dossier

Democratie

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Het burgeramendement: baat het niet dan schaadt het niet?

COLUMN - van Maarten Stremler

Hebben burgers in Nederland voldoende invloed op wetgeving? Uit onderzoek blijkt dat het merendeel van de burgers tevreden is met de parlementaire democratie zoals we die in Nederland kennen. Tegelijk blijkt ook dat sommige burgers graag meer betrokken worden bij beleid en politiek.

Het voornaamste instrument om – indirect – mee te beslissen over wetgeving zijn verkiezingen. Verkiezingen voor de Tweede Kamer vinden in de regel evenwel slechts om de vier jaar plaats. Mondige burgers zouden wel vaker gehoord willen horen.
Uiteraard staat het hen vrij om op informele wijze contact te zoeken met volksvertegenwoordigers. Menig Kamerlid wordt dagelijks bestookt met e-mails waarin burgers hun mening kenbaar maken.

Daarnaast maken groepen burgers regelmatig gebruik van hun grondwettelijke petitierecht, bijvoorbeeld door een verzoekschrift in te dienen bij de Tweede Kamer. Bovendien kunnen burgers via internetconsultatie commentaar geven op wetsvoorstellen – een mogelijkheid waar zij overigens nog maar mondjesmaat gebruik van maken.

Burgerinitiatief en correctief referendum

Sinds 2006 bestaat tevens het burgerinitiatief, een instrument waarmee burgers een onderwerp op de agenda van de Tweede Kamer kunnen plaatsen. Daarvoor zijn ten minste 40.000 handtekeningen nodig, terwijl het onderwerp niet al in de afgelopen twee jaar door de Kamer behandeld mag zijn. Tot nog toe zijn er nog maar acht burgerinitiatieven behandeld in de Tweede Kamer. De meeste burgerinitiatieven sneuvelen omdat het onderwerp recent nog door de Tweede Kamer is besproken.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Theater van de verantwoording

COLUMN - door Prof.Dr. J.Th.J. (Joop) van den Berg

Een belangrijk probleem van de Nederlandse Tweede Kamer is haar gebrek aan ’theatraal bewustzijn’. Daarmee bedoel ik dat de Kamer niet alleen werkplaats is waar gewerkt wordt aan beleid en wetgeving, maar ook het centrale podium van de Nederlandse politiek. Dit podium is er om burgers duidelijk te maken dat het zijn belangrijkste zorgen en verlangens daadwerkelijk vertegenwoordigt. Het demonstreert ook dat het de strijd om die zorgen serieus neemt, onder andere door het conflict daarover te laten zien. Dit betekent dat parlementaire routines niet alleen moeten worden beoordeeld op hun effectiviteit (laat staan, efficiency) maar ook op hun verstaanbaarheid voor de belangstellende burgers.

Een paar voorbeelden.

Begin jaren negentig moest voor het eerst in decennia in de Tweede Kamer worden geoordeeld over de vraag of militairen naar Koeweit en Irak moesten worden gestuurd. De voortgaande discussie daarover vond, zoals altijd met internationale beleidskwesties, plaats in de vaste commissie. Terwijl men zou hebben verwacht dat over zulk een belangrijk besluit – deelname aan oorlog – minstens één keer in een plenaire vergadering zou worden gesproken.

Toen onlangs de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in de plenaire vergadering van de Tweede Kamer werd besproken, waren leraren uit het hele land naar Den Haag gekomen voor hun grote demonstratie voor meer structurele middelen. Nog geheel afgezien van de inhoudelijke kwaliteit van het debat, het werd gehouden in een zaal waar alleen de woordvoerders en bewindslieden aanwezig waren.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Afsplitsingen, fractiediscipline, en de publieke opinie

ANALYSE - Een gastbijdrage van Tom van der Meer, eerder verschenen op Stuk Rood Vlees.

Voor de tweede keer in twee weken neemt een oppositiepartij afscheid van een zittend Kamerlid en de daaraan verbonden Kamerzetel. En dat nog wel tijdens het parlementair reces. De wijze van deze afsplitsingen verschilt echter flink.

Het eerste geval was Femke Merel van Kooten-Arissen, die vorige week uit de Tweede Kamerfractie van de Partij voor de Dieren stapte om als zelfstandig Kamerlid verder te gaan. Daarop is ze door haar partijbestuur geroyeerd als lid van die partij. Het tweede geval is Henk Otten, die afgelopen woensdag door het Forum voor Democratie uit de partij werd gezet, en vervolgens op Twitter reageerde dat hij zijn zetel in de Eerste Kamer zal behouden. Dat hij lid zal blijven van de FvD-fractie in de Eerste Kamer is evenwel zeer onwaarschijnlijk.

Over afsplitsingen is al veel geschreven, ook door wetenschappers in interviews, blogs en boeken.

