serie

Goed volk

Foto: © Sargasso logo Goed volk
Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | De groene man

COLUMN - De Groene Man, in de internationale vakliteratuur gewoonlijk simpelweg aangeduid met ‘Green Man’, is een figuur waarbij takken en bladeren uit zijn mond en/of oren groeien. In bepaalde streken, zoals op Sicilië, groeien complete druiventrossen uit zijn hoofdopeningen. Er zijn een aantal varianten op het motief: zo heb je ook Groene Vrouwen, al is die niet bepaald talrijk.

Groene Man aan de buitenzijde van de Maria-van-Jesse-kerk in Delft (© Abe van der Veen)

Het motief komt in de regel voor als reliëf maar er bestaan ook plafondschilderingen van. Ze zijn in twee groepen in te delen: als vruchtbaarheidssymbool (tot de Midden-Renaissance) en als seculier ornament (tot op heden). Je zou nog een derde categorie kunnen onderkennen: de semi-spirituele ‘grotesque’ (net als waterspuwers en duiveltjes) zoals ze voorkomen in en op romaanse en vooral (neo-)gotische kerken. Het onderscheid tussen christelijk en heidens was in de Middeleeuwen niet altijd even consequent. De figuur moet niet verward worden met de Wilde Man of het alruinmannetje.

Herkomst

De Groene Man wordt wel gezien als een mythologische traditie die onafhankelijk op verschillende plekken in Europa en in het Midden-Oosten tot stand is gekomen en kan in dat licht gezien worden als een archetypisch motief. Hij stelt als zodanig vruchtbaarheid, groei en mannelijke potentie voor.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed Volk | De tuin der verrukkingen

COLUMN - In de elfde eeuw leefde in de abdij van Hohenburg (of Hohenbourg, tegenwoordig ook wel genoemd het klooster Mont Sainte-Odile) op een hoogte van 760 meter op de Odilienberg in de Vogezen, abdis Herrad von Landsberg (ca 1130 – 25 juli 1195). Zij was in 1167 door keizer Frederik I Barbarossa als hoogopgeleide non vanuit het klooster Bergen bij Neuburg naar Hohenburg gezonden om aldaar als abdis tucht en orde te herstellen die kennelijk onder haar voorgangster Relindis teloor waren gegaan. Ze was een tijdgenote van haar beroemde collega Hildegard von Bingen.

Ten behoeve van de educatie van haar kloosterzusters en met name van de novicen compileerde, en schreef zij gedeeltelijk zelf, van 1159 tot 1180 het werk Hortus deliciarum, dat ‘Tuin der kostelijkheden/verrukkingen’ betekent. Herrad wilde dat haar zusters rust, kalmte en verfrissing zouden ervaren, zowel voor hun geest als voor hun ziel, bij het lezen van het boek en het bekijken van de miniaturen. Het boek is geschreven in het Latijn, maar bevat de nodige Duitse glossen. Het origineel telde ongeveer 650 pagina’s met 344 miniaturen.

De “Zeven vrije kunsten” uit de Hortus Deliciarum (rond 1180) (klik = groot)

De lotgevallen van het manuscript

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed Volk | Monsters in de Schotse wateren

COLUMN - De eerste foto van het wereldberoemde Monster van Loch Ness dateert van 12 November 1933 (Hugh Gray), terwijl het beest op 22 juli van datzelfde jaar al gespot was door George Spicer en zijn vrouw, nota bene terwijl het over de weg hobbelde richting het meer. Er is ook al een getuigenis van ene D. Mackenzie uit 1871 of 1872. We kunnen dus zo langzamerhand spreken van de ‘sage van het Monster van Loch Ness’.

Sage, niet mythe, want hoewel gelet op het vele serieuze onderzoek dat er naar het beest is verricht, de kans praktisch nihil is dat Nessie echt bestaat of bestaan heeft, het blijft gewoon een fysiek wezen dat vooralsnog valt onder de pseudowetenschap der cryptozoölogie, net als de Verschrikkelijke Sneeuwman.

