Sargasso’s kunstgalerie geeft ruimte aan kunstbloggers. Elke tweede zondag van de maand verbinden M&M een door Maria Willems gemaakte foto aan een gedicht van Michiel van Hunenstijn.

Je maakt foto’s met die loodzware, lompe spiegelreflex.
Je fotografeerde de stoel aan de tafel, de deur, je maakte
een foto van de koelkast. Flitsen deed je nooit, want
je had geen flits. Je fotografeerde je broer, die balanceerde
op een drijvend oliedrum. Je fotografeerde de hond erbij,
rolletje vol.
Achter het dorp woonde de dorpsgek in een haveloos kraakpand.
Gekke Evert, jij praatte met hem. Er stak een diepvriesmaaltijd
uit de zak van zijn colbert. Hij had zo’n uiterlijk: wilde haren,
bonte kleren, haveloos en onverzorgd. Jij wilde zijn portret.
Zijn karakteristieke kop. Dat mocht. De week daarna klopte je aan,
deed hij open: net in het pak, haren gekamd, glad geschoren,
hij ging immers op de foto. Daar ging je portret.
Je verliet het dorp, ’s ochtends vroeg, de wieltjes van je rolkoffer
maakte iedereen in buurt wakker. Je gang was richting station,
je ging de wereld in. Je wist genoeg, je had het allemaal al
wel gezien: Je had postzegels gespaard in albums, schelpen
en alle knipsels van de maanlanding. Je had de avondvierdaagse
met het meisje van de bakker gelopen, je had er foto’s van.