Afsplitsingen zijn politieke partijen een doorn in het oog, maar zonder grondwetswijziging niet te verbieden. De ultieme uitvlucht van een afsplitsing zou bovendien een noodzakelijk tegenwicht zijn tegen de nu al dwingende fractiediscipline.

Maar in deze publicaties is nauwelijks gekeken naar de publieke opinie over afsplitsingen. Het Nationaal Kiezersonderzoek van 2017 biedt een inkijkje in de opvattingen van kiezers hierover.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Vuile campagne met stemmingsuitslagen

ANALYSE - Het delen van stemmingsuitslagen van moties kan misleidend zijn als belangrijke informatie over die stemming wordt achtergehouden. De politiek dient zich tegen dit soort misleiding te wapenen.  

Tegen het verhogen van het minimumloon?

Afgelopen week postte het tweedekamerlid Jasper van Dijk van de SP op zijn Facebook-pagina een foto van een stemmingsuitslag van de Tweede Kamer. Het betrof de stemming over zijn motie over de verhoging van het minimumloon. Duidelijk zichtbaar was dat onder andere GroenLinks en de PvdA tegen gestemd hadden. Zijn commentaar:

“In het rood de partijen die tegen verhoging vh minimumloon stemmen.”

De boodschap is helder: GroenLinks en de PvdA zijn niet te vertrouwen. Over het minimumloon hebben ze mooie verhalen, maar in praktijk stemmen ze tegen een verhoging. Onder de post van van Dijk staan dan ook woedende reacties van links georiënteerde mensen, en de foto wordt grif gedeeld. Alleen, er is een probleem.

Misleiding

Wat van Dijk stelt, is niet waar. Wat hij namelijk niet vermeldt, is dat in hetzelfde debat ook een andere motie werd ingediend door 50+. In deze motie wordt óók voor een verhoging van het minimumloon gepleit. Alleen is hier de financiële dekking bewust opengelaten, en er wordt geen vast percentage voor de stijging genoemd. In de stemmingsuitslag van deze (eveneens verworpen) motie zien we dat GroenLinks en de PvdA wél voor stemden.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Alsof er nog niet genoeg over Thierry Baudet is geschreven is hier (voor wie er geen genoeg van kan krijgen) nog een extra stukje over Thierry Baudet!

ANALYSE - In mijn filterbubbel was de laatste dagen nogal veel te doen over een politicus wiens naam al te vaak wordt genoemd en die nu dan, zo las ik overal, het masker écht had laten vallen en zijn ware gezicht had laten zien. Niemand, zo werd me toegeschreeuwd, kon nu nog ontkennen dat het lavendelmonster een fascist was. In een artikel over de Franse schrijver Houellebecq in American Affairs zou Thierry Baudet – want ook ik ontkom er niet aan zijn naam te vermelden – zich duidelijk hebben gekeerd tegen euthanasie, abortus, euthanasie en werkende vrouwen. Onze volksvertegenwoordigers vinden dat dus maar niks.

Daarin hebben ze natuurlijk volkomen gelijk.

Het is ook volkomen niet ter zake.

Ik ken voldoende mensen die sympathiseren met Baudet. Het zou vreemd zijn als ik die niet kende, want er zijn nogal wat FvD-stemmers. Als ik vraag waarom ze stemmen op iemand die heeft geschreven dat vrouwen overweldigd willen worden, als ik ze erop attendeer dat iemand die een privétaal spreekt het volk per definitie niet vertegenwoordigt of als ik hun voorleg dat een Nexit echt geen goed idee is, dan geven die sympathisanten meteen toe dat Baudets ideeën weerzinwekkend zijn. Maar, zo zeggen ze, hij schudt de politiek tenminste op. Zijn geluid is weliswaar niet nieuw of fris, erkennen ze, maar het is tenminste anders.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Democratie vernieuwen: iets minder geloof en wat meer argumenten graag

OPINIE - Als we niet oppassen stijgt het gesprek over lokale democratie op wegens gebrek aan zwaartekracht, stellen Menno Hurenkamp en Evelien Tonkens. Leuke voorbeelden zijn goed, maar vergelijking van wat werkt en wat niet is beter. En dat laatste gebeurt amper, ook niet in het laatste nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken.

Sommige mensen hebben grote monden, andere grote hersenen en weer andere grote portemonnees. En die kenmerken overlappen ook nog eens vaak. Is het niet fijn voor iedereen die geeft om vrijheid, broederschap én gelijkheid dat deze categorie mensen flink in de wielen gereden wordt door instituties en hun perfide handelingen zoals regels verzinnen en handhaven? Zeker nu we uit zo’n beetje al het vergelijkend economisch, sociologisch en politicologisch onderzoek van de afgelopen jaren leren dat de ongelijkheid in termen van geld, macht en invloed eerder groter dan kleiner wordt?

