COLUMN - Over de in de rotsen uitgehouwen stad Petra, waar ik momenteel ben, valt verschrikkelijk veel te vertellen en dat ga ik dus mooi niet doen, want ik zit hier veel te fijn met een biertje op mijn hotelkamer. Maar over de foto hierboven valt wel iets te zeggen.
Deze reliëfs van Sabinos Alexandros (klik op de foto voor een grotere versie) bevinden zich in de anderhalve kilometer lange kloof die naar Petra leidt. Het gat bovenaan is niet belangrijk, al proberen vrouwen er steentjes in te gooien. Als dat lukt, zullen ze een mooie man vinden. (Gek genoeg gingen ze ermee door, hoewel ik er toch was.) Het gaat me om de vier vensters onderaan, die ons iets vertellen over de voor-christelijke en voor-islamitische religie in het Midden-Oosten.
In de rechtse nis is een halfronde steen afgebeeld. Het is een zogeheten baetyl, een steen die destijds goddelijke verering genoot. Het Semitische beth-el betekent ‘huis van een god’. Voorbeelden zijn bekend uit – vanzelfsprekend – Mekka, Emesa, Byblos, Tyrus, Pessinos, Pafos, Efesos en Delfi. Deze kwam uit Adraa in Syrië, het huidige Dar’a, en stelt de godin Dushara voor.
Iets naar links is een verweerd vlak, en daarnaast zien we, opnieuw in een nis, een beeld van Atargatis, staand tussen twee leeuwen. Atargatis was een bekende Syrische godin, die op verschillende plaatsen werd vereerd. Onder de nis is een inscriptie, waarin valt te lezen dat de reliëfs zijn aangebracht door Sabinos Alexandros, panegyrarch te Adraa. ’s Mans curieuze titel wil zeggen dat hij directeur was van een festival.