik fiets elke dag langs zijn standbeeld. De naam van zijn tegenstander, Gijsbert Voet (‘Voetius’ in zijn Latijnse publicaties), zal vermoedelijk alleen in gereformeerde kringen nog een belletje doen rinkelen – een standbeeld heeft hij bij mijn weten nooit gekregen. Die vergetelheid is niet helemaal terecht, want Voet had ten minste één rake tegenwerping: als de mens zou bestaan uit materie en geest, hoe grepen die dan in elkaar? Hoe kon onze geest, die materieloos zou zijn, de indrukken van onze zintuigen, die wél behoorden tot de materie, verwerken? Hoe kon onze materieloze geest instructies geven aan onze ledematen?

Baruch de Spinoza, voor wie alleen al in Amsterdam twee standbeelden zijn, bood een oplossing: die geest bestond niet. Er is alleen materie. God en de natuur zijn één. Hieruit volgde een hele reeks andere stellingen: dat natuurkunde en theologie eigenlijk één vak waren, bijvoorbeeld, maar ook dat alle traditionele vormen van religie in feite onhoudbaar waren. Het waren standpunten die je ook in de vrij liberale Republiek maar beter in het Latijn publiceerde, zoals Spinoza dan ook deed.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Iraans anti-Amerikanisme

COLUMN - Toen ik in 2004 voor het eerst in Iran kwam, was er een detente in de Amerikaans-Iraanse betrekkingen. De VS hadden Saddam Hussein, waartegen Iran een achtjarige oorlog had gestreden, in een handomdraai uitgeschakeld en de geïmponeerde Iraniërs noemden de Amerikaans president liefdevol George Dubya. In de bioscopen van Teheran draaiden films van Arnold Schwarzenegger en een ‘grand bargain’ leek in de maak.

Achteraf naïef. Bush Jr had Iran al bij de ‘Axis of Evil’ ingedeeld en zo de voorwaarden voor vriendschap vakkundig om zeep geholpen. President Ahmedinejad hielp zijn land even vakkundig in het isolement. Ik las laatst dat Ahmedinejads geloof te leven in de Eindtijd was geïnspireerd door Bush’ apocalyptiek en hoewel ik dat niet kan controleren, leken de twee griezelig veel op elkaar.

Voor mijn werk ben ik na 2004 elk jaar wel een keer in Iran geweest. Dat maakt me bepaald niet tot Irandeskundige, maar ik heb wel een vermoeden van wat het betekent als een land geïsoleerd raakt. De KLM heeft bijvoorbeeld geen rechtstreekse vluchten meer naar Teheran en de bankenboycot dwingt me mijn huidige reis – ik schrijf dit in Shiraz – contant te betalen. Die kleine ongemakken zijn natuurlijk niets vergeleken met wat de bevolking heeft meegemaakt. De Iraniërs leken de laatste jaren iets van hun zelfvertrouwen te verliezen. Twee jaar geleden vertrouwde een vrij hoge geestelijke me toe dat hij altijd had geloofd in de islamitische republiek maar was gaan twijfelen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Religie en wetenschap

COLUMN - Het is jammer dat we niet wonen in Amerika of Australië, want daar is dinsdagavond een maansverduistering te zien en dat is toch altijd indrukwekkend. Als er veel stof in de atmosfeer zit, kleurt de maan bloedrood. Geen wonder dat de oude volken er een akelig voorteken in zagen.

De Mesopotamiërs dachten dat het aangaf dat binnen honderd dagen een vorst zou sterven. Het aardige is dat dit klopt. Er zijn namelijk nogal wat staatshoofden en het zou vreemd zijn als er binnen honderd dagen niet ergens een regeringswisseling was.

Kleitablet (British Museum) met een lijst van verduisteringen tussen 518 en 465 v.Chr. Vermeld is onder de dood van de Perzische koning Xerxes.