Het laatste nummer van het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken over ‘De haperende lokale democratie’ denkt echter een andere kant op. Het bevat gevalsbeschrijvingen van lokale experimenten en pleidooien om vooral door te gaan met het vervangen of tenminste aanvullen van de representatieve democratie. Maar geen evaluaties op basis waarvan bestuurders, burgers of politici lokaal hun eigen afwegingen kunnen maken. Dat is een gemiste kans.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Democratische dwaallichten in Indiase verkiezingen

ANALYSE - Aan de grens met India en Pakistan ligt de drassige Banni steppe, de thuisbasis van een mystiek verschijnsel: felgekleurde lichtjes, door de lokale bevolking Chir Batti genoemd, verschijnen op donkere avonden aan de hemel. Naar verluidt hebben de betoverende dwaallichtjes meerdere malen reizigers van hun pad afgeleid, die vervolgens in de nabije netelige jungles verdwaalden.

Niet alleen de reizigers, maar vele Indiase kiezers staan op het punt slachtoffer te worden van een dwaallicht in de grootste democratie ter wereld.

In april en mei gaat het gros van de 900 miljoen stemgerechtigden naar de stembureaus om de Lok Shaba, het Indiase Lagerhuis, te kiezen. Om deze majeure operatie logistiek mogelijk te maken, zijn er maar liefst zeven stembusgangen, waarvan de derde afgelopen dinsdag plaatsvond.

Rechtse revolutie

Centraal in de Indiase verkiezingen staat de (in)populariteit van de premier, Narendra Modi. De rechts-nationalist kwam in 2014 aan de macht toen zijn BJP-partij samen wat kleinere rechtse partijen een absolute meerderheid veroverde in de Lok Shaba.

De BJP beloofde de kiezer democratische vernieuwing, kansen voor de jeugd en een einde aan de corruptie, die onder het bewind van de INC-partij hoogtij vierde. Zulke campagnethema’s zijn een terugkerend motief in Aziatische landen, waarin partijen telkens elkaar opvolgen met de belofte om de corruptie van de voorganger te bestrijden.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Den Haag nationaliseert de Provinciale Statenverkiezingen

Voor wie zich zo nu en dan begeeft op Twitter of Facebook, komt ‘#StemZeWeg’ bekend voor. Met deze hashtag wordt oproep gedaan aan de boze burger om bij de Provinciale Statenverkiezingen naar het stemhokje te gaan en op een oppositiepartij (met name PVV of FvD) te stemmen. Het doel is om Kabinet Rutte III ten val te brengen.

Provinciale Statenverkiezing

De StemZeWeg-tweeters illustreren de absurditeit rond de aankomende verkiezingen. Een kabinet kan niet ten val worden gebracht door een zure tegenslag in de Provinciale Statenverkiezing. In het ergste geval moet er in de Senaat een gedoogcoalitie bij elkaar worden gelijmd, nadat de Provinciale Staten de Eerste Kamer hebben gekozen.

Armèn Hakhverdian, universitair hoofddocent politicologie aan de Universiteit van Amsterdam, licht dit in een Sargasso-interview toe: ‘De enige die een kabinet kan wegsturen is een Tweede Kamer. Als je #StemZeWeg letterlijk neemt, slaat het nergens op. Je kunt wel, aan de hand van de Eerste Kamer, de regering verzwakken. Dit zal betekenen dat de regeringspartijen meer ad-hoc akkoorden moeten sluiten. Bij wisselende thema’s vorm je verschillende coalities. Het vergt wel een andere vorm van politiek bedrijven.’

Kaping

De provinciale volksvertegenwoordiging neemt vooral besluiten op het gebied van mobiliteit en ruimtelijke ordening, niet over migratie of over de kabinetsformatie. Het debat over de verkiezingen gaat echter niet over infrastructuur en de woningmarkt, maar juist over de thema’s waar de Provinciale Staten helemaal niet over beslissen.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Gevaren voor de democratie

COLUMN - Oud-partijvoorzitter van het CDA Ruth Peetoom claimde vorige maand dat van alle Europese landen, Nederland het minste geld uitgeeft aan de democratie. Is dit waar? En is dat het grootste probleem voor onze democratie?

Vorige week trad Peetoom af als partijvoorzitter van het CDA. De politica deed haar uitspraak in een aansluitend afscheidsinterview met het AD. Daarin zei ze dat ze dit tekort aan financiële steun voor bestuurders als een groot probleem voor de democratie zag. Volgens Peetoom krijgen volksvertegenwoordigers namelijk te weinig geld om hun werk uit te voeren. Een woordvoerder van het CDA-partijbureau liet later weten dat Peetoom zich baseerde op een internationaal onderzoek naar de financiering van politieke partijen uit 2017. Dit onderzoek berekende het geld dat per inwoner aan hun democratie wordt besteed.

