Goed volk | Een Saksisch heldenepos
ACHTERGROND - Of de negende-eeuwse Heliand nu is geschreven in het Oudsaksisch of in een voorloper van het Nederlands, daarover kun je van mening verschillen. Het gaat erom waar je de taalgrenzen van die tijd trekt. De befaamde literatuurgeschiedenis van Knuvelder noemt de tekst slechts terloops, terwijl zijn opvolger, Stemmen op schrift van Frits van Oostrom, ruim anderhalve pagina aan de Heliand besteedt, wat duidt op zo niet voortschrijdend dan toch veranderend inzicht.
In elk geval is het ‘Hebban olla vogala nestas hagunnan‘, geschreven rond 1175, als oudste Nederlandse tekst van zijn voetstuk gevallen. Er zijn ook wetenschappers die beweren dat de runeninscriptie van Bergakker (ca 425-450) Oudnederlands is. Maar hoe interessant ook, ik ga de lezer niet meeslepen in het moeras en mijnenveld dat Oudnederlandse taalkunde heet, want de Heliand is veel interessanter en unieker om een heel ander aspect.
Een Saksisch heldenepos
Pas in 1830 is de tekst door de Duitse germanist J.A. Schmeller Heliand genoemd: hetzelfde woord als ons Heiland, ‘heelmaker’, te vinden in een zin in de passage waarin de annunciatie wordt beschreven. Het gaat om een zogeheten diatessaron ofwel evangelieharmonie. De vier canonieke evangeliën werden hierin samengevoegd tot één doorlopend, chronologisch geordend verhaal. De Heliand is echter een bijzondere diatessaron, want hij is naar vorm en inhoud een Saksisch heldenepos. En dat impliceert het een en ander.