COLUMN - Je merkt in Libanon eigenlijk elke dag wel dat er ooit vijftien jaar lang is gevochten. Niet dat de mensen elkaar nu nog naar het leven staan, maar door allerlei, vaak heel triviale dingen. Zo duiden de Beiroetis hun straten nooit aan met de officiële namen omdat de administratie in verval is geraakt. Ik zou ook kunnen schrijven over het grote aantal auto’s in Libanon, want het openbaar vervoer heeft de burgeroorlogen niet overleefd.
Gisteren kwam ik in Beit Beirut, een ooit elegant Ottomaans huis aan de Rue de Damas ofwel de beruchte Groene Lijn die ooit het christelijke Oost-Beiroet scheidde van het islamitische West-Beiroet. Het huis werd de vaste basis van christelijke sluipschutters, want het had grote ramen, waardoor een wijd schootsveld viel te bestrijken. Het werd dus ook zelf onder vuur genomen en de kogelgaten zijn nog altijd zichtbaar. Het resultaat ziet u hierboven. In 2008 werd een begin gemaakt met de restauratie, die voor een groot deel is gefinancierd door de stad Parijs.
Architect Youssef Haidar had echter eigen ideeën over hoe de restauratie het beste kon plaatsvinden. Waar de vooroorlogse huizen, voor zover ze überhaupt nog te herstellen waren, konden worden gerestaureerd met de oorspronkelijke materialen, koos Haidar voor metaal. Zoals u boven ziet, lijkt het gebouw op het eerste gezicht helemaal niet gerestaureerd maar oogt het alsof er alleen wat ijzeren steunpilaren zijn geplaatst. Veel mensen waren erdoor geschokt maar Haidar legde uit dat hij iets had willen maken dat eruitzag als een prothese. Hier leest u er meer over en zijn foto’s.