Uit hun voortekencatalogus kennen we de betekenis die de Mesopotamiërs gaven aan allerlei hemelse verschijnselen. Als de hemelgoden bijvoorbeeld het sterrenbeeld Maagd hoog aan de hemel plaatsten, waarschuwden ze de mensen voor de naderende overstroming van de Eufraat en Tigris. Wij beschouwen dat niet als een wonder omdat wij weten dat de seizoenwisseling, smeltende sneeuw en de plaats van de sterrenbeelden allemaal samenhangen met dezelfde scheve baan van de aarde om de zon, maar dat wisten de Mesopotamiërs niet. Zij waren vooral de goden dankbaar voor het hulpmiddel om toekomstige waterstanden te voorspellen.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | Erfzonde

COLUMN - Joden zijn rare mensen: één zevende deel van hun leven verdommen ze het stelselmatig om te werken en de rest van hun tijd spenderen ze het liefst afgezonderd van de wereld. Iemand zou die lieden eens mores moeten leren. Dat is vanzelfsprekend geen oproep tot geweld – zo lossen wij de dingen niet op in Alexandrië. Maar het vormt wel een maatschappelijk knelpunt als groepen mensen onvoldoende participeren in de samenleving. En dat probleem moet worden opgelost.

Het bovenstaande zou zomaar de mening van een weldenkend mens kunnen zijn geweest aan de vooravond van de oudst bekende pogrom, in het jaar Onzes Heren 38. Jodenhaat is dus geen christelijke uitvinding. Dat christendom importeerde reeds bestaande ideeën over Joden dankzij het besluit ook niet-Joden tot de eigen religieuze club toe te laten. Maar christenen konden lastig het bezwaar handhaven dat Joden een zevende deel van hun leven niets uitvoerden. Dat deden ze immers zelf ook. Gelukkig waren er andere argumenten voorhanden: ze hadden de Zoon Gods gekruisigd en daarvoor werd met enige regelmaat wraak genomen op de nazaten van de daders.

Wie de verslagen van die kruisiging echter goed doorleest, komt er al snel achter dat de daders Romeinen waren. In het begin van de dertiende eeuw speelt het verwijt van de godsmoordenaars dan ook lang zo’n grote rol niet meer. In plaats daarvan is de Talmoed gekomen: een boek dat bol stond van de beledigingen aan het adres van Christus, de Moeder Gods en christenen. Aan dergelijke moedwillige pogingen om het geloof van een bevolkingsgroep belachelijk te maken moest nodig wat gedaan worden. De Talmoedverbrandingen van 1242 in Frankrijk waren er een exponent van.

Foto: daisy.images (cc)

Post-atheïst | De god van de gaten

COLUMN - In de achttiende eeuw stelden geleerden voor het eerst de vraag waar religie vandaan kwam. Ze opperden dat het iets te maken had met angst voor onbegrepen natuurkrachten. Voor die theorie konden ze teruggrijpen op het oude Griekenland, waar Zeus de dondergod was, Demeter de kiemkracht vertegenwoordigde en Poseidon werd geacht aardbevingen te veroorzaken. Wetenschappers hebben sindsdien uiteraard ontdekt dat bliksem, vruchtbaarheid en aardbevingen natuurlijke oorzaken hadden.

Er bleven echter voldoende onverklaarde zaken over en menig gelovige greep die aan als argument dat God toch bestond. De negentiende eeuw zag zo een leuk debat tussen enerzijds conservatieve gelovigen, die de aandacht vestigden op zaken die de wetenschap niet kon verklaren – zoals de genezingen in Lourdes – en die dan het bestaan van een welwillende godheid moesten bewijzen, en anderzijds wetenschappers die deze mysteriën een voor een toch verklaarden. Zeker nadat Darwin de evolutieleer had geformuleerd, was Gods bestaan een hypothese waaraan men weinig behoefte meer had.

Rond 1900 wezen sommige theologen op het schrale Godsbeeld achter deze discussie. Wie werkelijk meende dat God de wereld stuurde met een wonder links of een natuurkracht rechts, reduceerde Hem naar de laatste gaten in de wetenschappelijke kennis. Met hun waarschuwing tegen de ‘God van de gaten’ spoorden de theologen de mensen aan de moderne wetenschap te aanvaarden en religie te gebruiken als basis voor een humane ethiek.

Vorige Volgende