ACHTERGROND - Is het kunst, de verzameling Egyptische, Griekse en Romeinse papyri die ik u vandaag ga tonen? Daarover valt een boom op te zetten. De teksten zijn natuurlijk niet bedoeld als kunst: ze dienen om informatie over te dragen. Toch hebben de schrijvers geprobeerd er iets moois van te maken. Dat kun je zien, zelfs als je die oude talen niet kunt lezen: regelmatige handschriften van geoefende klerken. Mensen die, in een samenleving waarin de meeste mensen ongeletterd waren, een zeldzame vaardigheid bezaten en dat wilden tonen door het mooi te doen.
Papyri liggen – bij tienduizenden – in musea, maar worden lang niet allemaal getoond. Het materiaal is namelijk extreem kwetsbaar: door te veel licht kan de inkt al verbleken. (Deze kwetsbaarheid draagt voor mij, om redenen die ik ook niet helemaal kan peilen, bij aan de ervaring dat dit mooi is.) In sommige musea worden de papyri daarom getoond in halfverlichte zalen; in het Neues Museum in Berlijn liggen ze in laden die je moet openen voor je ze kunt bekijken en, wie weet, lezen. Het merendeel der papyri is overigens nog niet gepubliceerd: er is nog voor eeuwen werk voor papyrologen.
Het eerste fragment is een deel uit de mythe van Horus en Seth, een van de grote Egyptische verhalen. De tekst is te zien in een van de laden van het Neues Museum. Deze papyrussnipper is gevonden in Hermoupolis en betrekkelijk laat geschreven, in de eerste eeuw v.Chr. Het hiërogliefenschrift was toen al drastisch vereenvoudigd geraakt en is in feite al iets totaal anders geworden: een schrift dat kan worden gebruikt om met inkt op papier te schrijven. Vermoedelijk zijn de leuke plaatjes van Egyptes oudste schrift esthetisch aantrekkelijker, maar je begrijpt de praktische afwegingen die de latere schriftsoorten populair maakten, het hiëratisch en demotisch (hieronder). Ondertussen kan iedereen zien dat deze klerk een mooie hand heeft.