Altijd fijn, natuurlijk, als de krant opkomt voor taal en cultuur, zoals NRC dat vrijdag deed voor het Fries, en ook een beetje voor het Nederlands. De krant steunde daarmee een advies van de KNAW dat vorige week verscheen en waarin werd gesteld dat de Nederlandse overheid moet garanderen dat er minstens één universitaire opleiding Fries overeind moest blijven – zoals een eerdere KNAW-commissie al had gesteld dat je in alle grote universiteitssteden Nederlands moet kunnen studeren (in Amsterdam, Groningen, Leiden, Nijmegen en Utrecht).
De krant komt daarbij wel met een eigenaardig argument: “een rijkstaal mag geen spreektaal worden”. Kennelijk ziet de krant een hiërarchie van taalvormen, waarbij schrijftaal boven spreektaal staat.
Spreektaal is echter niet het fundament van een taal. Geschreven taal is dat wél: een goede grammatica, woordenschat en zinsopbouw zijn cruciaal voor het behoud van een taal. Onderzoek ernaar, door goed geschoolde promovendi die goed geschoolde docenten kunnen inspireren, blijft belangrijk.
Dat is een beetje een ouderwets idee. Nu ben ik van huis uit fonoloog, dat wil zeggen onderzoeker van taalklanken, maar ik denk niet dat er ook maar één taalkundige te vinden is die meent dat gesproken taal géén ‘goede grammatica, woordenschat en zinsopbouw’ heeft, of dat het niet onderzocht kan worden door goed geschoolde promovendi die goed geschoolde docenten kunnen inspireren.