Sint-Columba

Nu is er nog een veel oudere getuigenis die verwijst naar het Monster van Loch Ness. Die dateert uit de zevende eeuw n.Chr. en komt voor in de hagiografie van Sint Columba (521-597) (Vita Columbae), geschreven door onder meer abt Adomnán, een slordige honderd jaar na dato. Volgens Adomnán kwam Columba, terwijl hij in het land der Picten (Schotland) verbleef, een groep dorpelingen tegen die een man aan het begraven was bij de rivier de Ness. De man zou in de rivier door een ‘water beast’ zijn gegrepen en onder water getrokken, hetgeen hij niet had overleefd. Colomba verzocht daarop één van zijn medewerkers, Luigne moccu Min, de rivier over te zwemmen, waarbij het Monster van Loch Ness zich wederom vertoonde maar door Coloumba middels het maken van het kruisteken voorgoed op de vlucht werd gejaagd.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Rebétika, de Griekse blues

ACHTERGROND - Onder volkscultuur valt uiteraard ook volksmuziek, maar volksmuziek hoeft per definitie niet op het platte land of in de bergen te klinken. Ook steden kennen hun eigen volksmuziek, waarbij het niet zelden om een subcultuur gaat, muziek van de zelfkant van de samenleving. Eén van deze vormen is de rebétika, ook wel genoemd de Griekse blues, raak omschreven in de ondertitel in de evergreen van Gail Holst: Road to Rembetika (1975, inmiddels vierde druk 2006): “music of a Greek sub-culture; songs of love, sorrow & hashish”. De titel van de verzameling rebetika (origineel en vertaald) van de Nederlandse kenner bij uitstek, Jan Verdonk, liegt er ook niet om: Ik wil dat de bouzouki huilt en van mijn verdriet vertelt“.

Nu gaan de meeste Griekse traditionele liederen over ‘love and sorrow’, wat in Griekenland in de regel hetzelfde is, dus waarin onderscheidt zich de rebétika, afgezien van het feit dat er kennelijk hasj aan te pas komt ? Een column over droevige maar fascinerende muziek uit een zonnig zomers land.

Waar hebben we het over?

Om maar bij het begin te beginnen: de term zelf, want alleen al bij de transliteratie van de Griekse in Latijnse letters bestaan er een aantal variaties. Ik gebruik consequent de mijn inziens meest juiste transliteratie rebétika (of het enkelvoud, als dit zo uitkomt), maar het door mij aangehaalde boek  spreekt al van rembetika.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Eén zwaluw maakt nog geen zomer

Als u deze column leest heerst hoogstwaarschijnlijk in Nederland de eerste hittegolf van het jaar. Niemand zal dus een zwerm, laat staan één zwaluw, nodig hebben om te concluderen dat het zomer is. Niettemin is het interessant bij de symboliek van deze vogel stil te staan. Dit wordt een makkelijk te verteren zomerverhaal: na de inleiding surfen we naar wat feitjes over zwaluwenbijgeloof in Nederland, vervolgens naar de volksculturele betekenis van de zwaluw in Oost-Europa om uit te komen bij de Oost-Europese variant van het Walhalla: het Vyraj of Iriy, waar de zwaluw geacht werd te overwinteren.

Dat de zwaluw in een spreekwoord voorkomt zegt al iets over een symbolische functie van deze vogel. Er is overigens nog een weerspreuk waarin deze voorkomt: ‘Als de zwaluwen scheren over water en wegen, dan komt en dan blijft er wind en regen’. De zwaluw moet dus wel hoog vliegen wil hij een voorbode van de zomer zijn.

