Closing Time | Lied van de Zee

Foto: Ted (cc)
Serie:

Een simpele ballade van Raymond van het Groenewoud. Duidelijk, eenvoudige tekst ook. Lekker kort. Alles wel gelijk helder en in beeld. Geen metafoorgedoe. Maar ik weet inmiddels wel dat als een gedicht of een song zich als simpel presenteert, dat er dan ergens iets verborgen zit, wat zich niet altijd gelijk en altijd presenteert. Ook niet aan iedereen trouwens, je moet er wel een beetje voor open staan, het moet wel van twee kanten komen. Ik heb dat regelmatig met gedichten. Als ik bij mijn moeder ben, die dementeert, dan lees ik haar gedichten voor. Ik lees, zij luistert. En dan pak ik een niks-aan-de-hand-gedicht, klassiekers, kindergedichten, scan ‘m even snel op boobytraps, en begin te lezen. Maar het overkomt me vaker dan me lief is, dat het gedicht me in de laatste of de voorlaatste regel laat struikelen over iets dat ik niet zag. Mijn stem zit klem, en ik veeg over mijn ogen.

En het knappe is, het toont zich niet op de bladzijde, maar het komt pas tevoorschijn bij het hardop voorlezen. Dan wordt het wakker, dan openbaart het zich. (Als u mij nog kunt volgen). Ontroering, licht verdriet dat niet altijd onprettig voelt. Deze song van Raymond van het Groenewoud herbergt dat ook wel in zich. Mooie bas trouwens.

Reacties (1)

#1 beugwant

± 1980. Van ’t Groenewoud speelde in de zaal met wellicht de beroerdste akoestiek van het land, de Geleense Hanehof. Desondanks uitverkocht en wij jonge knapen schreeuwden onze puberkelen schor op Meisjes en Maria.
Nu moet de lezer dezes weten dat in die contreien met Vastelaoves de joekskapel/zaate herremenie* tot spelen wordt gemaand door het imperatief Blaoze!. Maar ook bij een rockconcert buiten het seizoen heeft men er op de bühne maar naar te luisteren. Het enthousiasme van het publiek leed geen twijfel, alleen duurde het even voordat onze Amsterdamse Vlaming vanuit de coulissen de juiste betekenis gesouffleerd kreeg.
We kregen ons toegift.

*De noordelijke variant heet dweilorkest