ACHTERGROND - Dat er grote verschillen bestaan tussen de gezondheidstoestand van de bevolking van Israël en die van de bezette gebieden wisten we natuurlijk. Maar hoe groot die verschillen precies waren, was lang onduidelijk.
Sinds een paar dagen beschikken we echter over duidelijke cijfers. De NGO Physicians for Human Rights – Israel heeft na twee jaar onderzoek een rapport gepubliceerd onder de titel Divide and Conquer: Inequality in Health. Het rapport is gebaseerd op cijfers en gegevens van de Israëlische en Palestijnse Bureaus voor de Statistiek, de Wereld Gezondheidsorganisatie WHO en de Verenigde Naties. Het zet de cijfers van de bezette gebieden en Israël naast elkaar.
Hier volgen enkele van de meest saillante cijfers. Wat betreft de levensverwachting, zijn Israëli’s zo’n tien jaar beter af dan hun Palestijnse buren. Palestijnse mannen worden gemiddeld 71 jaar, Israëlische mannen gemiddeld 79,9 jaar. Voor Palestijnse vrouwen is dat 73,9 jaar, tegenover 83,6 jaar voor Israëlische vrouwen.
Ook de cijfers betreffende babysterfte zijn opmerkelijk. In de bezette gebieden sterven per 1.000 geboorten gemiddeld. 18,8 zuigelingen onder de 1 jaar. In Israël is dat cijfer 3,7 baby’s per 1.000. (Het gemiddelde in de westerse wereld is 4,3 per 1.000).
Wat verder opvalt aan die hoge Palestijnse babysterfte is dat 55% van de sterfgevallen in de Palestijnse gebieden het gevolg zijn van infecties die gemakkelijk hadden kunnen worden voorkomen. Het is de voornaamste oorzaak van het verschil.
Ook is er een groot verschil in het aantal moeders dat overlijdt gedurende zwangerschap en tijdens de baring. In Israël is het cijfer 7 per 100,000 geboorten, in de bezette gebieden is dat vier keer zo hoog: 28 per 100,000 geboorten.