Zwaluwen zijn vogels die archetypisch met de zon, de lente en het begin van de zomer verbonden worden, doordat ze rond die tijd, tussen 1 en 15 april, uit hun overwinteringsgebied nabij de evenaar terugkeren. Het begin van de zomer heeft cultureel-historisch gezien niet alleen te maken met vruchtbaarheid en nieuw leven, maar ook met hoop, geluk, moed, voorspoed en een nieuw begin: een nieuw jaargetijde, nieuwe kansen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Magische psalmen

ACHTERGROND - Het bijbelboek Psalmen is één van de populairste boeken van de Bijbel en ook één van de meest gelezen en gebruikte. Psalmen, 150 in totaal, zijn er in verschillende soorten en maten en zijn samengebracht rond drie hoofdthema’s: klaagpsalmen, lofpsalmen en gebedspsalmen. Dat maakt dit Bijbelboek niet alleen tot een ideaal persoonlijk gebedenboek voor joden, christenen en anderen, maar maakt het als verzameling liederen bij uitstek geschikt voor zowel de joodse als de christelijke liturgie.

Uit de opschriften en de verdere technische termen en aanwijzingen die (later) aan de psalmen zijn toegevoegd, valt af te leiden dat de liederen mede bedoeld waren voor uitvoering in de tempel van Jeruzalem en de synagogen. Uit de synagogale muziek is later onder andere het Gregoriaans ontstaan en hierop schoven de psalmen haast als vanzelf door naar de christelijke liturgie – zowel van oost als west – waar ze met name in het monastieke getijdengebed een vaste plaats kregen.

Het bovenstaande vormt de bekende, theologische kant van het boek der Psalmen, maar het boek kent ook een andere zijde, die valt onder de volksdevotie maar soms ook gewoonweg magie.

Tegen de boze krachten

Zo merkt rabbijn Avroham Chaim Feuer in het laatste deel van zijn commentaar op Psalmen op dat de voornaamste bedoeling van het reciteren van psalmen “het vernietigen van beschuldigende engelen en boze krachten” is. Hij gaat daarbij in het bijzonder in op psalmen die bescherming bieden tegen onheil en psalmen die geschikt zijn om te reciteren bij zieke personen.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Kallemooi

ACHTERGROND - Ik was in principe niet van de plan de geachte lezer weer lastig te vallen met een christelijke feestdag die zijn wortels schijnt te hebben in oeroude lente- en vruchtbaarheidsrituelen. Hoewel dit zo langzamerhand mijn stokpaardje is geworden – meer dan 50% van de wereldwijde volkscultuur en folklore is er mijn inziens op terug te voeren – kan ik het woord vruchtbaarheidsrite zo langzamerhand niet meer horen; ik ben tenslotte altijd op zoek naar iets nieuws.

Ik maak niettemin voor deze (tweede) pinksterdag één keer een uitzondering en wel omdat het een volstrekt uniek evenement in Nederland betreft en omdat dit evenement dit jaar een bedenkelijk jubileum viert: het wordt sinds vijf jaar serieus bedreigd. En niet door anti-Zwarte-Piet-demonstranten maar door al even subtiele dierenactivisten. Ik ga in deze column geen partij kiezen maar geef wel aan welke maatregelen de organisatoren hebben genomen om de veiligheid en het welbevinden van de haan, want daar gaat het hierbij om, zo goed mogelijk te verzekeren. Wij gaan het dus hebben over de viering met de merkwaardige naam ‘Kallemooi’ die elk jaar met Pinksteren op Schiermonnikoog plaatsvindt.

Het begin

Onze Waddeneilanden zijn relatief oud. Toen de kaart van de Zuiderzee er nog anders uitzag en er nog geen sprake was van een Waddenzee, bestonden deze ‘eilanden’ al. Helaas is van de vroegste geschiedenis weinig bekend. De naam Schiermonnikoog komt pas voor het eerst voor in een akte van Philips van Bourgondië uit 1440, al is bewoning van vroeger datum.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Dauwtrappen

COLUMN - Het ‘dauwtrappen’, ook wel ‘dauwtreden’ (in het oosten van ons land) of ‘hemelvaren’ (in het westen) genoemd, is een seculiere gebeurtenis die in zijn bekende vorm (opstaan als de dauw nog op de velden ligt en dan op blote voeten door het bedauwde gras lopen) dateert uit pakweg de achttiende eeuw. De oorsprong ligt echter veel vroeger. Net als andere feesten die afhankelijk zijn van de jaarlijks verschuivende paasdatum, zoals Pinksteren (50 dagen na Pasen) en carnaval (40 dagen voor Pasen), valt Hemelvaart (40 dagen na Pasen) in de lente (mei of juni) en dat roept associaties op met oude lente- en vruchtbaarheidsfeesten, zo ongeveer mijn stokpaardje.