Dat gebeurde aan de hand van de hoogte van overheidssteun aan politieke partijen per land, gedeeld door het aantal stemgerechtigde inwoners van het land. Desalniettemin concludeerde het NRC in hun rubriek ‘NRC checkt’ dat Peetooms uitspraak niet te checken valt, al lijkt het er wel op dat Nederland met een luttele 1 euro per kiezer relatief weinig uitgeeft aan de democratie. Ter vergelijking: van de acht onderzochte landen in het betreffende onderzoek scoorde IJsland met € 9,70 per kiezer het hoogst. Onze zuiderburen werden tweede met € 7,80 per kiezer. Interessante cijfers, maar is het verhogen van deze 1 euro wel wat nodig is voor een betere democratie?

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Boodschap of boodschapper?

OPINIE - Wat weegt voor jou het zwaarst bij de beoordeling van een bericht of opinie? De inhoud of de identiteit van de bron of de auteur? Een discussiebijdrage over debatcultuur.

Ik kan niet ontkennen dat ik bij de dagelijkse consumptie van wat er in print en op het internet verschijnt ook kijk naar de bron. En ik vind het ook moeilijk om bijdragen serieus te nemen van mensen die ik eerder alleen maar onzin heb horen verkondigen of die expliciete standpunten verkondigen die mijlenver van de mijne liggen. Ik laat GeenStijl, De Telegraaf, DDS en TPO doorgaans rechts liggen. Maar dat wil nog niet zeggen dat ik het uitsluit om kennis te nemen van wat deze media publiceren of dat ik vind dat iedereen ze moet boycotten vanwege wat daar te lezen valt. Datzelfde geldt voor auteurs. Je kunt van mening zijn dat een bepaalde auteur een fout standpunt heeft, het volledig uitsluiten van die auteur van het publieke debat is in strijd met de principes van het vrije politieke debat in een democratie. En zelfs als er sprake zou zijn van het overtreden van de wet (racisme, smaad, bedreiging met geweld) is het aan de rechter om dit vast te stellen en een straf te bepalen voor die bepaalde uiting. Waarmee dus niet gezegd is dat die persoon altijd en in alles wat hij of zij schrijft of zegt fout is. ‘Als een fascist ademt liegt ie’, zei men vroeger in anti-fascistische kringen. Ik begrijp waar het vandaan komt, maar ik zie deze leuze toch liever als een boud geformuleerd politiek standpunt dan als een oproep om het naar de letter te nemen.

Klimaatlabel politieke partijen 2019

ANALYSE - In de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 heeft Sargasso het klimaatbeleid uit alle verkiezingsprogramma’s beoordeeld. Voor de provinciale verkiezingen is dat ondoenlijk met een redactie vol vrijwilligers. In tegenstelling tot de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 speelt klimaatbeleid nu wel een landelijke rol, waarbij de provinciale statenverkiezingen een dubbel belang hebben. Klimaatbeleid voor de eigen provincie en de leden van de provinciale staten kiezen de nieuwe leden van de Eerste Kamer.

Foto: Frédéric BISSON (cc)

Wie bepaalt de agenda van de Tweede Kamer?

De agenda van de plenaire vergadering van de Tweede Kamer is overvol. De druk kan van de ketel door debatten vaker in de Kamercommissies te laten plaatsvinden. Dat is één van de oplossingen die Simon Otjes voorstelt in zijn artikel op Stuk Rood Vlees.

Weinig mensen zullen bewust inschakelen om de Regeling van Werkzaamheden van de Tweede Kamer te kijken. Iedere dag dat de Kamer vergadert, is er een korte overleg waar de agenda van de komende dagen bepaald wordt. Het lijkt een saai procedureel overleg, maar het is wat mij betreft het meest fascinerende moment van de politieke dag omdat hier fracties hun macht op de meest basale manier uitoefenen.

Om een regulier Kamerdebat te plannen is een meerderheid nodig. Nadat iemand een debat aanvraagt, laat de Kamervoorzitter kort de andere woordvoerders aan het woord: zij kunnen een debat steunen of afwijzen. Maar een Kamerlid kan ook een dertigledendebat aanvragen: met dertig leden kom je onderaan de lijst met debataanvragen. Om te voorkomen dat een debat wordt aangevraagd kan een Kamerlid ook een voorstel van een ander saboteren. Dat gaat vaak in vrij milde woorden “eerst een brief van de minister”. Dat is een manier om een debat op de lange termijn te schuiven of de minister de mogelijkheid te geven de angel uit het debat te halen.

Vorige Volgende