Het begin

Stokpaardje of niet, om een directe lijn te veronderstellen tussen het achttiende-eeuwse dauwtrappen en de Germaanse lente- en vruchtbaarheidsfeesten is logisch, maar er kan niets van aangetoond worden, afgezien van de retorische vraag of in het geheugen van de achttiende-eeuwers nog iets van een dergelijk Germaans feest was blijven hangen. Het is waarschijnlijk een construct uit de Romantiek.

In 1871 schreef onderwijzer en amateur-historicus Jan ter Grouw in zijn vuistdikke De volksvermaken in hoofdstuk 7:

Zonderling gebruik ! ’t herinnert ons aan het heenstromen onzer voorvaderen naar de heilige wouden om vreugde te bedrijven, nu eens op de algemeene godsdienstfeesten, dan weer op de bijzondere feestdagen van den beschermgod van gouw, heem, marke of dorp. Toen die wouden er niet meer waren, en ’t volk wel gekerstend maar niet veranderd was, bleven toch de oude gewoonten voortduren.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een middeleeuwse wereldkroniek

COLUMN - In de Romeinse tijd en gedurende Middeleeuwen werden gebeurtenissen en historische feiten chronologisch genoteerd in zogenaamde annalen, de libri annales. Deze jaarboeken waren thematisch van opzet. Ze behandelden bijvoorbeeld ontstaansgeschiedenissen van Rome en andere Italiaanse steden, of later de stichtingsgeschiedenissen van kloosters. Naast deze specifieke thema’s werden gebeurtenissen als natuurrampen en oorlogen beschreven. Vanaf de achtste eeuw n.Chr. werd de inhoud uitgebreider en ontwikkelden de annalen zich tot kronieken.

Wereldkronieken

Vanaf de Late Middeleeuwen en met name na de uitvinding van de boekdrukkunst ontwikkelde zich een specifiek soort kroniek: de wereldkroniek. Deze heeft twee hoofdeigenschappen: ze bevatten stukken geschiedschrijving die uit de hele (toenmalig bekende) wereld afkomstig zijn en soms zelfs een poging tot een integrale geschiedschrijving, en ze laten de geschiedenis beginnen bij Adam en Eva of soms de geboorte van Jezus Christus. Na de eerste helft, in wezen een parafrase van de Bijbel, gaat het verder met de geschiedenis van Byzantium, de opvolger van het oorspronkelijke Romeinse Rijk.

De wereldkronieken werden in de regel geschreven in opdracht, waardoor de inhoud niet bepaald objectief en genuanceerd is: vaak diende de opdrachtgever goed uit de verf te laten komen. Ook werden ze in de regel in het Latijn geschreven, maar ze werden al snel vertaald, soms door dezelfde schrijver, en uitgegeven als incunabel (wiegendruk), met wel of niet met de hand ingekleurde illustraties.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | De wandelende Jood

COLUMN - Het motief is bekend, zeker voor wie het boek van de Vlaming August Vermeylen uit 1906 heeft gelezen: een man met de Latijnse naam Ahasverus gedraagt zich grof tegenover Jezus op zijn weg naar Golgotha en wordt er vervolgens toe veroordeeld om tot het eind der tijden c.q. de wederkomst van Christus rusteloos over de aarde te zwerven, een motief dat doet denken aan de sage over de Vliegende Hollander. De Wandelende Jood is overigens een spijtoptant: na zijn foute bejegening van Christus krijgt hij spijt, bekeert zich en gaat over tot het doen van goede daden, maar de vervloeking blijft intact.

De legende zelf dateert aanwijsbaar uit de 13 eeuw, maar omdat het hier over een motief gaat (zie de catalogus van Aarne-Thompson waar het motief onder het gedeelte ‘God Rewards and Punishes’ geregistreerd staat als ATU 777 ‘The Wandering Jew’ en als enige variant de ‘Vliegende Hollander’ staat aangegeven, heeft de legende de nodige ‘voorlopers’ met hetzelfde motief gehad waarbij het nog maar de vraag is of en in hoeverre deze voorlopers de Middeleeuwse legende hebben beïnvloed. Sommige schijnen er met de haren te zijn bijgesleept, zoals een boeddhistische voorganger.

Bijbelse voorlopers

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Goed volk | Een verdronken klooster

ACHTERGROND - Het IJsselmeer is historisch gezien één van de interessantste gebieden van Nederland. Rond 500 vóór Christus was het niet meer dan een binnenwater dat bekendstond als Flevomeer. Een groot deel van wat nu water is was destijds land, al bestond het voor een groot deel uit veengronden. Toen de Friezen die in de Middeleeuwen afgegroeven, ontstond een opening, het Vlie, waardoor het zeewater, geholpen door een stijging van de zeespiegel tijdens het Middeleeuws klimaatoptimum, het gebied kon binnenstromen en veel land blank kon zetten. De binnenzee kwam nu A(e)lmere te heten. Later sloeg het water middels diverse vloeden met vernietigende kracht toe en kwam het water Zuiderzee te heten, tot het uiteindelijk na vele eeuwen in 1933 werd getemd door de Afsluitdijk en het IJsselmeer werd genoemd.

In mijn blog van 11 februari j.l. schreef ik al over hoe een compleet eiland (Nagele) in die tijd onder de zeespiegel verdween. Het land dat overspoeld werd was dun bevolkt, maar van de dorpjes is niets teruggevonden en alleen een paar namen zijn in documenten overgeleverd: Espele, Tollebeek, Luttelgeest, Marenesse, Sevenhusum, Lemmerbroek, Kunresyl, Sileham, Ruthe, Algoterp en nog een paar meer, met dank aan het negende-eeuwse klooster Sint Odoluphus te Stavoren dat al deze namen geboekstaafd heeft, maar over dit klooster straks meer.

Foto: © Sargasso logo Goed volk

Notre-Dame: middeleeuwse wetenschap, muziek en legenden

Ik ben altijd geneigd de Notre-Dame van Parijs in kwantitatieve en niet in kwalitatieve termen te beschrijven. De kerk mag dan een uniek voorbeeld zijn van vroeg-gotische bouwkunst, verder is alles gewoon alleen maar groot. De kerk zelf is groot, het hoofdorgel is groot maar klinkt niet echt mooi en er is in de loop der tijd het nodige aan gesleuteld, net als aan de kerk zelf.

In 1845 heeft de thans omstreden architect Eugène Viollet-le-Duc de kathedraal volgens de mode van die tijd behoorlijk opgeleukt, bijvoorbeeld met de vieringtoren, de ‘Flèche’, die bij de recente brand zo dramatisch brandend neerstortte en die tot mijn persoonlijke voldoening niet als zodanig herbouwd zal worden.

Daarnaast is de Notre-Dame naast een enorme toeristische trekpleister (gemiddeld 10 miljoen bezoekers per jaar) symbool van Parijs – alsof de Eiffeltoren nooit gebouwd is – of zelfs van geheel Frankrijk, een stuk Frans chauvinisme waar wij Nederlanders, op de francofielen na, toch weinig mee hebben. Er zijn diverse kerken in Parijs en kathedralen in Frankrijk die als gebouw fraaier en interessanter zijn en belangwekkender kunstschatten en orgels bevatten. Voor mij schuilt de waarde van de Notre Dame van Parijs in heel andere dingen en daarvoor ga ik terug naar zijn tijd van ontstaan, de Middeleeuwen.

Vorige Volgende